De Eerste Kamercommissie voor Financiën ontving dinsdag 24 september Klaas Knot, president van De Nederlandsche Bank, en Centraal Planbureau-directeur Pieter Hasekamp. Op initiatief van senator Van Rooijen (50PLUS) waren zij uitgenodigd om hun visie te geven op de Miljoenennota 2025. Aan bod kwamen onder meer het begrotingstekort, productiviteitsgroei en de complexiteit van het Nederlandse belastingstelsel.
Pieter Hasekamp, directeur van het Centraal Planbureau, trapte af met een presentatie over de te verwachten economische groei. Na twee jaar van stagnatie zien we vanaf dit jaar een aantrekkende economie, met ongeveer 1,5 procent. Hasekamp stond stil bij de loonontwikkelingen: de hoge energieprijzen leidden tot een hogere inflatie, waarop de lonen reageerden. Komende jaren is er een kleine koopkrachtplus. De overheidsuitgaven zullen de komende jaren groeien, op de lange termijn dreigt daardoor een te hoge staatsschuld. Bij de verslechtering van de overheidsfinanciën is het belangrijk binnen de Europese begrotingsregels te blijven, zei de CPB-directeur. De lidstaten van de Europese Unie hebben zich verplicht om het overheidstekort en de overheidsschuld niet te hoog te laten oplopen. Het tekort mag niet groter zijn dan 3 procent van het bruto binnenlands product, de schuld mag niet hoger zijn dan 60 procent.
DNB-president Klaas Knot reflecteerde in zijn presentatie op het Regeerprogramma, dat aan de ene kant inzet op lastenverlichting en koopkrachtmaatregelen en aan de andere kant op bezuinigingen op ontwikkelingssamenwerking, onderwijs, het Nationaal Groeifonds en het Klimaat- en stikstoffonds. Deze maatregelen samen zullen volgens Knot leiden tot een saldoverslechtering in 2025 en 2026, maar in 2028 weer leiden tot een verbetering. Bepaalde bezuinigingen, zoals die op innovatie en onderwijs, hebben volgens hem een negatief effect op de arbeidsproductiviteit. De overheid krijgt de komende jaren te maken met diverse tegenvallers. Knot noemde het positief dat het kabinet dekking wil vinden voor de budgettaire gevolgen van deze tegenvallers. De DNB-president wees verder op de grote hoeveelheid fiscale regelingen, 100 in totaal. Het belastingen- en toeslagenstelsel moet volgens hem eenvoudiger. Bij beleid alleen sturen op ‘koopkrachtplaatjes’ noemde hij onverstandig. Wil het kabinet echt trendmatig begrotingsbeleid kunnen voeren, dan vindt DNB het wenselijk om op een begrotingstekort van circa 2 procent te sturen: ‘Weldoordacht en integraal afgewogen beleid bij de start is wenselijker dan schoksgewijze aanpassingen gedurende de rit.’
Commissievoorzitter Van Ballenkom (VVD) gaf senatoren de mogelijkheid om hun vragen in twee rondes te stellen. De leden van de commissie voor Financiën vroegen onder meer naar de rentelasten die de overheid in 2028 zal moeten betalen, en of het toeslagenstelsel een belemmering vormt voor deelname aan de arbeidsmarkt. Zorgen waren er over het rendement van pensioenfondsen. In de tweede ronde werd onder meer gevraagd naar het stimuleren van de arbeidsproductiviteit, nu Nederland in internationaal opzicht achterop dreigt te raken. Andere onderwerpen waren de hoogte van de lonen en de verhouding tussen publieke en private investeringen, ook in vergelijking met omringende landen. Tenslotte werd gesproken over de definitie van brede welvaart en of daar altijd economische groei voor nodig is.
U kunt de bijeenkomst hier terugkijken.
Deel dit item: