Dinsdag 5 november 2024 gingen de kiesgerechtigde inwoners van de Verenigde Staten naar de stembus om een nieuwe president te kiezen. Ook stemden ze over 32 senatoren, 435 leden van het Huis van Afgevaardigden en over vele lokale functionarissen waaronder rechters. Zes Eerste Kamerleden namen van 2 tot en met 6 november 2024 deel aan de verkiezingswaarneming als lid van de Organisatie van Veiligheid en Samenwerking Parlementaire Assemblee (OVSE PA): Boris Dittrich (D66), Robert van Gasteren (BBB), Farah Karimi (GroenLinks-PvdA, delegatieleider), Jeroen Recourt (GroenLinks-PvdA), Rian Vogels (VVD) en Madeleine van Toorenburg (CDA).
In hun verklaring constateerden de waarnemers dat de presidentsverkiezingen zeer competitief waren en dat de campagne werd gekenmerkt door diepe polarisatie en harde en confronterende retoriek, terwijl het vertrouwen van het publiek werd ondermijnd door desinformatiecampagnes en politiek geweld.
De gezamenlijke verkiezingswaarnemingsmissie van ODIHR en de OVSE PA stelde verder vast dat hoewel de Amerikaanse grondwet en een aantal federale wetten een breed en degelijk kader bieden voor het houden van verkiezingen in overeenstemming met democratische normen, het wettelijke kader op federaal niveau sinds de laatste verkiezingen grotendeels ongewijzigd is gebleven. Daardoor is aan de meeste eerdere aanbevelingen van het ODIHR geen gevolg gegeven.
De verkiezingen zijn efficiënt en professioneel georganiseerd. Wel waren bedreigingen, pesterijen en geweld tegen verkiezingsfunctionarissen een bron van ernstige zorg. Ze maakten het werven van verkiezingsmedewerkers tot een uitdaging, waardoor extra veiligheidsmaatregelen nodig waren.
Hoewel veel maatregelen zijn getroffen om de veiligheid van de verkiezingen te verbeteren, bleven zorgen over de veiligheid en beweringen van zowel buitenlandse als binnenlandse bronnen die twijfel probeerden te zaaien en het verkiezingsproces ongelding wilden verklaren, het vertrouwen van het publiek schaden.
De Eerste Kamerleden namen op verschillende plekken waar. Zo bezochten Boris Dittrich en Robert van Gasteren Washington D.C. en Virginia, Jeroen Recourt was in Maryland. Farah Karimi, Rian Vogels en Madeleine van Toorenburg reisden af naar Swing State Michigan.
Dittrich had een gesprek met een politieagent in Leesburg, Virginia die speciaal was aangesteld om in te springen bij ongeregeldheden in en rond stemlokalen. "Bij de politie waren geen verzoeken om hulp en bijstand binnengekomen. Ook de medewerkers van de stembureaus beaamden dat de verkiezingsdag harmonieus en kalm verliep," aldus Dittrich.
Ook Recourt heeft geen bijzonderheden waargenomen. "Het verliep netjes en rustig op de bureaus die wij bezochten," constateerde Recourt. Van Gasteren was positief verrast door de mogelijkheid die elk van de bezochte stembureaus bood om visueel gehandicapten via een speciale machine te assisteren. "De sfeer binnen en buiten de stemlocaties in Virginia was gemoedelijk en vriendelijk," zei Van Gasteren.
Karimi die samen met Vogels zowel bureaus bezocht in Detroit en Dearborn, waar de grootste Arabische gemeenschap in Amerika woont, heeft ook geen onregelmatigheden gezien. "Het vroege stemmen had hier een positieve impact, geen lange rijen, overal rustige en ordelijke stemlokalen. Alles werd gedaan zodat mensen konden stemmen.
Van Toorenburg bezocht onder meer de universiteit van Michigan in Ann Arbor waar ze veel enthousiasme zag onder de studenten om alsnog te registreren op de dag zelf en te stemmen. "Overal troffen we hartelijke mensen en was er een ordelijk verloop in de stembureaus. Iedereen heeft gebruik kunnen maken van hun democratisch recht. Wat voorheen lastig was, bijvoorbeeld het registeren om te stemmen, was nu ook gemakkelijker," merkte Van Toorenburg op.
Voorafgaand aan de verkiezingsdag werden de waarnemers zeer uitgebreid gebriefd door vertegenwoordigers van de Amerikaanse autoriteiten, non-gouvernementele organisaties en door de lange termijnwaarnemers van ODIHR. Ook spraken Senator Ben Cardin, jarenlang lid van de Amerikaanse OVSE PA-delegatie, namens de Democratische partij, en de directeur campagnevoering van de Republikeinse partij.
Veel informatie is gegeven over campagnefinanciering, de wettelijke kaders van het verkiezingsproces en de veiligheid en integriteit van de verkiezingen. Nog nooit is zoveel geld besteed aan campagneactiviteiten lieten meerdere experts weten. Opmerkelijk zijn de verschillen tussen de staten en de decentrale organisatie van het verkiezingsproces. Zo varieerde het vroeg stemmen in de staten van 45 tot negen dagen van te voren, tot het niet vroeg kunnen stemmen in een drietal staten.
Dit keer was het in de meeste staten ook gemakkelijker gemaakt om te stemmen bij afwezigheid, absentee voting , zonder dat daarvoor nog een reden moest worden opgegeven. Veel aandacht ging uit naar het veilig en snel overbrengen van de stemmen per post onder de verantwoordelijkheid van de Amerikaanse postdienst.
Deze waarnemingsmissie was een gezamenlijke van het Bureau voor Democratische Instellingen en Mensenrechten van de OVSE (ODIHR) en de OVSE PA van in totaal 230 waarnemers, bestaande uit 85 door ODIHR ingezette deskundigen en lange termijnwaarnemers, en 150 parlementariërs en medewerkers van de OVSE PA uit 43 landen. Het was de grootste delegatie van OVSE-parlementariërs sinds de Assemblee in 1993 met verkiezingswaarnemingsactiviteiten begon en de tiende keer dat de OVSE PA een waarnemingsmissie stuurde naar de Verenigde Staten. En marge van de briefings in Washington D.C. werd de delegatie ontvangen door de plaatsvervangend ambassadeur van Nederland, Janna van der Velde, en haar team.
Zie hier het persbericht van de OVSE PA en het statement van de OVSE over de voorlopige bevindingen en conclusies.
Deel dit item: