Dinsdag 12 november was de stuurgroep ‘Staat van de Uitvoering’ te gast in de commissie voor Binnenlandse Zaken. De senatoren gingen onder leiding van commissievoorzitter Lagas (BBB) in gesprek met de stuurgroep over de rapportage Staat van de Uitvoering 2024.
De stuurgroep publiceert deze rapportage over de kwaliteit van de publieke dienstverlening jaarlijks. Naar aanleiding van de rapportage 2024 is dinsdag 5 november in alle Eerste Kamercommissies het belang onderstreept van blijvende aandacht voor de uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid van nieuwe regels. Deze moeten ook ‘doenlijk’ zijn voor burgers. De standen van uitvoering kunnen per Kamercommissie verduidelijken hoe het is gesteld met de dienstverlening aan burgers op dat beleidsterrein en wat verbeterd moet worden.
De commissieleden bespraken de belangrijkste knelpunten met de vier aanwezige leden van de stuurgroep, in het dagelijks leven bestuurders van uitvoeringsorganisaties. Senatoren Fiers (GroenLinks-PvdA), Lievense (BBB), Nicolaï (PvdD) en Van de Sanden (VVD) hadden het gesprek voorbereid aan de hand van kernthema’s.
Aan bod kwam onder meer de complexiteit van wet- en regelgeving. Het stapelen van regel op regel zorgt ervoor dat burgers het spoor bijster raken. De uitvoering wordt lastig en dit kan tot problemen leiden. De uitvoeringsorganisaties gaven aan het liefst in een zo vroeg mogelijk stadium bij het maken van nieuwe regels te worden betrokken. Maar ook daarna kunnen ze in zogenaamde ‘uitvoeringstoetsen’ knelpunten kunnen signaleren. De Eerste Kamerleden gebruiken deze toetsen graag wanneer ze een nieuw wetsvoorstel moeten beoordelen. Ze pleiten daarom in het gesprek voor standaardisering en uniformering van deze ‘uitvoeringstoetsen’ en voor heldere taal. Ook werd vanuit de Eerste Kamer gevraagd om in de uitleg bij een wetsvoorstel meer aandacht te besteden aan de relatie van de nieuw voorgestelde regels met langer bestaande regels.
Een belangrijk deel van het gesprek ging over de digitale overheid. Hoe meer up-to-date de IT van de overheid, hoe groter de mogelijkheden om als overheid proactief en responsief op te treden, aldus de stuurgroep. En hoe effectiever gegevensuitwisseling, hoe beter uitvoeringsprofessionals gefundeerde besluiten kunnen nemen. De overheid beoogt met een digitaal loket dus toegankelijker en efficiënter te zijn voor de burgers. Maar er kleven ook nadelen aan. Burgers zijn niet altijd digitaal vaardig en het delen van gegevens kan op gespannen voet staan met privacybescherming. Ook wenst de Kamer zicht te houden op het gebruik van logaritmen en AI bij de uitvoering. De Kamerleden spraken onder andere over ondersteunende maatregelen als spreekuren of ondersteuning van burgers bij informatiepunten digitale overheid in bibliotheken. In een vroeg stadium bij nieuwe wet- en regelgeving schetsen welke uitvoeringsscenario’s mogelijk zijn, zou senatoren verder kunnen helpen bij het beoordelen van ingewikkelde wetsvoorstellen.
Deel dit item: