Beneluxparlement bijeen in Eerste Kamer 13 en 14 december 2024



Vierentwintig parlementsleden uit België, Nederland en Luxemburg vergaderden op 13 en 14 december 2024 in de Eerste Kamer in Den Haag. Met deze plenaire zitting werd het tweejarig Nederlands voorzitterschap van het Beneluxparlement onder leiding van Pim van Ballekom afgerond. Behalve de Benelux-leden was er ook een delegatie van de Baltische Assemblee. Twaalf Nederlandse Kamerleden namen deel, onder wie de Tweede Kamerleden Thom van Campen (VVD) en Roelien Kamminga (VVD). Vanuit de Eerste Kamerleden waren dit Pim van Ballekom (voorzitter Benelux Parlement, VVD), Elly van Wijk (BBB), Saskia Kluit (GroenLinks-PvdA), Fatimazhra Belhirch (D66), Alexander van Hattem (PVV), Ton van Kesteren (PVV), Rik Janssen (SP), Hendrik-Jan Talsma (delegatieleider, ChristenUnie), Auke van der Goot (OPNL) en Eddy Hartog (Volt).


Korte terugblik

Voorzitter Pim van Ballekom blikte terug op de afgelopen twee jaar met bijeenkomsten in de provinciën Limburg, Zeeland, Groningen, Zuid-Holland en Overijssel, met aan het begin en einde de plenaire zitting in het gebouw van de Nederlandse senaat. Jan Anthonie Bruijn, Voorzitter van de Eerste Kamer, heette de leden van harte welkom voor de laatste keer in de Eerste Kamer. Hij stond stil bij het tachtigjarig bestaan van de Benelux Unie en daarmee de samenwerking tussen de drie landen, eerder dit jaar op 5 september.

Het themadebat op vrijdagmiddag ging over erkenning van diploma's en beroepskwalificaties. Vrijdagavond werden de Benelux-awards, -prijzen en -medailles uitgereikt. Op zaterdagochtend werd een aanbeveling aangenomen en interne werkzaamheden besproken. Het secretariaat van de Benelux Unie overhandigde antwoorden op schriftelijke vragen van Alexander van Hattem over belastingontwijkingsconstructies van Nederlandse XXL-distributiecentra via Luxemburg en op de nota van de commissie financiën en mobiliteit naar aanleiding van de antwoorden op de aanbeveling over goederenvervoer per vrachtwagen.

Wederzijdse erkenning van beroepskwalificatie

Op vrijdagmiddag stond het onderwerp 'wederzijdse automatische erkenning van diploma's en beroepskwalificaties' centraal. Sinds 2021 is het Verdrag over de automatische wederzijdse erkenning van hogeronderwijsdiploma's tussen de Beneluxlanden en de Baltische Staten in werking.

Caspar van den Berg, voorzitter van Universiteiten van Nederland, benadrukte in zijn toelichting het belang van wederzijdse erkenning van diploma's. "Het hoger onderwijsdiploma-erkenningsverdrag opent de wereld voor studenten en alumni. Dit verdrag is cruciaal voor een goed functionerende economie in de grensregio. Het is goed om open grenzen te hebben voor talent," zei Van den Berg. Hij verwees daarbij naar het rapport Draghi over het concurrentievermogen van de Europese Unie (EU). Zijn de barrières bij de universiteiten geslecht, dit moet nog wel betere bij mbo en hbo, aldus Van den Berg.

Bij wederzijdse erkenning van beroepskwalificaties zijn er nog veel belemmeringen, zei Nadja Duykers die namens het ministerie van Economische Zaken sprak. Zij stelde dat het bij erkennen van beroepskwalificaties gaat om gereglementeerde beroepen of beschermde beroepen die alleen mogen worden uitgeoefend door iemand die daarvoor toestemming heeft gekregen van een bevoegde autoriteit. In Nederland betreft het beroepen met maatschappelijke risico's.

Het kabinet zet sterk in op het wegnemen van belemmeringen bij erkenning ten gunste van de interne markt. Het gaat hierbij niet alleen over toepassing van regels, maar juist ook over het maken van keuzes. Duykers onderstreepte het belang om signalen van ondernemers te onderzoeken welke wet- en regelgeving voor vertraging zorgen. Dergelijke problemen kunnen soms worden verholpen door betere informatievoorziening.

Stef Blok, lid van de Europese Rekenkamer, merkte op dat het mechanisme tot erkenning van beroepskwalificatie in de EU essentieel is. Het wordt echter slechts mondjesmaat en inconsistent gebruikt. Voor burgers met een gereglementeerd beroep die naar het buitenland verhuizen, is dit onderwerp erg belangrijk.

De Europese Rekenkamer doet veel onderzoek naar effectiviteit van beleid en regelgeving. Uit hun onderzoek bleek dat het EU-systeem voor de erkenning van beroepskwalificaties slechts in 6% van de gevallen van mobiliteit binnen de EU wordt gebruikt. Ter verbetering beveelt de Europese Rekenkamer aan dat de EU-richtlijn uniform wordt toegepast door bijvoorbeeld het hanteren van duidelijke definities van begrippen. Ook Blok pleitte voor betrouwbare en coherente informatie voor burgers en het toewerken naar één informatiebron om het makkelijker te maken.

Benelux-awards, -prijzen en -medailles

Eens in de twee jaar reikt het Beneluxparlement awards, prijzen en medailles uit aan personen die zich op uitzonderlijke wijze hebben ingezet voor de versterking van de samenwerking tussen de Beneluxlanden. Roelien Kamminga die als Ondervoorzitter van de Tweede Kamer de gasten op vrijdagavond welkom heette, refereerde in haar speech naar eerdere, zeer bekende laureaten zoals Mark Rutte, Charles Michel en Xavier Bettel.

Dit jaar ontving oud-Eerste Kamervoorzitter René van der Linden de Benelux-award voor zijn inzet voor internationale samenwerking in zijn vele functies. Schrijver Frits van Oostrom werd geëerd met de Benelux-prijs voor zijn boek De Reynaert . Voormalig diplomatiek vertegenwoordiger van Vlaanderen in Nederland, Filip D'havé nam de Benelux-medaille in ontvangst voor zijn jarenlange inzet voor de bilaterale samenwerking tussen Nederland en Vlaanderen.

Voor het moedige optreden tijdens een brand in Luik in het 27 verdiepingen tellende Kennedy Tower kreeg ook het Luxembourg Air Rescue Team de Benelux-prijs. Dit team uit Luxemburg heeft meerdere personen gered per helikopter nadat de plaatselijke brandweer hen niet kon bereiken in de top van het gebouw. Ook de heer Emmerman uit Eupen, België, werd in het zonnetje gezet. Hij heeft zich op uitzonderlijke wijze ingespannen als vrijwilliger bij de overstromingen in 2021.


Aanbeveling veiligheid in havens

Zaterdagochtend namen de leden met algemene stemmen de aanbeveling 'Veiligheid in de havens van de Benelux' aan. Omdat in de praktijk havenautoriteiten en havenbedrijven tegen beperkingen aanlopen, met name in de reikwijdte van de wetgeving en het handhaven van veiligheidsmaatregelen, worden de drie regeringen gevraagd hierna onderzoek te doen en te bekijken wat de mogelijkheden zijn om een sanctie-escalatieladder in te voeren. Een andere aanbeveling die het Beneluxparlement doet, is intensivering van de controle van bulkgoederen en risico-containers in de havens om zo de pakkans te vergroten en de havens minder aantrekkelijk te maken voor criminelen.


Overige zaken

De leden stemden in met de begroting van 2025. Jan Prins sprak namens de ombudsdiensten van de drie landen. Volgens Prins komen nog altijd weinig klachten binnen, terwijl mensen in grensregio's wel degelijk problemen ondervinden door de grens op vlak van belastingheffing, telewerk en sociale zekerheid. Hij beschreef het van belang te investeren in de contacten ook met lokale ombudspersonen, vanuit het besef dat in essentie de problematiek overal hetzelfde is. Voorts gaven diverse leden een terugkoppeling op de werkzaamheden en de deelname aan internationale conferenties.

De Benelux Unie blikte terug op 2024 en vooruit op 2025. Als leider van de Nederlandse delegatie dankte Hendrik-Jan Talsma Van Ballekom voor zijn vasthoudendheid en toewijding als voorzitter van het Beneluxparlement de afgelopen twee jaar. Vanaf 2025 vinden de zittingen in Luxemburg plaats.


Beneluxparlement

De Benelux Interparlementaire Assemblée, doorgaans het Beneluxparlement genoemd, adviseert de regeringen van België, Nederland en Luxemburg over onder meer buitenlands beleid, mensenrechten, tarieven, douanerechten, waterwegen, uitlevering en auteursrechten. Het Beneluxparlement bestaat uit 49 leden: 21 uit België, 21 uit Nederland en 7 uit Luxemburg. Senator Pim van Ballekom is de voorzitter van het Beneluxparlement. Senator Hendrik-Jan Talsma leidt de Nederlandse delegatie.


Deel dit item: