Op 11 februari debatteerde de Eerste Kamer over de Begrotingsstaten Financiën en Nationale Schuld 2025 (36.600 IX). Dit wetsvoorstel bevat de begroting van uitgaven en ontvangsten voor het jaar 2025 van het ministerie van Financiën en van de Nationale Schuld. De enige spreker van het debat was senator Van Rooijen namens de fractie van 50PLUS. Hij sneed in zijn bijdrage een aantal punten aan: de financiële dekking van het terugdraaien van de btw-verhoging, het samenvoegen van begrotingsvoorstellen, het instrument ‘goedkeurende beleidsbesluiten’, beleidsbesluiten vooruitlopend op wetgeving, de winstbelasting in box 3 en het pensioenstelsel.
Senator Van Rooijen begon zijn bijdrage met de btw-verhoging en de afspraken daarover. De regering moet nog alternatieve dekking vinden voor het financiële gat wat daardoor zal ontstaan. Hij vreesde dat ouderen hiervan het slachtoffer zullen worden, en vroeg staatssecretaris Van Oostenbruggen van Fiscaliteit, Belastingdienst en Douane om toe te zeggen dat zij niet de rekening zullen betalen van de ‘btw-chaos’. Daarnaast wees hij op de breed aangenomen motie-Hoekstra uit 2015, om eigenstandige wetsvoorstellen niet aan elkaar te koppelen. De 50PLUS-fractie neemt hiertegen principieel stelling: het koppelen van zoet en zuur zorgt ervoor dat de Eerste Kamer niet meer kan reageren op individuele voorstellen. Van Rooijen vroeg hier om een toezegging.
Van Rooijen verzocht de regering vervolgens om niet vast te houden aan het box 3-voorstel van voormalig staatssecretaris Van Rij van Financiën. Vermogensaanwasbelasting is nu namelijk niet gebaseerd op een realistisch rendement en dat kan tot problemen leiden en afkeuring door de Hoge Raad.
Ook fiscale knelpunten oplossen door beleidsbesluiten vooruitlopend op wetgeving, noemde hij onverstandig. De senator doelde daarbij op het oplossen van knelpunten die zijn gerezen bij het invaren van drie grote pensioenfondsen sinds 1 januari 2025. Met dergelijke beleidsbesluiten wordt het parlement namelijk buitenspel gezet. Toenmalige staatssecretarissen Van Rij en De Vries adviseerden grote terughoudendheid bij het nemen van beleidsbesluiten. Volgens Van Rooijen waren dit soort goedkeurende besluiten ook niet staatsrechtelijk juist, want in strijd met artikel 104 van de Grondwet.
Van Rooijen sprak ten slotte over het nieuwe pensioenstelsel, en over de onnodige paniek die is ontstaan over het amendement-Joseph in de Tweede Kamer. Dit amendement geeft deelnemers collectief instemmingsrecht met betrekking tot de overgang van hun pensioen naar het nieuwe stelsel. Hiervan wordt gezegd dat het de overheid € 1,2 miljard gaat kosten, zei de senator. Van Rooijen denkt dat het juist een belastingmeevaller zal opleveren en vroeg de minister om onderbouwing van de cijfers.
Minister Heinen van Financiën noemde de vragen van 50PLUS ‘ontijdig’. Het amendement-Joseph is nog in behandeling in de Tweede Kamer. Hij stelde dat de vragen in het kader van zorgvuldigheid beter kunnen worden gericht aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en zegde toe dat Van Rooijens informatieverzoek om onderbouwing van de cijfers, zou worden beantwoord in de brief die die minister nog zou sturen in reactie op het amendement-Joseph.
De overige vragen werden beantwoord door staatssecretaris Van Oostenbruggen. Hij zei dat de btw-verhoging ouderen niet specifiek zal raken. De dekking van de btw-verhoging is nog onderwerp van debat en de Tweede Kamer is daarbij als eerste aan zet. Over de motie-Hoekstra zei de staatssecretaris dat grote wetsvoorstellen al zoveel mogelijk apart worden opgenomen. Soms is wel het belangrijk om zoet en zuur in samenhang te behandelen, zeker als het gaat om de Miljoenennota. Wat box 3 betreft noemde de staatssecretaris het huidige stelsel onevenwichtig. Een urgente aanpak is volgens hem nodig, ook om inkomstenderving voor de overheid tegen te gaan. Verder gaf hij aan op korte termijn nog terug te komen op het idee van Van Rooijen om een adviescommissie in te stellen. Over de goedkeurende beleidsbesluiten zei Van Oostenbruggen dat dit instrument al terughoudend wordt ingezet.
Senator Van Rooijen zei teleurgesteld te zijn in de antwoorden van de regering en diende twee moties in: 36.600/36.600 IX, E, mede ondertekend door CDA-senator Bovens, en 36.600, F, mede ondertekend door BBB-senator Kroon. De eerste motie gaat over het loskoppelen van eigenstandige wetsvoorstellen. Bij het Belastingplan 2025 waren er twee wel gekoppeld. Hierdoor is de senaat de mogelijkheid ontnomen om erover te oordelen. De tweede motie vraagt de regering om geen goedkeurende beleidsbesluiten te nemen: een beleidsbesluit is geen wet en zet beide Kamers buitenspel. Er is een alternatief, namelijk de spoedwet. Beide moties zijn door staatssecretaris Van Oostenbruggen ontraden. Op dinsdag 18 februari zal over het wetsvoorstel en de moties worden gestemd.
Deel dit item: