De Eerste Kamer heeft dinsdag 11 februari na een kort debat met premier Schoof over ministeriële verantwoordelijkheid de begroting van de koning voor 2025 aanvaard. Senator Van Rooijen (50PLUS) ging met de premier in debat over de betrokkenheid van prinses Laurentien bij het herstel van de toeslagenaffaire.
Senator Van Rooijen vroeg de premier eerder al in schriftelijke vragen naar de ministeriele verantwoordelijkheid voor het handelen van leden van het Koninklijk Huis. In antwoord daarop bleek dat de premier van mening was dat de staatssecretaris van Financiën verantwoordelijk was. Schoof schreef dat de betrokkenheid van prinses Laurentien is getoetst door de staatssecretaris met als conclusie dat er geen bezwaren waren, en dat toenmalig premier Rutte die conclusie heeft onderschreven.
Van Rooijen zei dinsdag in het debat dat hij het niet met die conclusie eens is: 'Handelingen die het openbaar belang raken zijn wat mij betreft chefsache .' Hij vroeg of Schoof het met hem eens was en of hij in volgende gevallen die lijn zal volgen: 'Zal het dan ook steeds de premier zijn die vragen van de Staten-Generaal beantwoordt?' Tot slot wilde hij weten of de premier wil overwegen om dit in regelgeving te verankeren.
De premier antwoordde dat de algemene ministeriële verantwoordelijkheid bij de premier ligt. Artikel 42 van de Grondwet zegt dat de koning onschendbaar is en de ministers verantwoordelijk. Wat de overige leden van het Koninklijk Huis betreft, vervult de premier een belangrijke rol. Schoof: 'Bij de leden die een grondwettelijke uitkering ontvangen, is de verantwoordelijkheid "ja, tenzij". Bij niet ontvangende leden is het "nee, mits". Dit neemt niet weg dat er een spanningsveld kan ontstaan.'
Die spanning zit volgens Schoof enerzijds in de noodzaak om een andere levensvervulling te hebben, en anderzijds om te voorkomen dat deze leden in hun handelen tegenover het kabinet komen te staan. 'Om hiermee zinvol om te gaan is het van groot belang dat ministeriële verantwoordelijkheid rondom hun functies goed vorm krijgt. En dat geldt des te meer ten aanzien van de komende generaties,' zei de premier. In dat licht heeft hij aan de Tweede Kamer toegezegd met een brief te komen, maar vastleggen in regelgeving lijkt hem niet aan de orde.
Hierna aanvaardde de Kamer zonder stemming de begroting met daarin de uitgaven en ontvangsten voor het jaar 2025 van de Koning.
-
Schriftelijke vragen Van Rooijen over de staatsrechtelijke aspecten van het volgen van de zogenaamde SGH route bij de afwikkeling van de toeslagenaffaire
-
Aanvullende schriftelijke vragen over de staatsrechtelijke aspecten van het volgen van de zogenaamde SGH route bij de afwikkeling van de toeslagenaffaire
Deel dit item: