Maandag 24 februari is het drie jaar geleden dat Oekraïne werd binnengevallen door Rusland. Eerder deze maand bracht Eerste Kamerlid Boris Dittrich (D66) met een delegatie van de Parlementaire Assemblee van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE PA) een bezoek aan Kiev, de hoofdstad van Oekraïne. De delegatie, bestaande uit 22 leden uit verschillende landen, sprak met meerdere leiders van het land over het belang van de internationale steun aan Oekraïne.
OVSE-delegatie
Delegatieleider Pia Kauma (Finland) bracht in herinnering dat het binnenkort vijftig jaar geleden is dat de startverklaring van de OVSE, the Helsinki Final Act, werd opgesteld. Kauma: “Wij zijn hier als een herbevestiging van de OVSE PA voor de volledige steun aan de regering, maatschappij en bevolking van Oekraïne, die zich nog steeds voor enorme uitdagingen gesteld zien.” Zij benadrukte het belang van een plek voor Oekraïne aan de onderhandelingstafel.
De delegatie ontmoette tijdens het bezoek onder andere parlementsvoorzitter Ruslan Stefanchuk, minister-president Denys Shmygal en de vice-minister voor Buitenlandse Zaken Mariana Betsa.
Noord-Koreaanse raketten
Vanuit de Eerste Kamer nam Boris Dittrich (D66) deel aan de delegatie. Hij is als lid van de OVSE PA benoemd tot lid van de parlementaire supportgroep van Oekraïne. Dittrich: “We zouden beginnen met een gesprek met president Zelensky, maar dat ging niet door omdat hij een telefoontje van president Trump had gekregen die weer met president Putin had gebeld.”
Aangekomen bij het parlementsgebouw was er enige consternatie. Die ochtend was een ballistische raket op het parlementsgebouw afgevuurd. “Die was uit de lucht gehaald en zo’n 150 meter verderop in een park neergekomen. De raket was van Noord-Koreaanse makelij. Bizar dat Noord-Koreaanse soldaten in Europa vechten tegen een Europees land,” vertelt Dittrich.
Doodmoe snakken naar vrede
De gesprekken van die dag vonden plaats onder bijzondere omstandigheden beschrijft hij: “Zandzakken tegen de ramen, soldaten op de gang.” De gesprekken werden overheerst door de uitlatingen van president Trump die beweerde dat Oekraïne de oorlog tegen Rusland was begonnen. De Oekraïense gesprekspartners waren geschokt en voelden zich gepasseerd. “Er mag niet over Oekraïne zonder Oekraïne gesproken worden, was de boodschap die ze ons meegaven”, aldus Dittrich.
“’s Avonds en ’s nachts ging het alarm af: drone-aanvallen. Meteen moest iedereen de schuilkelder in. Dat gebeurt in Kiev bijna elke nacht, dus van goed slapen komt het niet. Ik had de indruk dat iedereen doodmoe was, en naar vrede snakt.”
De meeste indruk maakte het bezoek aan het dorp Moshchun: “Hier hadden de dorpsbewoners de Russische troepen proberen tegen te houden, met veel doden tot gevolg. Hun foto’s hingen op de gedenkplaats. Jonge mensen van rond de twintig die hun leven hebben gegeven om hun vrijheid te verdedigen. We legden er bloemen en kregen een rondleiding. Toen we terugliepen naar de bus, stond er een oud vrouwtje in een te grote dikke winterjas, het was zo’n 10 graden onder nul. Ze keek me aan en riep: ‘Help us. Please, help us.’ Dat beeld zal me altijd bijblijven,” vertelt hij.
Deel dit item: