Eerste Kamer herdenkt oud-Voorzitter Frits Korthals Altes



De Eerste Kamer heeft dinsdag in de plenaire vergadering haar oud-voorzitter Frits Korthals Altes herdacht. De huidige Eerste Kamervoorzitter Jan Anthonie Bruijn en minister-president Dick Schoof hielden een toespraak. Korthals Altes was in zijn lange politieke loopbaan twee keer lid van de Eerste Kamer, van 10 juni 1981 tot 4 november 1982 en van 11 juni 1991 tot 2 oktober 2001. Van 1995 tot 1997 was hij VVD-fractievoorzitter, en van 1997 tot aan zijn vertrek uit de senaat was hij Voorzitter van de Eerste Kamer. Hij overleed op 19 februari 2025 op 93-jarige leeftijd.

Bij de herdenking waren, naast een groot aantal familieleden van Korthals Altes, ook de oud-Voorzitters Herman Tjeenk Willink (1991-1997), Yvonne Timmerman-Buck (2003-2009), René van der Linden (2009-2011), Fred de Graaf (2011-2013) en Ankie Broekers-Knol (2013-2019) aanwezig.


Eerste liberale Kamervoorzitter in bijna 100 jaar

Voorzitter Jan Anthonie Bruijn stond uitgebreid stil bij de persoon Korthals Altes en zijn rol, eerst als senator en later als Kamervoorzitter. Bruijn: "Spectaculair was het toen hij in 1997 werd gekozen als Eerste Kamervoorzitter. Decennialang was het Voorzitterschap voorbehouden geweest aan de christendemocraten en de sociaaldemocraten. Korthals Altes was de eerste liberaal op deze plek in bijna honderd jaar en zou niet de laatste zijn."

Korthals Altes was een man van precisie, maar ook van formaliteiten en zo nu en dan streng. Streng richting de leden wanneer zij in het debat enkele woorden in een andere taal dan het Nederlands spraken, en streng richting de tribune als daar een mobiele telefoon afging. Bovendien was hij een Voorzitter die zich met regelmaat uitliet over de rol en de taak van de Eerste Kamer. Zo was hij tegen een terugzendrecht, wilde hij begrotingen alleen nog schriftelijk behandelen en pleitte hij voor meer beleidsdebatten.

Jan Anthonie Bruijn sprak verder over de belangrijkste nalatenschap aan de Eerste Kamer, het besluit in 2000 tot de inrichting van het EBEK, het Europees Bureau Eerste Kamer, dat de senaat nog altijd kent als Europapoort. Samen met toenmalig Griffier Chris Baljé was Korthals Altes ervan overtuigd dat het nodig was om grip te krijgen op de Europese besluitvorming. "Dankzij die overtuiging is de senaat al 25 jaar zeer betrokken bij de voorstellen die ons vanuit Brussel bereiken," aldus Bruijn.


Geen individu zonder gemeenschap

Ook premier Dick Schoof ging in op de liberale overtuiging van Korthals Altes. Hij was volgens Schoof de eerste om op de rol van de samenleving te wijzen als hij - werd aangesproken op de verharding van de maatschappij. Schoof: "Die zou, volgens sommigen, haar wortels hebben in de liberale geest van individuele vrijheden. 'Het individu bestaat niet zonder de gemeenschap', reageerde Korthals Altes steevast. En het besef dat gedragsregels er niet voor niets zijn, moest volgens hem dan ook collectief worden overgebracht. Via scholen, sportclubs en andere verenigingen."

Voor hij politicus werd, was Korthals Altes geruime tijd advocaat. Zijn eerste periode als senator duurde kort omdat hij in november 1982 minister van Justitie werd in het eerste kabinet-Lubbers. Zeven jaar vervulde hij die functie. Hij kreeg te maken met ontvoeringszaken, verdedigde de vrijlating van de Twee van Breda en 'voerde eindeloos strijd voor deugdelijk sluitwerk in nieuwe woningen', zoals hij het zelf eens omschreef.


Deel dit item: