Leden van een aantal Eerste Kamercommissies spraken onder leiding van SZW-commissievoorzitter Mei Li Vos (GroenLinks-PvdA) dinsdagavond 8 april met de Staatscommissie demografische ontwikkelingen 2050 over de snelle bevolkingsgroei die voor Nederland is voorzien. Deze snelle groei zorgt voor druk op publieke voorzieningen, infrastructuur en de beschikbare ruimte. De staatscommissie bracht in haar rapport hierover uit 2024 verschillende scenario’s voor Nederland in kaart.
Richard van Zwol, voorzitter van de staatscommissie, gaf een inleiding over de gevolgen van demografische ontwikkelingen: deze kunnen ongelijkheid vergroten en sociale cohesie doen afnemen. Van Zwol sprak onder meer over het migratiesaldo, het aantal migranten dat naar Nederland komt, en de gevolgen van vergrijzing. Een gematigde groei is nodig om de welvaart op peil te houden, zei hij. Daarnaast legde Van Zwol uit dat het gevoel dat Nederland vol is, niet aan een exact aantal inwoners te koppelen is. Mensen met een sociaal en economisch zwakke positie hebben het meeste nadeel van een te snelle bevolkingsgroei. Van Zwol adviseerde de senatoren bij toekomstige wetgeving goed te kijken of die is gebaseerd op gevalideerde ramingen en of er over bevolkingsgroei en bijvoorbeeld differentiatie per gemeente is nagedacht.
Senatoren stelden vervolgens vragen gekoppeld aan de in het rapport geschetste demografische scenario’s. Zij vroegen onder meer naar hoe bevolkingsgroei in ons omringende landen wordt beleefd, en of een positief geboortecijfer de vergrijzing kan helpen keren. Ook werd gevraagd of de emigratiepolitiek opnieuw vorm kan krijgen. Deze zorgde ervoor dat in de jaren vijftig Nederlandse boeren naar Canada en Nieuw Zeeland emigreerden. Een aantal senatoren sprak de zorg uit dat Nederland succesvolle ondernemers en kennismigranten kan verliezen door emigratie. Daarnaast waren er vragen over de beschikbare ruimte en het verschil tussen stad en platteland, en of het activeren van de werkloze beroepsbevolking kan helpen bij het behoud van de welvaart zonder dat migratie nodig is.
Helga de Valk, directeur van het Netherlands Interdisciplinary Demographic Institute (NIDI) en plaatsvervangend voorzitter van de staatscommissie, beantwoordde de vragen over de internationale dimensie. De scheidslijnen in Europa lopen langs sociaaleconomische status en opleidingsniveau: in alle landen is zichtbaar dat mensen met een lager inkomen een lagere levensverwachting hebben. Deze verschillen spelen de hele levensloop, dus aanbeveling is om verschillen op jonge leeftijd al te beperken.Daar heb je als hele samenleving plezier van, zei ze. Binnen Europa maken andere landen zich drukker over vergrijzing en krimp dan over migratie. In Duitsland en Spanje is de vergrijzing verder gevorderd dan in Nederland en zijn er zorgen over de leegloop van de regio’s. Over emigratie zei De Valk dat het wijs is om na te gaan welke groepen je voor Nederland wil behouden.
Floris Alkemade, voormalig Rijksbouwmeester en lid van de staatscommissie, ging in op de beschikbare ruimte en het verschil tussen ontwikkelingen in steden en het platteland. Het begrip Randstad noemde hij achterhaald omdat de hele omgeving langzaamaan verstedelijkt. De dynamiek verschilt, dankzij ASML woont er bijvoorbeeld een grote Indiase gemeenschap in Eindhoven. De brede welvaart is in het oosten, noorden en zuiden van Nederland lager dan het midden van het land. De groei heeft daar ook een ander ritme. Kijkend naar de woningmarkt is te zien dat circa 5 van de 8 miljoen woningen in Nederland eengezinswoningen zijn, terwijl er maar 2,7 miljoen gezinnen zijn. Het nadenken over andere vormen van wonen en een andere bouwcultuur zou de doorstroom bevorderen.
Staatscommissielid Marco Pastors, tevens Directeur Nationaal Programma Rotterdam Zuid, benadrukte dat van de politiek actie wordt verwacht. Komend uit Rotterdam, waar hij ook wethouder is geweest, zei hij dat in zijn stad de combinatie van sociaal zwakke groepen uit eigen land en slecht betaalde arbeidsmigranten voor verschillende knelpunten zorgde. Zo was er grote druk op zorg en scholen en trokken bevolkingsgroepen weg uit de stad. De opdracht van de staatscommissie is onderzoeken hoe de brede welvaart kan worden behouden. In steden zie je dat als de verzorgingsstaat niet overeind wordt gehouden, ook de middenklasse onder druk komt te staan.
Van Zwol zei samenvattend dat de staatscommissie vijfentwintig jaar in de toekomst heeft gekeken en niet veel verder in de tijd om ‘science fiction’ te voorkomen. Kijkend naar effecten van scenario’s zei hij dat krimp- en nulgroei geen oplossing biedt. Dat zou bovendien de economische groei remmen. Hoge en snelle bevolkingsgroei vergroot de druk op ruimte en voorzieningen en biedt ook geen structurele oplossing voor vergrijzing. Gematigde groei naar 19 à 20 miljoen inwoners richting 2050 biedt betere uitkomsten op voldoende welvaartsgroei in brede zin. Matiging en een bandbreedte voor migratie is nodig en geeft oriëntatie, er is een omvang van groei die we als land goed aankunnen.
U kunt de bijeenkomst hier terugkijken.
Het rapport ‘Gematigde groei’ van de Staatcommissie demografische ontwikkelingen 2050 kunt u hier teruglezen.
Deel dit item: