1.Vaststellen agenda
2.Commissieagenda onderdeel I&W
3.36626
Implementatie herziene Europese tolheffingsregels
Beslispunt
Welke procedure wenst de commissie te volgen:
-
-een datum bepalen voor het leveren van inbreng voor een verslag;
-
-te volstaan met een blanco verslag (geen vragen of opmerkingen, afdoen als hamerstuk of stemming);
-
-te volstaan met een verslag onder voorbehoud van plenaire behandeling (geen schriftelijke behandeling, wel een mondelinge behandeling plenair)?
Internetconsultatie en uitvoeringstoetsen
Conform de Kamernotitie 'Uitvoerbaarheid, handhaafbaarheid en doenvermogen burgers' treft u hieronder een overzicht met link naar de internetconsultatie en uitvoeringstoetsen:
Procedure
4.35386
Initiatiefvoorstel-Klaver en Ouwehand Wet veilige jaarwisseling
Beslispunt
Welke procedure wenst de commissie te volgen:
-
-een datum bepalen voor het leveren van inbreng voor een verslag;
-
-te volstaan met een blanco verslag (geen vragen of opmerkingen, afdoen als hamerstuk of stemming);
-
-te volstaan met een verslag onder voorbehoud van plenaire behandeling (geen schriftelijke behandeling, wel een mondelinge behandeling plenair)?
Internetconsultatie en uitvoeringstoetsen
Conform de Kamernotitie 'Uitvoerbaarheid, handhaafbaarheid en doenvermogen burgers' treft u hieronder een overzicht met link naar de internetconsultatie en uitvoeringstoetsen:
-
-geen uitvoeringtoetsen
Procedure
5.36649
Uitvoeringswet FuelEU Maritiem en ReFuelEU Luchtvaart
Beslispunt
Welke fracties wensen heden inbreng voor het verslag te leveren?
Toelichting
Het wetsvoorstel was opgenomen op de termijnbrief van 21 maart 2025, omdat het door de Tweede Kamer zonder beraadslaging en stemming is aanvaard. Het lid Van Langen-Visbeek (BBB) heeft tijdens de commissievergadering op 25 maart 2025 aangegeven dat haar fractie heden inbreng wenst te leveren voor een verslag.
Inbreng voor het verslag
6.30872, L
Verslag van een schriftelijk overleg met de staatssecretaris van I&W over het ontwerp-Circulair Materialenplan (CMP); Landelijk afvalbeheerplan
Beslispunt
Welke fracties wensen heden inbreng voor nader schriftelijk overleg te leveren?
Toelichting
Bij brief van 8 januari 2025 heeft de staatssecretaris van I&W de Kamer het ontwerp-Circulair Materialenplan (CMP) aangeboden. De brief was bij de 'Mededelingen en informatie' van de commissievergadering I&W/VRO van 14 januari 2025 gevoegd. De commissie besloot op verzoek van het lid Van Langen-Visbeek (BBB) om n.a.v. deze brief gelegenheid te bieden voor het leveren van inbreng voor schriftelijk overleg met de staatssecretaris. De uitgaande commissiebrief van 11 februari 2025, met vragen gebaseerd op de inbreng van de leden van de fractie van de BBB, is door de staatssecretaris op 20 maart 2025 beantwoord. In haar vergadering van 25 maart jl. besloot de commissie om heden gelegenheid te bieden voor het leveren van inbreng voor nader schriftelijk overleg.
Inbreng voor nader schriftelijk overleg
7.21501-33, V
Verslag van een schriftelijk overleg met de minister van I&W over het verslag van de Transportraad van 5 december 2024; Raad voor Vervoer, Telecommunicatie en Energie
Beslispunt
Welke fracties wensen heden inbreng voor nader schriftelijk overleg te leveren?
Toelichting
Op 16 december 2024 heeft de Kamer van de minister van I&W het verslag ontvangen van de Transportraad van 5 december 2024. Het verslag was bij de 'Mededelingen en informatie' van de commissievergadering I&W/VRO van 14 januari 2025 gevoegd. De commissie besloot op verzoek van het lid Van Langen-Visbeek (BBB) het stuk voor inbreng voor schriftelijk overleg te agenderen op 4 februari 2025. Op 11 februari 2025 is de brief met vragen, gebaseerd op inbreng van de leden van de fractie van de BBB, verzonden. De antwoordbrief van de minister van I&W van 14 maart 2025 is in de commissievergadering van 25 maart jl. aan de orde geweest. De commissie besloot heden gelegenheid te bieden voor het leveren van inbreng voor nader schriftelijk overleg.
Inbreng voor nader schriftelijk overleg
8.30175, AB
Verslag van een nader schriftelijk overleg met de minister en staatssecretaris van I&W over de veertiende Monitoringsrapportage van het Nationaal Samenwerkingsprogramma (NSL); Luchtkwaliteit
Beslispunten
-
-Wenst de commissie naar aanleiding van de brief van 7 april 2025 met de staatssecretaris van I&W in nader schriftelijk overleg te treden?
-
-Hoe wenst de commissie te oordelen over de status van toezegging T03861?
Toelichting
Bij brief van 21 december 2023 heeft de staatssecretaris van I&W de veertiende en tevens laatste rapportage aangeboden over de voortgang van het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) 2023. De commissie heeft hierover op 27 februari 2024 een brief aan de staatssecretaris gestuurd met vragen van de fracties van BBB, GroenLinks-PvdA en de PVV. Na een uitstelbericht op 27 maart 2024 heeft de staatssecretaris de vragen bij brief van 26 april 2024 beantwoord. Naar aanleiding hiervan besloot de commissie op 14 mei 2024 om nadere vragen te stellen. Ten aanzien van toezegging T03861, waarmee de beantwoording van de vragen samenhangt, besloot de commissie deze als openstaand te blijven beschouwen. Op 4 juni 2024 zijn bij uitgaande brief nadere vragen gesteld, gebaseerd op inbreng van de leden van de fracties van de BBB en GroenLinks-PvdA. Bij brief van 1 juni 2024 heeft de minister van I&W een bericht van uitstel verzonden. Bij uitgaande brief van 16 januari 2025 heeft de commissie de minister verzocht om binnen twee weken na dagtekening de uitgaande brief van 4 juni 2024 alsnog te beantwoorden. De antwoordbrief van de staatssecretaris van 7 april jl. is heden ter bespreking bijgevoegd.
De minister van Infrastructuur en Waterstaat zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Kemperman (BBB), toe dat de staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat de eerder gestelde vragen over cumulatie van straling en geo-engineering voor het meireces van de Kamer zal beantwoorden. Hierbij worden de recente wetenschappelijke rapporten over gezondheidseffecten en de recente wetgeving in Amerika meegenomen. (huidige status: openstaand)
Amtelijk voorstel: de toezegging kan met de door de staatssecretaris gegeven informatie mogelijk als (al dan niet deels) voldaan worden aangemerkt.
Bespreking verslag van een nader schriftelijk overleg
9.31936, BP
Verslag van een nader schriftelijk overleg met de minister van I&W over het ontwerpbesluit tot wijziging van het Luchthavenverkeerbesluit Schiphol (LVB) en de Notitie Reikwijdte en Detailniveau (NRD); Luchtvaartbeleid
Beslispunt
Wenst de commissie naar aanleiding van de brief van 11 april 2025 met de minister van I&W in nader schriftelijk overleg te treden of neemt zij deze voor kennisgeving aan?
Toelichting
Bij brief van 14 februari 2025 heeft de minister van I&W het ontwerpbesluit tot wijziging van het Luchthavenverkeerbesluit Schiphol in verband met de invoering van een maximum aantal vliegtuigbewegingen voor het etmaal en wijziging van het maximum aantal vliegtuigbewegingen voor de nacht bij de Kamer voorgehangen. De commissie heeft tijdens het kennismakingsgesprek met de minister gesproken over wijziging van het LVB. Toen kondigde de minister een voorhang in de zomer van 2025 aan. Een deel van de beoogde wijziging wordt nu losgekoppeld en versneld.
Bij brief van 18 maart 2025 heeft de commissie vragen over het ontwerpbesluit aan de minister voorgelegd. In de brief is de regering verzocht om geen onomkeerbare stappen te zetten totdat de behandeling van het ontwerpbesluit in de Kamer is afgerond. Naar aanleiding van de antwoordbrief van de minister van 20 maart 2025 besloot de commissie op 25 maart 2024 tot het voeren van een nader schriftelijk overleg. De commissie besloot tevens om de brief van de minister van I&W van 7 maart 2025 - waarbij eerder gestelde vragen naar aanleiding van de Notitie Reikwijdte en Detailniveau (NRD) door de minister zijn beantwoord - bij dit nader schriftelijk overleg te betrekken.
Op 9 april 2025 is de uitgaande brief verzonden met nadere vragen gebaseerd op inbreng van de leden van de fracties GroenLinks-PvdA, de SP, de ChristenUnie, de PvdD, Volt en het lid van de fractie van OPNL gezamenlijk en de leden van de fracties van de ChristenUnie en FVD. De antwoordbrief van de minister van 11 april jl. is heden ter bespreking bijgevoegd.
NB 1. Op 9 april 2025 heeft in de Tweede Kamer het commissiedebat Schiphol plaatsgevonden, waarin is gevraagd om een tweeminutendebat (voor het indienen van moties). Hierbij treft u aan een link naar het videoverslag van bedoeld debat.
NB 2. In de brief van 20 maart 2025 heeft de minister ten aanzien van het proces het volgende opgemerkt:
Toelichting proces
De voorhang- en zienswijzenprocedure eindigen op 31 maart. Vervolgens wordt op 03 april de voordracht voor de Raad van State in procedure gebracht richting het Kabinet van de Koning. De voordracht voor de spoedadvisering ontvangt de Raad van State op 16 april. Na ontvangst van het spoedadvies op 1 mei, wordt er een nader rapport opgesteld, dat de volgende dag wordt aangeboden aan het Kabinet van de Koning. Na ondertekening door de Koning en publicatie in het Staatsblad treedt de wijziging op 8 mei in werking en kunnen de maximumaantallen vliegtuigbewegingen dezelfde dag worden meegenomen bij het vaststellen van de capaciteitsdeclaratie voor Schiphol.
Bespreking verslag van een nader schriftelijk overleg
10.E250001
Werkprogramma 2025 van de Europese Commissie
Beslispunt
Wenst uw commissie (clusters van) voorstellen als prioritair voor te dragen voor 2025?
Aanleiding
Op 12 februari 2025 is het nieuwe Werkprogramma (WP2025) van de Europese Commissie gepubliceerd. Hierin staan de plannen voor nieuwe wetgevings- en beleidsinitiatieven van de Europese Commissie voor 2025. Op basis van het Werkprogramma van de Europese Commissie is de Eerste Kamer het selectieproces gestart om haar jaarlijkse Europees werkprogramma vast te stellen.
Het Europees Werkprogramma van de Eerste Kamer bevat de voor de Kamer prioritaire Europese voorstellen die de Europese Commissie voornemens is te publiceren in 2025. Deze voorstellen worden bij publicatie automatisch geagendeerd in de commissies. De prioriteiten van de Eerste Kamer worden ook gedeeld met de regering, de Europese Commissie, de Tweede Kamer en andere nationale parlementen.
Zie voor meer achtergrond: Europese werkwijze van de Eerste Kamer der Staten-Generaal
Meerderheidsbesluitvorming in Kamercommissies
Fracties hadden tot woensdag 2 april 2025 de gelegenheid om (clusters van) voorstellen uit het WP2025 voor te dragen voor selectie door de Kamercommissies. De door de fracties aangeleverde prioritaire dossiers, voorzien van motivering, zijn opgenomen in 2 annexen met de voor 2025 te verwachten Europese voorstellen op het terrein van uw commissie.
Annex I bevat die voorstellen uit het WP2025 die nieuw zijn. Annex II bevat evaluaties en geschiktheidscontroles die de continuïteit van de inspanningen voor vereenvoudiging en lastenverlichting moeten waarborgen.
Het is aan de commissie om ter vergadering bij meerderheidsbesluitvorming te besluiten of, en zo ja welke voorstellen, zij uit Annex I en II als prioritair wenst voor te dragen.
De prioriteiten van alle Kamercommissies samen worden via de vaste commissie voor Europese Zaken doorgeleid naar de plenaire vergadering, waar het als Europees werkprogramma van de Eerste Kamer wordt vastgesteld.
De Kabinetsappreciatie van het WP2025 is aan dit agendapunt toegevoegd. Op basis daarvan krijgt u inzicht in het gewicht dat de regering toekent aan de verschillende voorstellen. De prioriteitenlijst van de Tweede Kamer is op 8 april 2025 aangenomen en treft u ter informatie hierbij.
Wekelijkse tweede selectiemogelijkheid
Gedurende het jaar bestaat er wekelijks een tweede selectiemogelijkheid voor Leden door middel van de wekelijkse overzichten van gepubliceerde Europese voorstellen die aan het convocaat van de commissievergaderingen worden gehecht en tijdens het agendapunt voor 'mededelingen en informatie' aan de orde worden gesteld. Het blijft dus altijd mogelijk om voorstellen in commissieverband te behandelen ook al staan deze niet op de prioritaire lijst.
11.Commissieagenda onderdeel VRO
12.34682, AC
Verslag van een schriftelijk overleg met de minister van VRO over de kabinetsreactie op de Monitor van de Nationale Omgevingsvisie (NOVI) 2024; Nationale Omgevingsvisie
Beslispunt
Wenst de commissie naar aanleiding van de brief van 31 maart 2025 in nader schriftelijk overleg te treden met de minister van VRO?
Toelichting
Bij brief van 25 september 2024 heeft de minister van VRO de Kamer de tweede vervolgmeting aangeboden van de Monitor Nationale Omgevingsvisie (NOVI). Het betreft een meting van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) in samenwerking met het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KIM), het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), het Rijksinstituut voor Cultureel Erfgoed (RCE) en het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM). In de monitor reflecteert het PBL op de doelen uit de Nationale Omgevingsvisie (NOVI) uit 2020 en in hoeverre deze volgens het PBL in bereik zijn, aldus de minister. Zij was voornemens voor het einde van het jaar met een inhoudelijke reactie te komen en heeft vervolgens bij brief van 20 december 2024 de beide Kamers de kabinetsreactie gestuurd.
Bij brief van 11 februari 2025 heeft de commissie vragen over de kabinetsreactie aan de minister van VRO voorgelegd. De minister heeft de gestelde vragen bij brief van 31 maart 2025 beantwoord. Deze antwoordbrief is heden ter bespreking geagendeerd.
Bespreking verslag van een schriftelijk overleg
13.33118, GI
Brief van de minister van VRO met kabinetsreactie op Rli advies 'Met recht balanceren: juridisering in de leefomgeving'; Omgevingsrecht
Beslispunt
Welke fracties wensen heden inbreng te leveren voor schriftelijk overleg over het advies 'Met recht balanceren: juridisering in de leefomgeving' en de kabinetsreactie daarop?
Toelichting
De Raad voor de Leefomgeving en Infrastructuur (Rli) heeft 26 juni 2024 het advies 'Met recht balanceren: juridisering in de leefomgeving' aangeboden aan de toenmalige minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties, de minister voor Rechtsbescherming en de Voorzitters van de Eerste en Tweede Kamer.
De commissie nam op 10 september 2024 kennis van het advies van de Rli en besloot dit advies door te geleiden naar het College van fractievoorzitters in het kader van de discussie over de rolnemig. In de vergadering van het College van fractievoorzitters van 1 oktober 2024 stelde de Voorzitter voor om het advies desgewenst te betrekken bij toekomstige discussies over rolneming in het College. Het College heeft daarmee ingestemd. Tevens heeft de Voorzitter voorgesteld verdere correspondentie met het kabinet over het adviesrapport bij de commissie te laten.
De commissie besloot daarop op 15 oktober 2024 om de regering om een kabinetsreactie te verzoeken op het advies. Daarnaast besloot de commissie om de Rli uit te nodigen voor het geven van een toelichting op het advies. Deze bijeenkomst heeft op 28 januari 2025 plaatsgevonden. Het advies werd verder (nogmaals) onder de aandacht van andere relevante commissies (LNV, EZ/KGG, BIZA en J&V) gebracht. Deze commissies waren ook uitgenodigd voor de bijeenkomst van 28 januari.
Bij brief van 21 februari 2025 heeft de minister van VRO de Kamer de kabinetsreactie op bedoeld advies doen toekomen. Conform het commissiebesluit van 1 april 2025 is de termijn voor het leveren van inbreng voor schriftelijk overleg verlengd tot 15 april 2025. Heden kan inbreng voor schriftelijk overleg over het advies en de kabinetsreactie worden geleverd.
Inbreng voor schriftelijk overleg
14.28325, D en E
Brief van de minister van VRO ter aanbieding van het aangepaste wijzigingsbesluit en wijzigingsregeling milieuprestatie gebouwen (MPG); Verslag van een nader schriftelijk overleg met de minister van VRO over ontwerpbesluit tot wijziging van het Besluit bouwwerken leefomgeving over milieuprestatie gebouwen (MPG); Bouwregelgeving
Beslispunten
-
-Wenst de commissie naar aanleiding van de brieven van 2 en 7 april 2025 in nader schriftelijk overleg te treden?
-
-En zo nee, wenst de commissie de stuiting van het (aangepaste) ontwerpbesluit op te heffen?
Toelichting
De toenmalige minister van BZK heeft op 21 juni 2024 het ontwerpbesluit tot wijziging van het Besluit bouwwerken leefomgeving (hierna: Bbl) ten behoeve van het verder aanscherpen van de grenswaarde voor de milieuprestatie van woonfuncties en kantoorfuncties en het regelen van de grenswaarden voor de milieuprestatie voor andere gebruiksfuncties bij de Eerste Kamer voorgehangen. Het ontwerpbesluit is aanvankelijk behandeld in de commissie BIZA. In de vergadering van deze commissie van 10 september 2024 is besloten de voorhang te stuiten en inbreng voor schriftelijk overleg te leveren. De minister van VRO is verzocht geen onomkeerbare stappen te nemen alvorens met de commissie van gedachten is gewisseld over het ontwerpbesluit. Op 8 oktober 2024 is aan de minister een brief verstuurd met vragen van de leden van de fractie van de BBB, waarbij de leden van de fractie van het CDA zich hebben aangesloten. Na een uitstelbericht op 11 november 2024 heeft de minister de vragen bij brief van 18 december 2024 beantwoord.
Inmiddels is de commissie I&W/VRO de behandelende commissie binnen de Eerste Kamer. Deze commissie besloot in haar vergadering van 14 januari 2025 om de stuiting van de voorhangtermijn van het ontwerpbesluit vooralsnog te handhaven en inbreng voor nader schriftelijk overleg te leveren. Bij brief van 11 februari 2025 hebben de fracties van de BBB en GroenLinks-PvdA nadere vragen gesteld over de aangekondigde herziening van de milieuprestatie gebouwen. Deze zijn bij brief van 7 april 2025 beantwoord (28325, E). Daarnaast heeft de minister - vooruitlopend op de beantwoording van de nadere vragen over het voorgehangen ontwerpbesluit - bij brief van 2 april 2025 (28325, D) het aangepaste wijzigingsbesluit en de bijbehorende wijzigingsregeling met de Kamer gedeeld, zoals ze ook op verzoek van de Tweede Kamer heeft gedaan.
De commissie kan heden besluiten of zij naar aanleiding van de brieven in nader overleg met de minister van VRO wenst te treden, en zo niet, of zij de stuiting van het (aangepaste) ontwerpbesluit wenst op te heffen.
Bespreking verslag van een nader schriftelijk overleg
15.Toezegging T03005
Toezegging Bij de evaluatie van de natuurdoelensystematiek duidelijker definiëren wat de instandhoudingsdoelen, behouddoelen en uitbreidingsdoelen zijn (34.985)
Beslispunt
Hoe wenst de commissie te oordelen over de status van toezegging T03005?
Toelichting
Bij brief van 1 april 2025 informeert de staatssecretaris van LVVN de Eerste Kamer over de stand van zaken met betrekking tot door de Tweede Kamer aangenomen moties en gedane toezeggingen. Een van deze toezeggingen betreft echter toezegging T03005 aan het lid Rietkerk (CDA), die op het terrein van deze commissie ligt en betrekking heeft op natuurdoelen voor beschermde natuur.
Deze toezegging betreft het verduidelijken van de verschillende typen natuurdoelen (instandhouding, behoud en uitbreiding) bij de evaluatie van de natuurdoelensystematiek. De regering heeft aangekondigd de landelijke doelen voor Natura 2000-habitattypen en -soorten in 2025 te vernieuwen. De huidige doelen (uit 2006) sluiten volgens de regering niet meer aan bij de actuele staat van instandhouding en zijn onvoldoende concreet. De vernieuwde doelen zullen concreter worden geformuleerd, getoetst op haalbaarheid (richting 2050) en afgebakend tot het minimum dat nodig is om aan Europese verplichtingen te voldoen. In het voorjaar van 2025 start een publieke internetconsultatie; vaststelling volgt in het najaar van 2025. De staatssecretaris geeft aan dat hiermee direct invulling wordt gegeven aan de toezegging.
Bespreking
16.34453, AY
Verslag van een nader schriftelijk overleg met de minister van VRO over de stand van zaken Wet kwaliteitsborging voor het bouwen; Wet kwaliteitsborging voor het bouwen
Beslispunt
Wenst de commissie naar aanleiding van de brief van 7 april 2025 in nader schriftelijk overleg te treden?
Toelichting
De Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) is per 1 januari 2024 in werking getreden, tegelijk met de Omgevingswet. Vervolgens heeft de Eerste Kamer bij diverse gelegenheden de wenselijkheid van de Wkb aan de orde gesteld. Bij uitgaande brief van 30 oktober 2024 zijn vragen aan de minister gesteld, gebaseerd op inbreng van de leden van de fracties van de BBB, GroenLinks-PvdA en het CDA. De antwoordbrief van de minister van VRO werd op 10 december 2024 ontvangen.
In haar vergadering van 17 december 2024 besloot de commissie gelegenheid te bieden voor het leveren van inbreng voor nader schriftelijk overleg. Op 28 januari 2025 zijn bij uitgaande brief nadere vragen gesteld, gebaseerd op inbreng van de leden van de fracties van de BBB, mede namens GroenLinks-PvdA, het CDA en de PvdD. Bij brief van 7 april 2025 heeft de minister van VRO op de vragen gereageerd. Deze is heden ter bespreking bijgevoegd.
De minister geeft aan dat gesignaleerde zorgen serieus worden genomen en met betrokken partijen, zoals de VNG, besproken zullen worden. Wegens beperkte ervaring met het nieuwe stelsel zijn conclusies over de werking ervan prematuur. De minister benadrukt het belang van monitoring en evaluatie na drie jaar en zal de Kamer jaarlijks informeren over de resultaten van het voorgaande jaar.
Bespreking verslag van een nader schriftelijk overleg
17.Toezegging T03905
Toezegging Harde plancapaciteit per provincie opnemen in voortgangsrapportage Volkshuisvesting (36.410 VII)
Beslispunten
-
-Wenst de commissie naar aanleiding van de brief van 7 april 2025 met de minister van VRO in schriftelijk overleg te treden?
-
-Kan de commissie ermee instemmen toezegging T03905 als voldaan aan te merken?
Toelichting
Bij brief van 7 april 2025 biedt de minister van VRO de Staat van de Volkshuisvesting 2024 aan. Deze rapportage geeft een overzicht van de voortgang van het beleid op het gebied van wonen en volkshuisvesting. In de brief wordt vermeld dat de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties aan het lid Rietkerk (CDA) had toegezegd om een afschrift van de Staat van de Volkshuisvesting naar de Eerste Kamer te sturen, hetgeen niet was gebeurd. De minister doet dit hierbij alsnog.
De brief verwijst naar de resultaten van de monitor plancapaciteit, die twee keer per jaar wordt opgesteld door ABF Research in opdracht van het ministerie van VRO. Deze monitor wordt gebruikt om bij te houden of er voldoende plancapaciteit beschikbaar is. De inventarisatie laat zien dat er tot en met 2030 op nationaal niveau voldoende plannen zijn om 100.000 woningen per jaar te realiseren.
Bespreking
18.Mededelingen en informatie
Tweede Kamerbrief inzake klimaatadaptatie gebouwde omgeving
Ter informatie is bijgevoegd een brief van 7 april 2025 aan de Tweede Kamer waarbij de minister van VRO en de minister van I&W, mede namens de staatssecretaris van LVVN, de Tweede Kamer informeren over de inzet van de regering op klimaatadaptatie in de gebouwde omgeving. In de brief wordt verwezen naar een verslag van een schriftelijk overleg dat de Eerste Kamer heeft gevoerd over de beleidsmatige duiding van het landelijk veiligheidsbeleid primaire waterkeringen, inclusief een eerste globale kosteninschatting van de verwachte versterkingsopgave tot 2050 (31 710, D), waarbij ook werd ingegaan op de kosten en baten van het klimaatadaptief inrichten en bouwen.
Voorlopig politiek akkoord richtlijn bodemmonitoring
Op 10 april 2025 bereikte het Europees Parlement en de Raad een voorlopig politiek akkoord over de richtlijn bodemmonitoring. De Eerste Kamer heeft op 11 oktober 2023 een subsidiariteitsbezwaar ingediend op het voorstel (E230013).
Besluit gebiedsaanwijzing Wbmgp gemeente Vlaardingen
De minister van VRO heeft de Kamer bij brief van 1 april 2025 een afschrift van haar brief aan de Tweede Kamer gestuurd. Zij heeft een besluit genomen op de aanvraag van de gemeente Vlaardingen om de maatregelen op grond van de Wet bijzondere maatregelen grootstedelijke problematiek (Wbmgp) toe te passen op de aangewezen wooncomplexen in Westwijk.
Termijnbrief
Op de termijnbrief is een wetsvoorstel opgenomen dat relevant is voor de commissie I&W/VRO. Het betreft het wetsvoorstel: