E060148 - Mededeling aan de Europese Raad: Externe betrekkingen op energiegebied beginselen en acties
In COM(2006)590 doet de Europese Commissie vijf aanbevelingen aan de Raad over externe betrekkingen op energiegebied om de doelstelling van het Lissabonprogramma te behalen om in Europa een duurzaam, veilig en concurrerende energievoorziening te bewerkstelligen. Deze mededeling vormt de bijdrage van de Europese Commissie op de informele Europese Raad van 20 oktober 2006 te Lahti.
Behandelfase Eerste Kamer: behandeling in Eerste Kamer afgerond.
document Europese Commissie
COM(2006)590, d.d. 12 oktober 2006
commissies Eerste Kamer
beleidsterrein
De commissie voor Europese Samenwerkingsorganisaties heeft tijdens de vergadering d.d. 12 december 2006 besloten de onderhavige mededeling onder de aandacht te brengen van de commissies voor Economische Zaken en Milieu.
De commissies voor Economische Zaken en Milieu hebben besloten concrete beleidsvoorstellen met betrekking tot het energiebeleid af te wachten.
Van dit dossier is geen fiche beschikbaar
In COM(2006)590 doet de Europese Commissie vijf aanbevelingen aan de Raad over externe betrekkingen op energiegebied om de doelstelling van het Lissabonprogramma te behalen om in Europa een duurzaam, veilig en concurrerende energievoorziening te bewerkstelligen. Deze mededeling vormt de bijdrage van de Europese Commissie op de informele Europese Raad van 20 oktober 2006 te Lahti.
-
1.Er is coherent beleid noodzakelijk tussen de interne en externe aspecten van het Europees energiebeleid. Hiervoor moet een interne energiemarkt tot ontwikkeling komen zodat de positie van de Europese energiemarkt (binnen en buiten de Gemeenschap) versterkt wordt. Hiervoor zijn aanzienlijke investeringen noodzakelijk. Tevens moet het beleid zich richten op het efficiënt omgaan met energie zodat de vraag naar energie afneemt. De EU en haar lidstaten moeten de omschakeling naar een economie met een laag koolstofcomponent aanmoedigen om de ontwikkeling van duurzame energiebronnen te stimuleren. De EU zou op mondiaal niveau op de laatste twee punten een voortrekkersrol kunnen vervullen.
-
2.De EU moet in lopende en toekomstige bilaterale onderhandelingen en overeenkomsten zich ten volle inzetten op duurzaam energiebeleid. De Gemeenschap moet in internationale fora een grotere rol van betekenis gaan spelen waarbij standpunten onderling worden afgestemd zodat met één stem gesproken wordt.
-
3.De samenwerking tussen de EU en Rusland op energiegebied is van essentieel belang en kent voordelen voor beide partijen (verzekeren van energietoevoer naar de EU enerzijds en het versterken van de positie van Rusland op de Europese markt anderzijds) en moet in de toekomst vormgegeven worden aan de hand van de bovengenoemde doelstellingen en de beginselen van de markteconomie op basis van gelijkheid. De Europese Commissie stelt dat tussen de lidstaten onderling overeenstemming moet bestaan over de betrekkingen met Rusland.
-
4.Naast de betrekkingen met Rusland is samenwerking met derde landen op energiegebied een topprioriteit. De Europese Commissie stelt zich ten doel rond de EU een uitgebreid netwerk van landen tot stand te brengen die zich op energiegebied laten leiden door de beginselen van de interne markt. De Europese Commissie ziet in veel reeds bestaande partnerschappen en bilaterale akkoorden de instrumenten voor de totstandkoming van dit netwerk. In het bijzonder haalt zij het Verdrag inzake een Energiegemeenschap aan die sinds 1 juli 2006 van kracht is en het Europees Nabuurschapbeleid. De Commissie stelt dat daar waar nog geen samenwerking bestaat, de EU op korte termijn samenwerkingsverbanden aan moet gaan met strategisch belangrijke buurlanden en dat zij de bestaande samenwerkingsverbanden geleidelijk uit moet breiden met de beginselen van de interne markt.
-
5.Om te zorgen voor snelle informatie-uitwisseling in het geval van een energiecrisis, beoogt de Europese Commissie een netwerk op te zetten van energiecorrespondenten. Dit netwerk zou moeten bestaan uit nationale energiedeskundigen en het Secretariaat-Generaal van de Raad en de Commissie en zou op ad-hocbasis bijeenkomen.
In de databank EUR-Lex wordt de laatste stand van zaken in de Europese behandeling van het voorstel weergegeven.
In de databank OEIL van het Europees Parlement wordt de laatste stand van zaken in de behandeling van het voorstel weergegeven.
In de databank IPEX wordt de behandeling van het voorstel in de diverse (kandidaat) lidstaatparlementen weergegeven.