E070178a - Voorstel voor een richtlijn tot wijziging van de Richtlijnen 2002/21/EG inzake een gemeenschappelijk regelgevingskader voor elektronische communicatienetwerken en -diensten, 2002/19/EG inzake de toegang tot en interconnectie van elektronische communicatienetwerken en bijbehorende faciliteiten, 2002/20/EG betreffende de machtiging voor elektronische communicatienetwerken en -diensten
De Commissie doet in dit pakket voorstellen om de werking van de interne markt voor elektronische communicatie te verbeteren. Hiervoor doet zij een voorstel voor een richtlijn ter versterking van de interne markt voor elektronische communicatienetwerken en -diensten, een voorstel voor een richtlijn ter bescherming van consumenten en gebruikers en, ter ondersteuning van de uitvoering van het EU-reguleringskader, een voorstel voor een verordening voor de oprichting van een Europese Autoriteit.
Behandelfase Eerste Kamer: implementatietraject gestart.
Nationaal
Richtlijn 2009/140/EG diende voor 25 mei 2011 geïmplementeerd te zijn.
Europees
Richtlijn 2009/140/EG werd op 25 november 2009 aangenomen en gepubliceerd in Pb EU L337 d.d.18 december 2009.
document Europese Commissie
COM(2007)697, d.d. 13 november 2007
rechtsgrondslag
EG-Verdrag artikel 95
commissies Eerste Kamer
beleidsterrein
verwante dossiers
Richtlijn 2009/140/EG diende voor 25 mei 2011 geïmplementeerd te zijn. Op 3 november 2010 werd een wijziging van de Telecommunicatiewet ter implementatie van de herziene telecommunicatierichtlijnen ingediend. Het voorstel is op 22 juni 2011 met algemene stemmen aangenomen door de Tweede Kamer. De Eerste Kamer heeft het voorstel op 8 mei 2012 zonder stemming aangenomen (zie kamerstukken in de serie 32.549).
Tijdens een gezamenlijke bijeenkomst met de commissie Justitie op 12 mei 2009 werd gesproken over de behandeling van het Telecompakket in het Europees Parlement en dan met name de verwerping van een bepaling die landen de bevoegdheid geeft illegale downloaders van het Internet af te sluiten. De commissies spreken hun steun uit voor het standpunt van het Europees Parlement dat toegang tot het Internet alleen kan worden beperkt na een rechterlijke uitspraak.
De commissies voor Economische Zaken en voor Justitie hebben in hun gezamenlijke vergadering van 19 mei 2009 gesproken over het Telecompakket. Daarbij is in het bijzonder een amendement aan de orde gekomen dat het Europees Parlement op 6 mei 2009 heeft aangenomen (zie paragraaf behandeling Europees Parlement).
De beide commissies stellen zich op het standpunt dat de stellingname van het Europees Parlement, inhoudende dat afsluiting van het Internet in beginsel een uitspraak van de rechter vereist, steun verdient. In een brief aan de staatssecretaris van Ecomomische Zaken verzoeken zij de Nederlandse regering dit standpunt tijdens de Telecom-Raad van 12 juni 2009 te verdedigen. Indien de regering een afwijkend standpunt huldigt, dan verzoeken de commissies haar dit standpunt gemotiveerd aan hen kenbaar te maken.
De staatssecretaris van Economische Zaken reageerde per brief op 3 juni 2009.
Deze reactie werd tijdens de gezamenlijke vergadering van de commissies voor Economische Zaken en Justitie op 9 juni 2009 voor kennisgeving aangenomen.
-
-
brief minister met toelichting Onderdeel kamerstuk 22112, CS Ministerie van Economische Zaken - 22.112, EP/EMC 9094399
2 juni 2009 -
-
-
Op 5 maart 2008 heeft de staf van de commissie Europese Zaken van de Tweede Kamer een stafnotitie opgesteld ten behoeve van de behandeling van onderhavig voorstel.
Nederland steunt de voorstellen van de Commissie ten aanzien van een meer flexibel gebruik van frequenties. Uitzonderingen moeten mogelijk blijven op basis van doelstellingen van algemeen belang, zoals een eigen (frequentie-) beleid voor omroep. Nederland steunt ook de voorstellen om de bescherming van consumenten te verbeteren. Nederland staat positief ten aanzien van het voorstel van functionele scheiding indien de reguleringsmaatregelen onvoldoende effectief zijn gebleken. Nederland is het eens met de Europese Commissie dat het reguleringskader binnen de EU op consistente wijze moet worden toegepast. De wijze waarop de Commissie deze consistentie wil bereiken kan de Nederlandse regering echter niet overal steunen. De conclusie in het impact asssessment dat het bestaande reguleringskader moet worden gehandhaafd wordt gesteund. De analyse van de Commissie die leidt tot het voorstel om een Europese Autoriteit op te richten wordt niet gedeeld door Nederland. Nederland heeft op de volgende punten bezwaar en brengt dit in tijdens de onderhandelingen:
Verdere uitbreiding van de vetobevoegdheden van de Commissie
De rol van de (onafhankelijk opererende) ERG bij de bewaking van de consistentie van marktreguleringbesluiten van nationale toezichthouders moet versterkt worden zodat het reguleringskader binnen de EU op meer consistente en geharmoniseerde wijze wordt toegepast. Nederland is tegen (het uitbreiden van) de vetobevoegdheden van de Commissie. Nationale toezichthouders moeten ervoor zorgen dat de toetreding tot markten niet middels regulering wordt bemoeilijkt. Dat vereist samenwerking, afstemming, maar geen vergaande harmonisatie op basis van een formele centrale toetsing van besluiten van nationale toezichthouders op EU-niveau op basis van vetobevoegdheden van de Commissie.
Oprichting van een Europese toezichthouder
Nederland is alleen voor vergaande harmonisatiemaatregelen die uitvoering op EU-niveau vereisen als dat echt noodzakelijk is. Dat is alleen het geval als het gaat om daadwerkelijke pan-Europese diensten, d.w.z. diensten die alleen grensoverschrijdend kunnen worden aangeboden. Pan-Europese diensten zijn beperkt in aantal en omvang en zullen dat naar verwachting ook blijven. Dat betekent dat de uitvoerende taken die voortvloeien uit harmonisatie van deze diensten beperkt zijn en niet noodzaken tot de oprichting van een Europese Autoriteit. Die taken kan de Commissie blijven uitvoeren. Voor wat betreft advisering kan worden volstaan met een verbeterde ERG (meer menskracht, meer transparantie). De ERG heeft die verbeteringsslag al in gang gezet.
Nederland heeft op 27 november 2007 samen met een aantal andere landen (oa Spanje, Duitsland, Polen, Luxemburg) een brief gestuurd aan Commissaris Reding, waarin grote zorg wordt uitgesproken over het voorstel om een Europese Autoriteit op te richten en de bevoegdheden van de Commissie verder uit te breiden.
Versterking van de onafhankelijkheid van nationale toezichthouders
De conceptrichtlijnen maken wat betreft taken en bevoegdheden onderscheid tussen lidstaten en nationale regelgevende instanties (NRI). In Nederland treden zowel OPTA en EZ (inclusief het Agentschap Telecom (AT)) op als NRI.
In de voorstellen wordt aan een NRI vergaande onafhankelijkseisen gesteld (zoals dat deze geen instructies mag krijgen van derden). Alleen OPTA voldoet zonder meer aan deze onafhankelijkheideisen. Het ministerie van Economische Zaken (inclusief AT) hoogstwaarschijnlijk niet. Dat zou als consequentie hebben dat een aantal beleidsmatige en regelgevende taken (bijv. het vaststellen van het frequentieplan, vergunningverlening) niet meer door het ministerie (inclusief AT) kunnen worden uitgevoerd. In plaats daarvan zou een zelfstandig bestuursorgaan (ZBO) daarmee moeten worden belast. Nederland staat op het standpunt dat ZBO's geen regelgevende taken mogen hebben, omdat regelgeving onder politieke controle tot stand moet komen. Bij onderwerpen van algemeen belang (omroep, defensie, veiligheid) moet de politiek aanwijzingen kunnen blijven geven.
Versterking bescherming van consumenten
Nederland steunt de voorstellen van de Commissie waarbij toegang tot telecommunicatie ook voor mensen met een handicap wordt bevorderd, informatie over prijs en voorwaarden bij elektronische communicatie beter wordt en de bescherming van privacy en persoonlijke data worden versterkt.
Lijst relevante markten
Nederland vindt dat de lijst van relevante markten een meer indicatief karakter moet hebben om zo meer speelruimte te geven aan nationale toezichthouders.
Op 4 januari 2008 stuurde de staatssecretaris van Economische Zaken een brief met aanvullende informatie over de herziening van het EU-regelgevingskader voor de electronische communicatiesector.
De staatssecretaris van Financiën stuurde op 21 april 2008 een brief met daarin de reactie van Eurocommissaris Reding op de brief d.d. 4 januari 2008.
De Commissie doet in dit pakket voorstellen om de werking van de interne markt voor elektronische communicatie te verbeteren. Hiervoor doet zij een voorstel voor een richtlijn ter versterking van de interne markt voor elektronische communicatienetwerken en -diensten, een voorstel voor een richtlijn ter bescherming van consumenten en gebruikers en, ter ondersteuning van de uitvoering van het EU-reguleringskader, een voorstel voor een verordening voor de oprichting van een Europese Autoriteit. Tenslotte heeft de Commissie de aanbeveling over welke markten in principe voor ex ante regulering in aanmerking komen, aangepast.
De Commissie komt met deze voorstellen naar aanleiding van de evaluatie van het huidige EU-reguleringskader voor de telecommunicatiesector. Belangrijkste redenen voor de Commissie om te komen tot een herziening zijn de voortdurende dominantie van een beperkt aantal operators op een aantal relevante markten, een gebrek aan marktwerking op de markt voor elektronische communicatie en de diversiteit in de regulering binnen de lidstaten van de EU.
De Commissie heeft met deze voorstellen drie doelstellingen voor ogen:
-
1.Betere regulering van elektronische communicatiemarkten:
Vereenvoudiging van bestaande regelgeving door bijvoorbeeld in de Aanbeveling voor relevante markten het aantal relevante markten waar ex-ante verplichtingen kunnen worden opgelegd, terug te brengen van 18 tot 7. Daarnaast door procedures voor marktanalyses verder te vereenvoudigen en het frequentiegebruik te flexibiliseren. Verder wenst zij de huidige regulering te verbeteren door het nationale toezichthouders de bevoegdheid te geven om een verplichte functionele scheiding tussen netwerken en diensten op te leggen.
-
2.Voltooiing van de interne markt voor elektronische communicatie (marktregulering):
De Commissie stelt voor om haar vetobevoegdheden ten aanzien van besluiten van nationale toezichthouders op het gebied van marktregulering uit te breiden naar de verplichtingen die nationale toezichthouders aan markpartijen met aanmerkelijke marktmacht kunnen opleggen. Verder kan de Commissie na het uitspreken van een veto ten aanzien van een besluit van een nationale toezichthouder voorschrijven dat een nationale toezichthouder bepaalde verplichtingen, zoals prijsregulering op basis van kostenoriëntatie, op moet leggen. Daarnaast stelt de Commissie voor dat zij bij transnationale markten, die de Commissie ook op basis van het bestaande EU-reguleringskader kan aanwijzen, zelf marktreguleringbesluiten kan nemen in plaats van samenwerkende nationale toezichthouders.
Naast deze maatregelen stelt de Commissie voor om een Europese Autoriteit voor elektronische communicatie (EECMA) op te richten, die de huidige European Regulators Group (ERG), een samenwerkingsverband van nationale toezichthouders, vervangt. Het huidige Europees Agentschap voor netwerk- en informatiebeveiliging (ENISA) zou in de op te richten autoriteit moeten worden opgenomen. De EECMA zal worden belast met adviserende en uitvoerende taken op het gebied van marktregulering, frequentie- en nummerbeheer en consumentenbescherming ter ondersteuning van een goede uitvoering van het EU-reguleringskader.
-
3.Meer contact met de burger:
De Commissie stelt voor om een meldingsplicht voor veiligheidsinbreuken (privacy en continuïteit) in te voeren om het inzicht in de veiligheid van elektronische communicatienetwerken en -diensten voor consumenten te verbeteren en bedrijven aan te zetten tot grotere inspanningen om de veiligheid van hun netwerken en diensten te verbeteren. Daarnaast stelt de Commissie voor dat lidstaten maatregelen moeten nemen om de toegang tot elektronische communicatie voor gehandicapten en ouderen te verbeteren, zonder deze maatregelen nader te specificeren. Verder doet de Commissie voorstellen voor de verbetering van de transparantie van tarieven en contractsvoorwaarden bij het aanbieden van elektronische communicatiediensten. Om het overstappen naar andere aanbieders van telefoniediensten gemakkelijker te maken stelt de Commissie voor dat nummerportabiliteit binnen één werkdag gerealiseerd moet worden.
Impact-assessment Commissie:
Voor marktregulering heeft de Commissie drie verschillende opties onderzocht: invoering van een model van open toegang door een scheiding van netwerken en diensten, het stopzetten of beperken van sectorspecifieke marktregulering en handhaving van het bestaande reguleringskader. De Commissie kiest voor de laatste optie. Om meer consistente en effectieve regulering te realiseren heeft de Commissie verschillende institutionele oplossingen vergeleken: een centrale Europese autoriteit met formele beslisbevoegdheden op het gebied van marktregulering en spectrumbeheer, een Europese autoriteit zonder die bevoegdheden met een ondersteunende functie bij de implementatie van EU-regelgeving en verbeterde coördinatie tussen lidstaten. De Commissie kiest voor de laatste mogelijkheid. Volgens de Commissie leiden de voorstellen tot vermindering van regelgevende verplichtingen voor ondernemingen. Tegelijkertijd zullen consumenten profiteren, onder meer door versterking van hun (rechts)positie. De IA-Board heeft de impact assessment getoetst. De Board doet enkele aanbevelingen voor een verbetering van de analyse, maar is het eens met de bevindingen van de Commissie.
Richtlijn 2009/140/EG werd op 25 november 2009 aangenomen en gepubliceerd in Pb EU L337 d.d.18 december 2009.
In de databank EUR-Lex wordt de laatste stand van zaken in de Europese behandeling van het voorstel weergegeven.
Op 6 mei 2009 nam het Europees Parlement een wetgevingsresolutie aan met betrekking tot onderhavig richtlijnvoorstel. Het Europees Parlement heeft het eerder bereikte compromis over de kaderrichtlijn echter geamendeerd. Het EP heeft een amendement uit eerste lezing weer aangenomen, dat stelde: "zonder voorafgaande beslissing van de rechter (mag) geen enkele beperking aan de rechten en fundamentele vrijheden van de eindgebruikers worden opgelegd (...) tenzij er een gevaar bestaat voor de openbare veiligheid, in welk geval de beslissing van de rechter nadien mag volgen.". De raad had dit amendement in eerste lezing verworpen. Dit betekent dat het hele Telecompakket (dus ook de richtlijn inzake gebruikersrechten en de oprichting van een nieuw Europees orgaan van regelgevende instanties voor telecommunicatie) terug verwezen wordt naar de bemiddelingsfase die naar verwachting plaatsvindt na de parlementsverkiezingen in juni 2009.
Op 24 november 2009 nam het Europees Parlement in derde lezing een wetgevingsresolutie aan over onderhavig voorstel.
In de databank OEIL van het Europees Parlement wordt de laatste stand van zaken in de behandeling van het voorstel weergegeven.
In de databank IPEX wordt de behandeling van het voorstel in de diverse (kandidaat) lidstaatparlementen weergegeven.