E080072
Laatste revisie: 29-04-2010

E080072 - Voorstel voor een richtlijn tot wijziging van Richtlijn 2006/112/EG wat verlaagde btw-tarieven betreft




Stand van zaken

Behandelfase Eerste Kamer: gepubliceerd in Europees publicatieblad.


Kerngegevens

document Europese Commissie

COM(2008)428PDF-document, d.d. 7 juli 2008

commissies Eerste Kamer

beleidsterrein

verwant dossier


Behandeling Tijdelijke Gemengde Commissie Subsidiariteitstoets

Onderhavig voorstel maakt deel uit van de lijstPDF-document met voorstellen die door de Tijdelijke Gemengde Commissie Subsidiariteitstoets in 2008 aan een toetsing worden onderworpen. Op 24 juli 2008 heeft de TGCS advies gevraagd inzake subsidiariteit en proportionaliteit aan de vakcommissies van de Eerste en Tweede Kamer. De commissie voor Financiën van de Eerste Kamer heeft haar reactie op 9 september 2008 naar de TGCS gestuurd, de brief van de commissie Financiën van de Tweede Kamer dateert van 10 september 2008. Op 25 september 2008 heeft de TGCS een adviesPDF-document van het voorstel ter stemming voorgelegd aan beide Kamers. De Eerste Kamer heeft op 30 september 2008 dit advies in de plenaire vergadering vastgesteld, de Tweede Kamer deed dit op 2 oktober 2008. Nadat zowel Eerste als Tweede Kamer dit advies in de plenaire vergadering hebben vastgesteld, is op 2 oktober 2008 een brief naar de Europese Commissie gestuurd met de mededeling dat de Staten-Generaal positief hebben geoordeeld over de vragen of voor dit richtlijnvoorstel voldoende rechtsgrondslag in het EG-Verdrag bestaat en of met het voorstel is voldaan aan de vereisten van subsidiariteit en proportionaliteit.

Oproep

Het parlement, i.c. de Tijdelijke Gemengde Commissie Subsidiariteitstoets (TGCS), nodigt iedereen uit commentaar te leveren op nieuwe Europese voorstellen. Kan het beter in Nederland geregeld worden? Willen we wel een Europese aanpak, maar gaat het voorstel te ver voor Nederland? Wat zijn de consequenties? Indien u binnen zes weken na publicatie van het voorstel door de Europese Commissie uw oordeel kenbaar maakt, dan kan uw reactie worden betrokken bij het advies van de TGCS aan beide Kamers. Gebruik daarvoor de reactieknop in het linker menu (een bestandje kunt u mailen naar europapoort@eerstekamer.nl).

Ook in een later stadium kan een meer inhoudelijke reactie ter kennisname van de vakcommissies worden gebracht en worden meegenomen in de dialoog tussen regering en parlement over het verloop van de onderhandelingen in Brussel. Uw reactie kan - tenzij men aangeeft daar bezwaar tegen te hebben - als 'commentaar derden' in de relevante dossiers worden geplaatst.


Behandeling Eerste Kamer

Op 9 september 2008 stemde de commissie voor financiën in met een conceptadvies aan de Tijdelijke Gemengde Commissie Subsidiariteitstoets (TGCS). Dit advies werd diezelfde dag verstuurd aan de TGCS.

  • brief Staten-Generaal - 31542, E/5
    2 oktober 2008
  • Eerste Kamer - 2, pagina 46
    30 september 2008
  • korte aantekening Commissie Financiën - 38956/HM
    9 september 2008
  • advies 142913.02u Commissie Financiën - 31542, C
    9 september 2008

Behandeling Tweede Kamer

Op 26 juni 2008 heeft de staf van de commissie Europese Zaken van de Tweede Kamer een stafnotitie opgesteld over onderhavig voorstel.

Naar aanleiding van de publicatie van het onderhavige voorstel heeft de staf van de commissie Europese Zaken een aanvullende stafnotitie geschreven op 11 juli 2008.

Enkele fracties hebben binnen de commissie voor Financiën nog een aantal vragen voorgelegd aan de minister. Deze zijn op 29 augustus 2008 beantwoordt en gedrukt als een verslag schriftelijk overleg.

De commissie voor Financiën heeft op 10 september 2008 haar reactie aan de TGCS vastgesteld.


Standpunt Nederlandse regering

De subsidiariteit wordt inhet BNC-fiche als positief beoordeeld omdat het een wijziging betreft van een richtlijn die al op gemeenschapsniveau is vastgesteld. Omdat de BTW-tarieven in vergaande mate zijn geharmoniseerd, is het de Gemeenschap die voor dit onderdeel regels stelt ten aanzien van de (minimum) BTW-tarieven. Zodoende is om de richtlijn te wijzigen een besluit van de Gemeenschap nodig.

De proportionaliteit wordt als positief beoordeeld. Met deze wijziging wordt het mogelijk voor lidstaten om een aantal tijdelijke tariefverlagingen definitief te maken of in te voeren. Zodoende komt er een einde aan de onzekerheid in de betreffende sectoren over de uiteindelijke maatregelen. Deze maatregelen staan in verhouding met het beoogde doel.

Door dit Europese voorstel wordt een einde gemaakt aan de tijdelijkheid van de verlaagde tarieven en op deze manier wordt zekerheid gecreëerd voor de betreffende branches. Nederland steunt ook de redenering van de Commissie om een voorstel te lanceren waarmee de meest urgente problemen ten aanzien van verlaging van BTW-tarieven worden aangepakt (de tijdelijke tariefverlaging loopt af eind 2010). Andere voorstellen worden op dit moment nog onderzocht door de Commissie en zullen op een later tijdstip te besproken worden (zoals een verlaagd tarief toestaan voor energiebesparende materialen of diensten). Dit voorstel is proportioneel omdat het geen directe verplichting met zich meebrengt voor de lidstaten, en wel meer samenhang teweegbrengt.

  • bnc-fiche Ministerie van Buitenlandse Zaken - 22.112, 685
    3 september 2008

Samenvatting voorstel Europese Commissie

De hoogte van BTW-tarieven wordt geregeld via de BTW-Richtlijn (Richtlijn 2006/112/EGPDF-document van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde). De basisregels van het stelsel zijn eenvoudig:

  • Voor het leveren van goederen en diensten die onderworpen zijn aan BTW geldt in principe een standaardtarief van minstens 15%.
  • Lidstaten mogen een of twee verlaagde tarieven van tenminste 5% toepassen voor goederen en diensten die voorkomen op een beperkte lijst (bijlage III van de richtlijn).
  • Lidstaten mogen daarnaast, onder bepaalde voorwaarden, een verlaagd tarief voor bepaalde arbeidsintensieve diensten toepassen (bijlage IV van de richtlijn).
  • Afwijkende tarieven mogen ook door alle, enkele, of specifieke lidstaten gehanteerd worden bij de in bijlage X van de richtlijn genoemde specifieke lijsten met goederen en diensten.

In de praktijk bestaat op deze regels echter een groot aantal uitzonderingen. Deze zijn door individuele lidstaten bedongen bij de onderhandelingen over de oorspronkelijke BTW-Richtlijn uit 1992 en/of bij hun toetreding tot de Europese Unie. Voor een meerderheid van de lidstaten bestaan er daardoor een of meerdere uitzonderingen op de algemene regels. Met andere woorden, er is op dit moment nauwelijks sprake van een uniform systeem van BTW-tarieven in de Unie.

Context van dit voorstel: lopend onderzoek en komende initiatieven

Naar aanleiding van een onderzoek van het Deense consultantbureau Copenhagen Economics naar verlaagde BTW-tarieven publiceerde de Europese Commissie op 5 juli 2007 een Mededeling (zie E070119) waarin zij een breed politiek debat aankondigde over de effectiviteit en efficiency van het stelsel van verlaagde BTW-tarieven. Dit debat over mogelijke herziening van het stelsel is op dit moment nog gaande. Zo verricht de Europese Commissie op dit moment op verzoek van de Voorjaarsraad van maart 2008 onderzoek naar de mogelijkheden en effecten van het toepassen van een verlaagd BTW-tarief op energiebesparende materialen en diensten. De resultaten hiervan, inclusief aanbevelingen en eventuele voorstellen, zal de Europese Commissie komend najaar publiceren. Daarna zal de Commissie van start gaan met een meer omvattende evaluatie van het gehele stelsel van verlaagde BTW-tarieven. Het huidige voorstel omvat daarom een klein aantal wijzigingen. Deze zijn volgens de Europese Commissie noodzakelijk geworden als gevolg van interpretatieproblemen met de huidige BTW-Richtlijn en door de wens van lidstaten om verlaagde BTW-tarieven te kunnen toepassen voor goederen en diensten waarbij geen sprake is van grensoverschrijdende effecten. Het gaat dan met name om arbeidsintensieve, lokale diensten. De huidige lijst met verlaagde tarieven loopt af op 31 december 2010.

Inhoud van het Commissie-voorstel

Volgens het voorstel zou Bijlage III van de BTW-Richtlijn de volgende wijzigingen ondergaan:

  • Farmaceutische producten. Deze categorie wordt iets uitgebreid waardoor zowel producten voor vrouwelijke hygiëne als kinderluiers hieronder vallen.
  • Materiaal voor gehandicapten. Deze categorie omvat uitsluitend medische uitrusting, hulpmiddelen en andere apparaten die gewoonlijk bestemd zijn voor verlichting of behandeling van handicaps. De Commissie stelt voor ook materieel of apparaten die speciaal ontworpen of aangepast zijn voor personen met een handicap onder het lage tarief te laten vallen - bijvoorbeeld een brailletoetsenbord of een speciaal aangepaste auto.
  • Boeken en ander drukwerk. Op dit moment vallen alleen gedrukte boeken onder het lage tarief, maar de Commissie wil daar boeken op cd, CD-ROM of andere soortgelijke fysieke drager aan toevoegen. Het moet dan echter gaan om hoofdzakelijk dezelfde informatie die ook in een gedrukt boek staat. Dus zaken als spelletjes, zoekfuncties en links naar ander materiaal komen niet onder het lage tarief te vallen. Ook educatieve Cd-roms lijken hiermee niet onder het lage tarief te gaan vallen.
  • Reiniging van de openbare weg en afvalverwerking (etc). Op dit moment vallen sommige diensten die onder afvalverwerking vallen wel onder het lage tarief en andere niet. De Commissie wil daarom de tekst op dit punt wijzigen. Zo zullen ook recycling van afval en rioleringsdiensten een lager BTW-tarief kunnen krijgen.
  • De woningbouwsector. Op dit moment geldt een gereduceerd tarief alleen voor levering, bouw, renovatie en verbouwingen in de sociale woningbouw, maar de Commissie wil dit uitbreiden naar alle soorten woningen, kerken en andere godsdienstige gebouwen, culturele erfgoederen en historische monumenten. Ook wil zij werkzaamheden als herstelling, onderhoud en schoonmaken van woningen naar deze categorie verplaatsen. Deze vallen nu reeds onder een lager tarief via de huidige Bijlage IV over arbeidsintensieve diensten.
  • Restaurant- en cateringdiensten. Het schenken van alcoholische dranken blijft echter wel onder het hoge tarief vallen.
  • Lokaal verleende diensten. Hieronder komen in elk geval alle arbeidsintensieve diensten te vallen waarvoor het experiment op 31 december 2010 afloopt (zoals fietsenmakers, schoenmakers, kappers en thuiszorg). De Commissie wil deze lijst uitbreiden naar andere lokaal verleende diensten zoals tuinonderhoud en hoveniersdiensten, evenals fietsherstel en kleine reparaties, schoonmaak en onderhoud van verplaatsbare goederen (bijvoorbeeld het strijken en wassen van kleding).
  • Persoonlijke verzorging. Hieronder vallen niet langer alleen kappers maar ook schoonheidsspecialisten en dergelijke.

Doel van deze uitbreidingen is enerzijds dat lidstaten meer flexibiliteit krijgen waar dit niet kan leiden tot verstoring van de interne markt, en anderzijds een gelijk speelveld voor alle lidstaten te realiseren. Ook vervalt de huidige beperking dat iedere lidstaat maximaal twee sectoren mag aanwijzen uit Bijlage IV (arbeidsintensieve diensten) waarvoor hij een lager tarief hanteert.


Behandeling Raad

Onderhavig voorstel werd besproken tijdens de Raad op 3 en 4 november 2008. Na een gedachtewisseling concludeerde het Voorzitterschap dat op dit moment 18 landen het verlaagd tarief op arbeidsintensieve diensten toepassen. Daarnaast moet er snel rechtszekerheid komen over de vraag of het experiment gecontinueerd kan worden. Zodoende wil het Voorzitterschap nog één keer proberen om overeenstemming te bereiken tijdens de Ecofin Raad van december.

Richtlijn 2009/47/EG werd op 5 mei 2009 aangenomen en gepubliceerd in Pb EU L116 van 9 mei 2009.

In de databank EUR-Lex wordt de laatste stand van zaken in de Europese behandeling van het voorstel weergegeven.


Behandeling Europees Parlement

Op 19 februari 2009 heeft het Europees Parlement een wetgevingsresolutie aangenomen ten aanzien van onderhavig voorstel. Hierin keurt zij het voorstel zoals geamendeerd door het Parlement goed. De Europese Commissie heeft dit amendement echter afgewezen.

In de databank OEIL van het Europees Parlement wordt de laatste stand van zaken in de behandeling van het voorstel weergegeven.


Standpunten andere lidstaten (IPEX)

In de databank IPEX wordt de behandeling van het voorstel in de diverse (kandidaat) lidstaatparlementen weergegeven.


Alle bronnen