E090121
Laatste revisie: 02-08-2010

E090121 - Verordening tot vaststelling van criteria voor het als veilig aanmerken van derde staten met het oog op de verantwoordelijkheid voor de behandeling van een asielverzoek dat door een onderdaan van een derde land in een lidstaat wordt ingediend, en tot vaststelling van een lijst van veilige derde staten in Europa (initiatief Oostenrijk)



In deze Oostenrijkse ontwerpverordening wordt voorgesteld derde landen als "veilig" aan te merken wanneer deze landen zijn overgegaan tot bekrachtiging van het Vluchtelingenverdrag van Genève en het Protocol, alsmede het EVRM en ten minste de bijbehorende protocollen 6 en 11, of het IVBPR 1966 en het (eerste) Facultatief Protocol behorend bij dit verdrag en zij "doeltreffende bescherming" bieden in die zin dat dat er voor asielzoekers doeltreffende procedures bestaan voor toekenning van de status van vluchteling overeenkomstig het Vluchtelingenverdrag van Genève, dat zij er in afwachting van de beslissing kunnen verblijven en er beschermd worden tegen onmenselijke behandeling ten gevolge van verwijdering, ook over het grondgebied van andere landen, naar hun land van oorsprong. Wanneer asielzoekers het grondgebied van een lidstaat zijn binnengekomen na doorreis door of vertrek uit een "veilige derde staat", vallen zij voor de behandeling van hun asielverzoek onder de verantwoordelijkheid van deze derde staat.


Stand van zaken

Behandelfase Eerste Kamer: behandeling in Eerste Kamer afgerond.

Europees

Op 23 september 2003 heeft het Europees Parlement het voorstel verworpenPDF-document.


Kerngegevens

commissie Eerste Kamer

beleidsterreinen

verwant dossier


Samenvatting voorstel Europese Commissie

Op 24 januari 2003 werd dit Oostenrijkse initiatief gepubliceerd. Er wordt een ontwerpverordening voorgesteld waarin criteria worden geformuleerd voor het als veilig aanmerken van derde staten en een lijst opgesteld van veilige derde staten in Europa.

Vanuit de wens vluchtelingen snelle en effectieve bescherming te bieden en tegelijk regelingen te treffen om misbruik van het asielstelsel te voorkomen,wordt voorgesteld derde landen als "veilig" aan te merken wanneer deze landen zijn overgegaan tot bekrachtiging van het Vluchtelingenverdrag van Genève en het Protocol, alsmede het EVRM en ten minste de bijbehorende protocollen 6 en 11, of het IVBPR 1966 en het (eerste) Facultatief Protocol behorend bij dit verdrag en zij "doeltreffende bescherming" bieden in die zin dat dat er voor asielzoekers doeltreffende procedures bestaan voor toekenning van de status van vluchteling overeenkomstig het Vluchtelingenverdrag van Genève, dat zij er in afwachting van de beslissing kunnen verblijven en er beschermd worden tegen onmenselijke behandeling ten gevolge van verwijdering, ook over het grondgebied van andere landen, naar hun land van oorsprong. Wanneer asielzoekers het grondgebied van een lidstaat zijn binnengekomen na doorreis door of vertrek uit een "veilige derde staat", vallen zij voor de behandeling van hun asielverzoek onder de verantwoordelijkheid van deze derde staat.

De in de bijlage genoemde staten (Bulgarije, Cyprus, Estland, Hongarije, IJsland, Letland, Litouwen, Malta, Noorwegen, Polen, Roemenië, Slovenië, Slowakije, Tsjechië, Zwitserland) komen de relevante internationale verplichtingen na en hebben de betrokken bepalingen in nationaal recht omgezet. De screening van het acquis in het kader van de toetredingsonderhandelingen heeft reeds aangetoond dat de kandidaat-lidstaten zich aan het acquis van de Europese Unie op asielgebied hebben aangepast en daar uitvoering aan geven.

De lijst van veilige derde staten zal op gezette tijden opnieuw worden bezien. De Commissie ziet aan de hand van de informatie die zij verkrijgt van de lidstaten, het UNHCR, de Raad van Europa en andere relevante internationale organisaties toe op de naleving van de in het volkenrecht verankerde normen betreffende de bescherming van vluchtelingen en de volkenrechtelijke grondregels betreffende de mensenrechten. Staten die toetreden tot de EU gelden niet langer als "derde" staat, maar vallen onder de Dublin-regeling.

Het Verenigd Koninkrijk en Ierland, hebben meegedeeld dat zij wensen deel te nemen aan de aanneming en toepassing van deze verordening. Denemarken neemt niet deel aan de aanneming van deze verordening;

Zodra de Raad de richtlijn over minimumnormen voor asielprocedures heeft aangenomen kan deze verordening worden ingetrokken.


Behandeling Raad

In de databank Prelex wordt de laatste stand van zaken in de Europese behandeling van JAI(2002)30 weergegeven.


Behandeling Europees Parlement

Op 23 september 2003 heeft het Europees Parlement het voorstel verworpenPDF-document.

  • PDF-document standpunt EP Europees Parlement - P5_TA(2003)0394
    23 september 2003
  • PDF-document definitief verslag EP-commissie Europees Parlement - A5-0210/2003
    13 juni 2003

Alle bronnen