E090138 - Richtlijn betreffende voorwaarden inzake toelating en verblijf van onderdanen van derde landen voor studie, beroepsopleiding of onbetaald werk
Op 7 oktober 2002 werd dit initiatief gepubliceerd. Het stond geagendeerd voor een openbaar debat in de JBZ-Raad van 14/15 oktober 2002. Het voorstel vloeit voort uit de voornemens van de ER Tampere en vult eerdere initiatieven aan die zich richten op vrij verkeer voor derdelanders m.h.o.o. arbeid of gezinshereniging.
Behandelfase Eerste Kamer: implementatietraject gestart.
Nationaal
Een AMvB ter wijziging van het Vreemdelingenbesluit is op 10 oktober 2006 gepubliceerd in het Staatsblad.
Europees
Op 13 december 2004 is richtlijn 2004/114/EG aangenomen. Richtlijn 2004/114/EG is gepubliceerd in Pb EU L 375 op 23 december 2004.
document Europese Commissie
COM(2002)548, d.d. 7 oktober 2002
commissie Eerste Kamer
beleidsterreinen
Richtlijn 2004/114/EG diende voor 12 januari 2007 geïmplementeerd te zijn. Een AMvB ter wijziging van het Vreemdelingenbesluit is op 10 oktober 2006 gepubliceerd in het Staatsblad.
Bron: kwartaaloverzicht omzetting EG-richtlijnen, stand per 31 december 2006.
Op 27 april 2004 heeft de Eerste Kamer ingestemd met de ontwerprichtlijn.
Op 20 april 2004 heeft de Eerste Kamer ingestemd met de ontwerprichtlijn.
Op 26 maart 2004 werd instemming onthouden wegens de motie Jurgens en het aanbieden van een Engelstalig document.
Op 8 oktober 2002 achtte de EK verbindendheid nog niet aan de orde. Dit onderwerp werd samen met een verbindend onderwerp (E090116) geagendeerd onder nummer 12 van de JBZ-Raad van 14/15 oktober 2002.
Op 28 april 2004 werd ingestemd.
Raadsdocument 8013/04 is niet openbaar.
Op 7 oktober 2002 werd dit initiatief gepubliceerd. Het stond geagendeerd voor een openbaar debat in de JBZ-Raad van 14/15 oktober 2002. Het voorstel vloeit voort uit de voornemens van de ER Tampere en vult eerdere initiatieven aan die zich richten op vrij verkeer voor derdelanders m.h.o.o. arbeid of gezinshereniging.
Het belangrijkste criterium voor toelating van 'derdelanders' is dat zij over voldoende middelen moeten beschikken om in hun behoeften te voorzien en zijn toegelaten tot een onderwijsinstelling, uitwisselingsprogramma, beroepsopleidingsovereenkomst hebben of programma voor vrijwilligerswerk. De lidstaten kunnen zelf een minimumbedrag per maand vaststellen voor studenten of stagiairs. Overigens mogen zij maximaal 10 à 20 uur per week werken onder de condities die de lidstaat nader vaststelt. Scholieren of vrijwilligers moeten verzorgd worden in gastgezinnen of door de organisatie die de uitzending regelt.
De regeling geldt voor derdelanders die m.h.o.o. studie worden toegelaten tot de Unie. De regeling geldt niet voor asielzoekers of ontheemden (wordt in specifieke richtlijnen geregeld), niet voor familieleden van EU-onderdanen die hun recht op vrij verkeer hebben uitgeoefend (want dan hebben zij al dezelfde rechten als communautaire onderdanen)en evenmin voor derdelanders met vestigingsvergunning die opgroeien in een lidstaat van de Unie (omdat hun rechten worden geregeld in richtlijnvoorstel over de status van langduring ingezeten derderlanders).
Verblijfstitels kunnen ter plaatse worden gevraagd (behalve door houders van een toeristenvisum). Lidstaten moeten binnen 90 dagen beslissen over toelating of verlenging.
I.h.k. de subsidiariteits- en proportionaliteitstoets geeft de EC dat bepaalde bestanddelen nu geharmoniseerd worden d.m.v. een richtlijn, doch dat de lidstaten op veel punten nog steeds vrijheid wordt gelaten.
JBZ-Raad 29 april 2004 (agendapunt 2b)
De ontwerprichtlijn stond geagendeerd als hamerstuk, maar ontbrak uiteindelijk op de lijst met A-punten.
JBZ-Raad 30 maart 2004 (agendapunt B7)
Volgens het verslag van deze Raad werd een politiek akkoord op deze richtlijn.
Er ontstond een discussie over de gevolgen voor de openbare orde en de binnenlandse veiligheid. Bijvoorbeeld inzake de mogelijke rol van studenten bij terroristische activiteiten.
Daartoe wordt de preambulaire paragraaf gewijzigd met het opnemen van een tekst waarin weigering op grond van beoordeling van de feiten in twijfelgevallen mogelijk wordt geacht.
Momenteel is er volgens de geannoteerde agenda discussie over de reikwijdte van de ontwerprichtlijn. Een aantal Lidstaten is de mening toegedaan dat de ontwerprichtlijn alleen van toepassing moet zijn op studenten en dat de lidstaten zelf mogen bepalen of zij het van toepassing laten zijn op onbezoldigde stagiaires, vrijwilligers en uitwisselingsscholieren. Andere lidstaten vinden dat de ontwerprichtlijn voor de gehele doelgroep onverkort moet gelden. Nederland kent vooralsnog geen specifieke regeling voor buitenlandse vrijwilligers en uitwisselingsscholieren en schaart zich daarom achter de eerste groep lidstaten.
Voorts heeft een aantal lidstaten het standpunt ingenomen dat er in de richtlijn zowel naar een visum als naar een verblijfsvergunning moet worden verwezen. Er zijn namelijk Lidstaten die aan studenten een langdurig visum afgeven in plaats van een verblijfsvergunning. Een merendeel van de lidstaten vindt echter dat in de richtlijn alleen naar een verblijfsvergunning kan worden verwezen. Immers, het door elkaar gebruiken van voornoemde terminologieën levert verwarring op en kan straks tot problemen leiden bij de implementatie. Nederland sluit zich bij deze laatste mening aan.
De ontwerprichtlijn m.b.t. verblijfsrecht derdelanders met het oog op studie of andere doeleinden is 7 oktober 2002 ingediend door de Europese Commissie en is geagendeerd voor een openbaar debat tijdens de JBZ-Raad van 14/15 oktober 2002.
In de databank EUR-Lex wordt de laatste stand van zaken in de Europese behandeling van het voorstel weergegeven.
In de databank OEIL van het Europees Parlement wordt de laatste stand van zaken in de behandeling van het voorstel weergegeven.
In de databank IPEX wordt de behandeling van het voorstel in de diverse (kandidaat) lidstaatparlementen weergegeven.