E090253 - Akte tot vaststelling, op grond van artikel 43, lid 1, van de Overeenkomst tot oprichting van een Europese Politiedienst (Europol-Overeenkomst), van een protocol tot wijziging van die overeenkomst (initiatief van Denemarken)
Het Deense voorzitterschap heeft een ontwerptekst ingediend voor een protocol ter wijziging van de Europolovereenkomst (PbEG C172/16 d.d. 18 juli 2002). Voorgesteld wordt o.m. toevoeging in artikel 6 dat ook andere gegevens als achtergrondinformatie verwerkt kunnen worden binnen bepaalde randvoorwaarden. Art. 9 opsomming functionarissen met rechtstreekse toegang informatiesysteem plus "hit/no hit"-bepaling t.a.v. bevoegde autoriteiten die dan nadere informatie kunnen opvragen via de nationale Europol-eenheid; art 10 lid 9 mogelijkheid voor derde landen instanties (met samenwerkingsovereenkomst Europol) om waarnemers te sturen om aan analyses mee te werken. Art. 16 regelingen vaststellen om de wettigheid van opvragingen effectief te kunnen controleren. Art. 18, lid 4 assumptie stilzwijgende toestemming verstrekking gegevens aan derde landen waarmee overeenkomst is getekend. Art. 28 bepalingen over de Raad van Bestuur. Art. 42 noemt samenwerking met Eurojust. Ook het EP krijgt in bepaalde artikelen een betere informatiepostitie.
Behandelfase Eerste Kamer: gepubliceerd in Europees publicatieblad.
commissie Eerste Kamer
beleidsterreinen
verwant dossier
Op 6 januari 2004 werd de Akte van de Raad tot vaststelling, op grond van artikel 43, lid 1, van de Overeenkomst tot oprichting van een Europese Politiedienst (Europol-overeenkomst), van een protocol tot wijziging van die overeenkomst gepubliceerd in Pb EU C2.
Op 1 april 2005 is het Protocol, opgesteld op basis van artikel 43, lid 1, van de Europol-Overeenkomst, tot wijziging van die Overeenkomst ter stilzwijgende goedkeuring overgelegd aan de Eerste en Tweede Kamer (zie Kamerstukken in de serie 30.066).
In de vergadering van 11 november 2003 werd de voorzitter van de JBZ-commissie verzocht de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties op de hoogte te stellen van de bezwaren tegen de verslechtering in de ontwerptekst m.b.t. artikel 34 t.a.v. de positie van de nationale parlementen. Hierop is op 18 november 2003 een brief gezonden.
Het ontwerpprotocol is als hamerstuk goedgekeurd tijdens de JBZ-Raad van 27/28 november 2003.
Het Deense voorzitterschap heeft een ontwerptekst ingediend voor een protocol ter wijziging van de Europolovereenkomst (PbEG C172/16 d.d. 18 juli 2002). Er komt ook een bepaling in voor m.b.t. het verbeteren van de informatiepositie van het Europees Parlement.
De voorzitter van de "délégation pour l'Union Européenne" van de Franse Senaat heeft de voorzitter van de commissie Europese Samenwerkingsorganisaties in een brief van 29 oktober 2003 gewezen op verslechteringen in de ontwerptekst m.b.t. artikel 34. Deze brief is onder de aandacht gebracht van de bijzondere commmissie voor de JBZ-Raad en op 11 november 2003 besproken. Hierna heeft de voorzitter van de JBZ-commissie een brief gezonden aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
M.b.t. dit onderwerp zijn de raadsdocumenten 14667/03 (advies juridische dienst) en 13649/03 add1 (verklaring bij de raadsnotulen) relevant.
JBZ-Raad 27/28 november 2003 (2a)
Het ontwerpprotocol is als hamerstuk goedgekeurd tijdens deze JBZ-Raad.
In de annotatie meldt de minister dat een ontwerp-Protocol tot wijziging van de Europol-Overeenkomst als A-punt geagendeerd staat, waarover reeds eerder (december 2002) een politiek akkoord is bereikt. Naar aanleiding van het advies van het gemeenschappelijk controle-orgaan is in het ontwerp nog een aantal wijzigingen aangebracht. De voorgestelde wijzigingen zijn deels technisch of redactioneel van aard, deels hebben zij een inhoudelijk karakter. De belangrijkste zijn hier kort toegelicht.
Op basis van de huidige tekst van de Europol-Overeenkomst vormt de nationale eenheid het enige contact tussen Europol en de nationale autoriteiten. Thans wordt voorgesteld onder bepaalde voorwaarden een mogelijkheid voor rechtstreekse contacten tussen Europol en de nationale autoriteiten te openen (wijziging artikel 4). Ook met betrekking tot de raadpleging van het Europol-informatiesysteem wordt de mogelijkheid geopend dat de Lidstaten andere autoriteiten kunnen aanwijzen die dit informatiesysteem kunnen raadplegen. Deze raadpleging heeft evenwel een beperkt resultaat, namelijk het antwoord op de vraag of de gevraagde gegevens al dan niet aanwezig zijn. De gegevens zelf moeten via de gebruikelijke weg, in casu via de nationale eenheid worden opgevraagd (wijziging artikel 9). De mogelijkheid wordt geopend dat vertegenwoordigers van derde landen, waarmee een samenwerkingsovereenkomst is gesloten, deelnemen aan een analyseproject (wijziging van artikel 10). Deze vertegenwoordigers hebben, net zomin als de vertegenwoordigers van de lidstaten, geen toegang tot de geautomatiseerde werkbestanden. De procedure voor de goedkeuring van een bestandsreglement wordt vereenvoudigd, omdat in de praktijk is gebleken dat de huidige procedure van goedkeuring vooraf te omslachtig is en te veel tijd vergt. In feite wordt de bestaande spoedprocedure de normale (wijziging van artikel 12). Een opdracht aan de Raad van Bestuur van Europol is neergelegd om regels vast te stellen voor de toegang voor de burgers tot documenten van Europol (toevoeging van artikel 32bis). Overeenkomstig de destijds door de Commissie gedane voorstellen over de democratische controle van Europol is de bepaling over de informatie aan het Europees Parlement uitgebreid (wijziging artikel 34). Het belang van de samenwerking met Eurojust wordt in de Europol-Overeenkomst verankerd (wijziging van artikel 42).
De regering is voorstander van de totstandkoming van het ontwerp-protocol, dat conform de grondwettelijke procedure door de Staten-Generaal goedgekeurd moet worden.
Bij de aanvullende geannoteerde agenda is een Nederlandstalige versie aangeboden van raadsdocument 14667/03, bevattende het advies van de juridische dienst van de Raad t.a.v. de parlementaire controle op Europol. De juridische dienst zet daarin uiteen waarom betrokkenheid van nationale parlementen bij die controle, in de vorm van een gemengd comité met het EP, niet passend is in het Europese bestel.
In raadsdocument 13649/03 add1 is het verzoek weergegeven een verklaring van de vertegenwoordigers van de lidstaten op te nemen bij het vaststellen van het protocol in de raadsnotulen: "The adoption and the signature of the protocol amending the Europol convention is without prejudice to future arrangements regarding the scrutiny of Europol's activities by the European Parliament and the Member States' national parliaments."
Het Europees Parlement heeft het initiatief van Denemarken op 9 april 2003 verworpen.