E090260 - Mededeling over de rol van Eurojust en van het Europees justitieel netwerk bij de bestrijding van de georganiseerde criminaliteit en het terrorisme in de EU
Vooruitlopend op een wetgevend initiatief, dat waarschijnlijk rond de zomer van 2008 zal verschijnen, heeft de Europese Commissie een mededeling gepresenteerd, waarin zij haar visie geeft op mogelijke verbeteringen in de structuur en de rol van Eurojust.
Behandelfase Eerste Kamer: gepubliceerd in Europees publicatieblad.
document Europese Commissie
COM(2007)644, d.d. 23 oktober 2007
commissie Eerste Kamer
beleidsterreinen
verwante dossiers
Op 18 december 2007 heeft de commissie voor de JBZ-Raad in haar vergadering gesproken over de mededeling over Eurojust. Naar aanleiding van deze bespreking heeft de commissie middels een brief een aantal vragen voorgelegd aan de minister van Justitie. Deze heeft op 24 januari 2008 een antwoord (met in de bijlagen raadsdocumenten 5037/08 en 5039/08) gestuurd. De brief is op 26 februari 2008 voor kennisgeving aangenomen.
Op 4 december 2007 heeft de commissie voor de JBZ-Raad de wens geuit op een nader te bepalen moment over onderhavige mededeling te willen spreken.
-
-
brief minister met toelichting onderdeel van kamerstuk 23490, CQ Ministerie van Justitie - 5525683/08/DEIA
24 januari 2008 -
-
-
-
-
Op 9 november 2007 heeft de staf van de commissie Europese Zaken van de Tweede Kamer een notitie opgesteld met betrekking tot de behandeling van onderhavige mededeling.
De Nederlandse regering beschouwt de mededeling van de Europese Commissie als vertrekpunt voor de discussie over toekomst van Eurojust, en neemt daarbij een positieve grondhouding aan. Een en ander blijkt uit fiche vier. De regering is met name positief over de versterking van de (interne) structuur van Eurojust en de harmonisatie van de bevoegdheden van de nationale vertegenwoordigers. Ook een rationalisatie van de activiteiten van Eurojust en de activiteiten van andere rechtshandhavingsorganisaties, zoals het Europees Justitieel Netwerk, kan in beginsel op steun rekenen.
De regering stelt met belangstelling uit te zien naar de concrete voorstellen. Wel zal zij er op aandringen dat deze vergezeld gaan van een uitgebreid impact assessment, waarbij tevens aandacht zal worden besteed aan nut en noodzaak van de aanpassing van het Eurojustbesluit.
De Europese Commissie heeft op 23 oktober 2007 een mededeling gepresenteerd, waarin zij haar visie geeft op de toekomst van Eurojust. Eurojust functioneert sinds 2002 als netwerk van de rechtshandhavingsautoriteiten, en is hiermee de juridische tegenhanger van Europol.
De Commissie constateert in de mededeling dat Eurojust de afgelopen jaren veel goed werk heeft geleverd, maar dat tevens op een aantal punten verbetering mogelijk is. In de mededeling wordt een voorzet gegeven voor mogelijke veranderingen in het Eurojustbesluit (zie dossier 4.2.5a). Een wetgevend initiatief is opgenomen in het Wetgevings- en Werkprogramma 2008 en zal naar verwachting rond de zomer van 2008 worden gepresenteerd.
Versterking Eurojust
De Commissie wil de interne structuur en de bevoegdheden van Eurojust versterken. Gedacht wordt onder meer aan:
-
-harmonisatie en verruiming van de bevoegdheden van de nationale vertegenwoordigers in het College van Eurojust;
-
-harmonisatie van de (minimum)zittingsduur van de nationale vertegenwoordigers bij Eurojust;
-
-uitbreiding van de bevoegdheden van de nationale vertegenwoordigers en het College;
-
-wijziging van de interne structuur van Eurojust, onder meer door aanpassing van de stemverhoudingen.
Samenwerking
Naast een versterking van Eurojust zelf, wil de Commissie ook dat er beter wordt samengewerkt met andere Europese instellingen die zich bezighouden met rechtshandhaving. Zo is er veel (onnodige) overlap met het Europees Justitieel Netwerk. Hier zou een efficiencyslag kunnen worden gemaakt. Daarnaast beoogt de Commissie door aanpassing van het Eurojustbesluit de samenwerking met Europol, antifraudebureau OLAF en buitengrenzenbureau FRONTEX, alsmede de samenwerking met vergelijkbare organisaties in derde landen, te verbeteren.
JBZ-Raad van 5 en 6 juni 2008 (agendapunt 2o)
Uiteindelijk stond dit onderwerp niet op de lijst met A-punten.
Tijdens deze Raad staat de samenwerking tussen Eurojust en Olaf op de agenda. Artikel 26, derde lid van het Raadsbesluit inzake Eurojust bepaalt dat deze organisatie nauw zal samenwerken met OLAF, het Europese anti-fraudebureau van de Europese Commissie. De artikelen 26, vierde lid, en 27 van het Eurojustbesluit betreffen de uitwisseling van informatie. De onderhavige praktische overeenkomst voor een samenwerkingsregeling tussen Eurojust en OLAF vervangt een Memorandum of Understanding tussen beide organisaties van 14 april 2003. De overeenkomst bevat zowel modaliteiten voor nauwere en versterkte samenwerking als bepalingen over de uitwisseling van algemene informatie en persoonsgegevens. De verwachting is dat deze overeenkomst een belangrijke bedrage zal leveren aan de bestrijding van fraude, corruptie en andere strafbare feiten of illegale activiteiten die inbreuk maken op de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen. Ook ten aanzien van de onderhavige praktische overeenkomst heeft het Gemeenschappelijk Controle Orgaan bij beslissing van 26 april 2007 en opnieuw op 24 april 2008 een positief advies uitgebracht.
JBZ-Raad 6 en 7 december 2007 (agendapunt B6)
De voorliggende conclusies van de Raad over de rol van Eurojust en het Europees Justitieel Netwerk bij de bestrijding van de georganiseerde criminaliteit en terrorisme binnen de Unie werden door de Raad aanvaard. De komende Sloveense voorzitter gaf aan dat het functioneren van Eurojust op de agenda staat van het Sloveense voorzitterschap.
Op 23 oktober jl. heeft de Europese Commissie een mededeling uitgebracht over de rol van Eurojust en van het Europees justitieel netwerk bij de bestrijding van de georganiseerde criminaliteit en het terrorisme in de Europese Unie. De mededeling bevat op de volgende terreinen voorstellen, die overigens niet alle tot aanpassing van het Eurojustbesluit zouden nopen:
-
-harmonisatie en, in voorkomend geval, verruiming van de bevoegdheden die de nationale leden van het college van Eurojust op basis van de wetgeving in hun eigen lidstaat hebben;
-
-uitbreiding van de bevoegdheden van het college als zodanig;
-
-wijziging van de structuur van Eurojust en;
-
-versterking van de samenwerking tussen Eurojust en andere actoren op het terrein van de justitiële samenwerking in strafzaken (EJN, Europol, OLAF, Frontex en derde landen).
De Commissie zal naar verwachting rond de zomer van 2008 met een wetgevend voorstel komen. Nederland kan de thans voorliggende ontwerp-conclusies, die overigens eerst nog op ambtelijk niveau zullen worden besproken, grosso modo onderschrijven. Nederland wil daarin nog wel graag aanvullend tot uitdrukking gebracht zien dat de Commissie bij de verdere uitwerking van haar voorstellen en met name bij het impact assessment de noodzaak van amendering van het Eurojustbesluit terdege inhoudelijk dient te onderbouwen, wat in de onderhavige mededeling nog niet is gebeurd. Dit geldt met name voor de belangrijkste stelling in de mededeling dat er sprake is van aanleiding tot de uitbreiding van de bevoegdheden van de leden van het Eurojustcollege en het college zelf. Daarbij moet worden uitgegaan van de praktijkervaringen van Eurojust in de afgelopen vijf jaar en de gewenste bijdrage van Eurojust aan een effectieve Europese samenwerking op het terrein van opsporing en vervolging.
In de databank EUR-Lex wordt de laatste stand van zaken in de Europese behandeling van het voorstel weergegeven.
In de databank IPEX wordt de behandeling van het voorstel in de diverse (kandidaat) lidstaatparlementen weergegeven.