E090299 - Mededeling inzake bestrijding van mensenhandel - een geïntegreerde benadering en voorstellen voor een actieplan
Mensenhandel is een grensoverschrijdend fenomeen. Bovendien maken mensenhandelaars vaak deel uit van internationale criminele netwerken, die tevens verantwoordelijk zijn voor de illegale migratie naar de Europese Unie. Om enige effectiviteit te kunnen bereiken is de Europese Commissie van mening dat dit onderwerp daarom minimaal op Europees niveau moet worden aangepakt. COM(2005)514 bevat een mededeling van de Europese Commissie inzake de bestrijding van mensenhandel waarin een geïntegreerde benadering en een actieplan worden voorgesteld. Het actieplan vloeit voort uit het Haags Programma en is tevens een invulling van het Kaderbesluit mensenhandel uit 2002 (zie dossier E090265).
Behandelfase Eerste Kamer: behandeling in Eerste Kamer afgerond.
document Europese Commissie
COM(2005)514, d.d. 18 oktober 2005
commissie Eerste Kamer
beleidsterreinen
verwant dossier
Op 3 maart 2006 hebben de minister van Buitenlandse Zaken en de minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties per brief gereageerd op de nog openstaande vragen van de bijzondere commissie voor de JBZ-Raad van 15 december 2005.
Naar aanleiding van de bespreking van de (aanvullende) geannoteerde agenda voor de JBZ-Raad van 1 en 2 december op 29 november 2005 heeft de bijzondere commissie voor JBZ-Raad de minister van Justitie een brief gestuurd met vragen en opmerkingen over een viertal onderwerpen op de agenda, waaronder de mededeling inzake bestrijding mensenhandel. Met name wordt ingegaan op het feit dat de Europese Commissie een toekomstig Europees Bureau voor de Grondrechten opneemt in het bijbehorende actieplan terwijl er nog grote bezwaren bestaan, onder andere bij de Eerste Kamer, ten aanzien van de oprichting van dit Bureau (zie dossier E090294). De minister heeft op 30 januari 2006 geantwoord dat de minister van Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties in een afzonderlijke brief nader op dit onderwerp ingaan.
-
brief minister met toelichting Onderdeel kamerstuk 22112, P Ministerie van Binnenlandse Zaken;Ministerie van Buitenlandse Zaken - 22.112, DIE-311/06
3 maart 2006 -
-
brief minister met toelichting Onderdeel van kamerstuk 23490, BB Ministerie van Justitie - 5398677/06/SIZ
30 januari 2006 -
De Nederlandse regering stelt zich in fiche zes overwegend positief op ten opzichte van deze mededeling van de Europese Commissie. Mensenhandel is een belangrijk probleem met veel grensoverschrijdende aspecten. In een Europese aanpak ziet het kabinet dan ook geen problemen. De aanbevelingen die in de mededeling gedaan worden laten bovendien voldoende ruimte voor nationale besluiten.
Eén van de prioriteiten voor Nederland is het doorgronden van de omvang van het probleem. De regering verwelkomt dan ook de aangekondigde inspanningen voor het verzorgen van betrouwbare gegevens. Zij zal de Commissie nog wel vragen naar de financiële gevolgen van de maatregelen die in het kader van de mededeling worden voorbereid.
Enige kritiek is er op het voorbijgaan aan het feit, dat veel slachtoffers van mensenhandel wel degelijk legaal de EU binnenkomen en daar verblijven. De mededeling lijkt zich met name te richten op illegale vreemdelingen, hetgeen volgens de regering niet terecht is. Daarnaast vreest de regering dat de 'legal frameworks' die worden aangekondigd een te rigide beleid tot gevolg zullen hebben.
Mensenhandel is een grensoverschrijdend fenomeen. Bovendien maken mensenhandelaars vaak deel uit van internationale criminele netwerken, die tevens verantwoordelijk zijn voor de illegale migratie naar de Europese Unie. Om enige effectiviteit te kunnen bereiken is de Europese Commissie van mening dat dit onderwerp daarom minimaal op Europees niveau moet worden aangepakt. COM(2005)514 bevat een mededeling van de Europese Commissie inzake de bestrijding van mensenhandel waarin een geïntegreerde benadering en een actieplan worden voorgesteld. Het actieplan vloeit voort uit het Haags Programma en is tevens een invulling van het Kaderbesluit mensenhandel uit 2002 (zie dossier E090265).
De Commissie stelt dat de bestrijding van mensenhandel zich in eerste instantie moet richten op de mensen om wie het gaat: de slachtoffers. Een op de grondrechten gebaseerde aanpak is daarom essentieel. Hierbij wordt tevens verwezen naar artikel 5(3) van het Handvest van de Grondrechten, waarin mensenhandel binnen de EU wordt verboden. De Europese instellingen gezamenlijk, en de lidstaten afzonderlijk, zouden de bestrijding van mensenhandel en de bescherming van de slachtoffers moeten versterken. Dit dient zowel in eigen land tot uiting komen als in de relatie met derde landen.
Volgens de Commissie zou de Raad jaarlijks een debat moeten houden over de stand van zaken in de strijd tegen mensenhandel, onder meer gebaseerd op een diepgaande dialoog met het maatschappelijk middenveld. Waar mogelijk moet in de strijd tegen mensenhandel worden samengewerkt met NGO's, omdat zij onder andere een cruciale rol spelen bij de begeleiding van slachtoffers. De lidstaten zouden verder de begeleiding van slachtoffers moeten verbeteren, ongeacht of het gaat om legaal of illegaal op haar grondgebied verblijvende personen.
Mensenhandel is een zwaar misdrijf, dat tot nu toe hoge opbrengsten genereerde bij een laag risico. De Commissie wil dit omdraaien: het risico en dus de pakkans moet worden vergroot, en de opbrengsten moeten worden geminimaliseerd. De strijd tegen mensenhandel moet daarom in alle lidstaten tot prioriteit van de rechtshandhavingsdiensten worden bestempeld. Daarnaast zullen waar mogelijk Europol en Eurojust worden betrokken bij concrete operaties. Aan de buitengrenzen van de Unie zal de controle worden geïntensiveerd en zal gerichter worden gezocht naar mogelijke mensensmokkel. FRONTEX, het Europese agentschap voor de buitengrenzen, zal de lidstaten daarbij helpen. Een zo snel mogelijke invoering van biometrische kenmerken in visa en verblijfsvergunningen en de voltooiing van het Visa Informatiesysteem, zal de opsporing van slachtoffers kunnen ondersteunen.
Tot haar teleurstelling concludeert de Commissie dat niet alle lidstaten partij zijn bij de VN Protocollen tegen mensenhandel en tegen migrantensmokkel. Zij stelt voor dat het eerstgenoemde protocol namens alle lidstaten door de Commissie wordt ondertekend, zoals eerder is voorgesteld op 22 augustus 2003. De Commissie pleit in dit kader tevens voor de versnelling van de implementatie van Richtlijn 2004/81/EG. Deze richtlijn heeft betrekking op de vrije verplaatsing en verblijf van EU-burgers in de lidstaten.
Speciale aandacht is nodig voor de bevordering van non-discriminatie van onder meer vrouwen, kinderen en leden van etnische minderheden. Uit de praktijk blijkt dat zij het vaakst slachtoffer worden van mensenhandelaars. Bij de evaluatie, in 2006, van het Kaderbesluit mensenhandel zal de Commissie uitdrukkelijk aandacht besteden aan het juridische kader tegen de handel in kinderen.
Betrouwbare gegevens zijn volgens de Commissie essentieel om de omvang van de bestaande mensenhandel in kaart te brengen. Bij de verzameling van die gegevens wil de Commissie, naast Eurostat, ook het nog op te richten Grondrechtenbureau betrekken (zie dossier E090294). Dit agentschap zou gegevens over mensenhandel moeten gaan verzamelen en analyseren, en, samen met de Commissie en de lidstaten, methodes gaan ontwikkelen om de vergelijkbaarheid en de betrouwbaarheid van de gegevens te verbeteren. Dit alles moet plaatsvinden in nauwe samenwerking met het Europees Migratienetwerk.
De lidstaten en de Europese instellingen moeten blijven samenwerken met de relevante internationale organisaties om deze strijd te kunnen winnen. Goede coördinatie is daarbij van belang. Tevens zullen er adequate financiële middelen moeten zijn om de oorzaken aan te pakken waardoor mensen in de verleiding komen tot mensenhandel over te gaan: armoede, slechte toegang tot onderwijs, ongelijkheid tussen de geslachten etc.
In de databank Prelex wordt de Europese behandeling van COM(2005)514 weergegeven.
JBZ-Raad van 1/2 december 2005 (agendapunt B10)
Dit agendapunt is als A-punt behandeld.
Tijdens de Raad zal worden gesproken over de mededeling van de Europese Commissie en het daarbij behorende, door het Britse voorzitterschap in overleg met de lidstaten opgestelde, ontwerpactieplan. Over de exacte invulling van het bijbehorende actieplan is vooralsnog geen overeenstemming bereikt tussen de lidstaten. Het voorzitterschap streeft ernaar tijdens deze Raad overeenstemming te bereiken.
In de geannoteerde agenda stelt de Nederlandse regering dat kennis over de aard en de omvang van mensenhandel essentieel is om het probleem effectief te kunnen bestrijden. Het is daarom van belang dat de bestrijding van mensenhandel EU-breed wordt gecoördineerd. Daarnaast wil de regering dat slachtoffers op een adequate manier worden opgevangen en beschermd. Verder is het van belang dat een effectief opsporings- en vervolgingsbeleid in het actieplan wordt opgenomen.
Het ontwerpactieplan is sinds september 2005 verschillende malen besproken in de 'multidisciplinaire raadswerkgroep georganiseerde misdaad'. Ter ondersteuning van de discussie hebben het Britse voorzitterschap, Zweden en de Europese Commissie een conferentie over mensenhandel georganiseerd, die op 19/20 oktober 2005 in Brussel heeft plaatsgevonden.
Het actieplan neemt in grote lijnen de in de Commissiemededeling gestelde prioriteiten over. Daarnaast zijn ook de uitkomsten van genoemde conferentie en de discussies in de raadswerkgroep bij het concrete plan betrokken. Belangrijk verschil met de mededeling van de Commissie is, dat het ontwerpactieplan niet zonder meer uitgaat van de betrokkenheid van het Grondrechtenbureau en het Migratienetwerk. Gesteld wordt dat in het najaar van 2006 bezien moet worden of, en zo ja welke, rol aan het agentschap en het netwerk wordt toebedeeld.
In de databank EUR-Lex wordt de laatste stand van zaken in de Europese behandeling van het voorstel weergegeven.
Op 16 november 2006 heeft het Europees Parlement een aanbeveling aangenomen met betrekking tot de bestrijding van mensenhandel.
In de databank OEIL van het Europees Parlement wordt de laatste stand van zaken in de behandeling van het voorstel weergegeven.