Behandelfase Eerste Kamer: behandeling in Eerste Kamer afgerond.

nationaal

De commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit stuurde op 12 oktober 2010 enkele vragen naar de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Deze vragen werden op 7 december 2010 door de minister beantwoordt en tijdens de vergadering van 14 december 2010 voor kennisgeving aangenomen. De commissie is van oordeel dat de problematiek van de bestrijding van TSE's die voor mensen risico's opleveren in het vervolg onder de regie van de bewindspersoon van VWS zou moeten vallen.

document Europese Commissie

COM(2010)384, d.d. 16 juli 2010

commissie Eerste Kamer

beleidsterrein

Tijdens de commissievergadering op 14 september 2010 besloot de commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit dat zij onderhavige mededeling in de eerstvolgende vergadering wil bespreken.

Op 28 september 2010 werd besloten dat de fracties van het CDA en de PvdD inbreng zullen leveren voor een brief aan de regering. Deze brief werd op 12 oktober 2010 verstuurd.

De minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (ELI) stuurde op 7 december 2010 de antwoorden naar de Kamer. Deze werden besproken tijdens de vergasdering van 14 december 2010 en voor kennisgeving aangenomen. De commissie is van oordeel dat de problematiek van de bestrijding van TSE's die voor mensen risico's opleveren in het vervolg onder de regie van de bewindspersoon van VWS zou moeten vallen.

Tijdens een algemeen overleg op 15 september 2010 werd onder andere gesproken over het BNC-fiche behorend bij onderhavige commissiemededeling.

De Nederlandse regering is positief over de subsidiariteit en - in afwachting van de definitieve keuze en uitwerking van beleidsopties - vooralsnog positief over de proportionaliteit. Zij staat positief tegenover het door de Europese Commissie voorgestelde alternatief "kanalisatie" voor het voederverbod. "Kanalisatie" behelst het gescheiden houden van diermelen van de diverse diersoorten. Adequaat toezicht acht zij daarbij van groot belang. De ambitie die de Europese Commissie formuleert ten aanzien van scrapiebestrijding acht de Nederlandse regering onvoldoende. Zij constateert dat ondanks de strikte en dure maatregelen in de EU in 2002 geen teruggang van scrapie is gerealiseerd. Daaruit concludeert zij dat de huidige aanpak niet effectief is in het bestrijden en/of uitroeien van TSE bij schapen en geiten. De Nederlandse regering vindt het tijd voor een kosten/batenanalyse van de huidige aanpak waarbij de vraag centraal staat hoe de beschikbare middelen effectief ingezet kunnen worden.

Deze mededeling is een vervolg op het eerste TSE-stappenplan uit 2005. TSE staat voor overdraagbare spongiforme encefalopathie. Voorbeelden zijn boviene spongiforme encefalopathie (BSE, ook wel gekkekoeienziekte genoemd) en scrapie (de aan BSE verwante aandoening bij schapen en geiten).

Op basis van wetenschappelijke evaluatie van de EU-maatregelen ten aanzien van TSE's uit het eerste stappenplan en de resultaten die daarmee al dan niet zijn geboekt, strekt de mededeling van de Europese Commissie ertoe beleidsopties te formuleren voor de periode 2010-2015. De beleidsopties omvatten:

• 1. 

  Eventuele wijzigingen in de huidige lijst/leeftijdsgrens voor gespecificeerd risicomateriaal (SRM). In de EU is de verwijdering van SRM uit de voeder- en voedselketen verplicht.
• 2. 

  Herziening van het voederverbod ("feed ban"). Momenteel betekent iedere aanwezigheid van verboden bestanddelen van dierlijke oorsprong (bijvoorbeeld verwerkte dierlijke eiwitten (VDE)) in diervoeders een inbreuk op het voederverbod. Mogelijke opties zijn: (a) het invoeren van een tolerantieniveau voor de aanwezigheid van een zeer geringe hoeveelheid VDE in diervoeder en (b) opheffing van het voederverbod voor niet-herkauwers (zoals varkens, pluimvee en vis).
• 3. 

  Verdere herziening van de BSE-toezichtprogramma's voor lidstaten waarvoor kan worden aangetoond dat er verbetering is opgetreden in de BSE-situatie op hun grondgebied. De Europese Commissie noemt in dit verband onder andere de volgende mogelijkheden tot versoepeling: (a) het verder stapsgewijs verhogen van de leeftijdsgrenzen voor tests op alle geslachte gezonde dieren en risicodieren, en (b) statistische steekproef van runderen vanaf een bepaalde leeftijd zowel onder geslachte, gezonde dieren als risicodieren.
• 4. 

  Verdere herziening van maatregelen voor de uitroeiing van scrapie aan de hand van de meest recente wetenschappelijke inzichten. De Europese Commissie noemt in de mededeling vier mogelijke beleidsopties.
• 5. 

  Het mogelijk beëindigen van het stelselmatig ruimen van de geboortecohort BSE-runderen en toestaan dat deze dieren voor menselijke consumptie worden geslacht, mits zij met negatief resultaat zijn getest voordat zij de voedselketen ingaan.
• 6. 

  Het blijven bevorderen van detectietests voor TSE, waaronder gevalideerde antemortemtests

De Landbouw- en Visserijraad heeft op 29 november 2010 enkele conclusies aangenomen ten aanzien van het TSE-stappenplan. 

In de databank EUR-Lex wordt de laatste stand van zaken in de Europese behandeling van het voorstel weergegeven.

In de databank IPEX wordt de behandeling van het voorstel in de diverse (kandidaat) lidstaatparlementen weergegeven.