E100057
  ruit icoon
Laatste revisie: 22-12-2010

E100057 - Commissiemededeling: Europa 2020-kerninitiatief/ Innovatie-Unie



In deze mededeling stelt de Commissie dat het noodzakelijk is om vaart te zetten achter de innovatie in goederen, diensten en sociale ondernemingsprocessen en -modellen middels de Innovatie-Unie. Innovatie is centraal geplaatst in de Europa 2020-strategie. De Commissie constateert dat er onvoldoende wordt geïnvesteerd in de kennisbasis van Europa, er onbevredigende randvoorwaarden zijn die een handicap vormen voor ondernemingen die ervoor kiezen te investeren en onderzoek te laten verrichten in andere delen van de wereld en dat er teveel fragmentatie en kostbaar dubbel werk is. Door een strategische aanpak van innovatie die wordt voorgesteld met de Innovatie-Unie worden deze zwakke punten volgens de Commissie uit de weg geruimd.


Stand van zaken

Behandelfase Eerste Kamer: behandeling in Eerste Kamer afgerond.

Europees

Op 26 november 2010 heeft de Raad voor Concurrentievermogen conclusies aangenomen over de Innovatie-Unie.

Nationaal

De vragen van de commissie voor Economische Zaken van 15 november 2010 werden op 8 december 2010 per brief beantwoord door de minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. De brief is op 21 december 2010 voor kennisgeving aangenomen.


Kerngegevens

document Europese Commissie

COM(2010)546PDF-document, d.d. 6 oktober 2010

commissie Eerste Kamer

beleidsterrein


Behandeling Eerste Kamer

De commissie voor Economische Zaken (EZ) heeft op 26 oktober 2010 besloten om op 9 november 2010 inbreng te leveren over onderhavige mededeling.

De commissie heeft op 9 november 2010 een conceptbrief aan de regering besproken. De brief werd aangevuld met de inbreng die is geleverd door de fracties van het CDA en PvdA.

Op 15 november 2010 heeft de commissie EZ de brief over onderhavige mededeling verstuurd aan de minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. De leden ondersteunen de doelstelling om de innovatiekracht van Europa te versterken, maar zij stellen ook een aantal vragen aan de regering over de mededeling. De vragen gaan onder meer in op budgettaire beperkingen van de EU en lidstaten om te investeren in innovatie, samenwerking tussen de academische wereld en het bedrijfsleven en innovatiepartnerschappen.

De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie heeft op 8 december 2010 de vragen per brief beantwoord.

De bespreking van de brief van de Minister van EL&I van 8 december 2010 wordt aangehouden tot 21 december 2010.

Op 21 december 2010 is de antwoordbrief voor kennisgeving aangenomen.


Behandeling Tweede Kamer

De commissie voor Economische Zaken, Landbouw en Innovatie heeft tijdens haar procedurevergadering op 4 november 2010 gesproken over de behandeling van onderhavige mededeling. De commissie heeft vervolgens besloten om het BNC-fiche te agenderen voor een algemeen overleg over de Raad voor Concurrentievermogen op 17 november 2010.


Standpunt Nederlandse regering

Nederland onderschrijft het belang van kennis en innovatie voor het versterken van de concurrentiekracht en duurzame welvaartsgroei en verwelkomt de Innovatie-Unie als een geïntegreerde Europese onderzoeks- en innovatiestrategie. Om het concurrentievermogen te vergroten en het niveau van welvaart en welzijn in Europa te verhogen, moet er wat Nederland betreft meer nadruk komen op de versterking van de kennisdriehoek van onderwijs, onderzoek en innovatie. Dit betekent dat de verbindingen tussen onderzoek, onderwijs en innovatie verbeterd moeten worden. Daarbij blijven investeringen in de kennisbasis van onderzoek en onderwijs nodig, evenals investeringen in innovatie. Vooral bij de waardecreatie uit kennis blijft Europa achter op andere landen en/of regio's. Het gaat erom dat we de juiste prikkels aanbrengen zodat bedrijven weer meer willen investeren in innovatie. Nederland onderschrijft de toegevoegde waarde hiervan en is voorstander van een betere synergie tussen het Kaderprogramma voor Onderzoek en Technologische ontwikkeling, het Concurrentiekracht- en Innovatieprogramma en de mobiliteitsprogramma's van het Programma voor een Leven Lang Leren. Daarnaast is Nederland groot voorstander van verdere vereenvoudiging en stroomlijning van de bestaande Europese instrumenten voor onderzoek en innovatie.


Samenvatting voorstel Europese Commissie

De Commissie stelt dat de volgende maatregelen noodzakelijk zijn om de Innovatie-Unie tot stand te brengen:

  • 1. 
    Er dient door de EU en de lidstaten, ook in tijden van budgettaire beperkingen, geïnvesteerd te worden in onderwijs, Onderzoek & Ontwikkeling (O&O), innovatie en ICT.
  • 2. 
    De onderzoeks- en innovatiesystemen van de EU en de lidstaten moeten beter op elkaar worden afgestemd en hun prestaties dienen verbeterd te worden.
  • 3. 
    Het moderniseren van de onderwijssystemen op alle niveaus.
  • 4. 
    Het voltooien van de Europese Onderzoeksruimte binnen vier jaar, zodat een kader voor een werkelijk vrij verkeer van kennis ontstaat.
  • 5. 
    De toegang tot de EU-programma's dienen te worden vereenvoudigd en hun hefboomeffect op de investeringen door de particuliere sector dient met behulp van de Europese investeringsbank te worden vergroot. Ook dient de rol van de Europese onderzoeksraad te worden versterkt en de bijdrage van het kaderprogramma aan de stimulering van snel groeiende kleine en middelgrote ondernemingen te worden vergroot. Het Europees Regionaal Ontwikkelingsfonds dient ten slotte ten volle te worden benut op basis van slimme regionale specialisatietechnologieën.
  • 6. 
    Het vergroten en stimuleren van de samenwerking tussen de academische wereld en het bedrijfsleven, terwijl belemmeringen uit de weg moeten worden geruimd.
  • 7. 
    Het uit de weg ruimen van de resterende belemmeringen voor ondernemers om ideeën op de markt te brengen. Als eerste stap zou nog voor het eind van het jaar overeenstemming moeten worden bereikt binnen de EU over het EU-octrooi.
  • 8. 
    Er dienen Europese innovatiepartnerschappen van de grond te komen. Begonnen dient te worden op gebied van gezond ouder worden.
  • 9. 
    Gestreden dient te worden voor sociale innovatie en gezorgd dient te worden voor een beter begrip van de innovatie door de overheid, het vaststellen van succesvolle initiatieven en het vaststellen van benchmarks voor de beoordeling van vorderingen.
  • 10. 
    Beter dient er samengewerkt te worden met de Internationale partners van de EU. Toegang moet worden geboden aan de Onderzoeks- en Ontwikkelingsprogramma's en er dient op te worden toegezien dat het buitenland vergelijkbare voorwaarden biedt. De EU moet waar nodig een gezamenlijk front vormen om de belangen van de EU te beschermen.

  • PDF-document commissievoorstel Europese Commissie - COM(2010)546
    6 oktober 2010
  • [en]PDF-document werkdocument Europese Commissie - SEC(2010)1161
    6 oktober 2010

Behandeling Raad

Tijdens de Raad Concurrentievermogen van 11 en 12 oktober 2010 hebben de EU-ministers gesproken over de nieuwe innovatiestrategie in aansluiting op de presentatie van de Europese Commissie van onderhavige mededeling. Het resultaat van deze besprekingen zal onderdeel zijn van een inbreng bij de voorbereiding van het debat over innovatie dat op de agenda staat van de Europese Raad in december 2010. Het voorzitterschap is voornemens een pakket conclusies in te dienen voor aanneming tijdens de Raad op 26 november 2010 .

De minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie heeft op 15 november 2010 het verslag van de Raad voor Concurrentievermogen van 10 november jl. aan de Tweede Kamer gestuurd. De Raad stond geheel in het teken van het talenregime van het EU-octrooi. Er is geen akkoord op basis van unanimiteit bereikt en er wordt bezien hoe nu verder te gaan. Het onderwerp zal opnieuw aan de orde komen tijdens de Raad van 10 december 2010 en mogelijk al eerder op de Raad van 25 november 2010.

De Raad voor Concurrentievermogen heeft op 26 november 2010 conclusies aangenomen over de Innovatie-Unie. De Raad noemt vier acties die prioriteit verdienen, namelijk 1) een strategische en integrale benadering van innovatie in Europa, 2) de juiste condities creëren voor een internationale, competitieve innovatie omgeving in Europa, 3) het maximaliseren van de impact en doelmatigheid van bronnen en 4) het verbeteren van het beheer en het monitoring proces.

In de databank EUR-Lex wordt de laatste stand van zaken in de Europese behandeling van het voorstel weergegeven.


Behandeling Europees Parlement

In de databank OEIL van het Europees Parlement wordt de laatste stand van zaken in de behandeling van het voorstel weergegeven.


Standpunten andere lidstaten (IPEX)

In de databank IPEX wordt de behandeling van het voorstel in de diverse (kandidaat) lidstaatparlementen weergegeven.


Alle bronnen