E110022 - Evaluatierapport over de dataretentierichtlijn
In 2006 kwam Richtlijn 2006/24/EG (zie dossier E090226) betreffende de bewaring van gegevens (Richtlijn dataretentie) tot stand. De bepalingen van de richtlijn waren een reactie op de terreuraanslagen in Londen van 2004 en Madrid van 2005. De richtlijn draagt de lidstaten op aanbieders van telecommunicatiediensten - zoals vaste telefonie, mobiele telefonie, internet, e-mail e.d. - te verplichten bepaalde categorieën gegevens te bewaren en aan rechtshandhavingsautoriteiten beschikbaar te stellen voor de bestrijding van terrorisme en ernstige criminaliteit. De lidstaten kunnen een bewaartermijn opleggen van tussen de zes maanden en twee jaar. Artikel 14 verplicht de Europese Commissie vóór 15 september 2010 een evaluatieverslag uit te brengen over de toepassing van de richtlijn. Ruim een half jaar te laat, op 18 april 2011, heeft de Europese Commissie aan deze verplichting voldaan.
Behandelfase Eerste Kamer: behandeling in Eerste Kamer afgerond.
nationaal
De commissies voor Immigratie en Asiel/JBZ-raad en Veiligheid en Justitie hebben op 5 juli 2011 de brief van de minister van Veiligheid en Justitie van 27 juni 2011 voor kennisgeving aangenomen. De commissies pakken de bespreking van de dataretentierichtlijn weer op zodra een herzieningsvoorstel en een impact assessment zijn gepubliceerd.
Europees
Op 8 april 2014 oordeelde het Europees Hof van Justitie dat de richtlijn 2006/24/EG in strijd is met het Europees recht en verklaarde de richtlijn per direct ongeldig.
volledige titel
Evaluatie van de richtlijn gegevensbewaring (Richtlijn 2006/24/EG)
document Europese Commissie
COM(2011)225, d.d. 18 april 2011
commissies Eerste Kamer
beleidsterrein
verwante dossiers
De commissies voor Immigratie en Asiel/JBZ-raad en Veiligheid en Justitie hebben op 5 juli 2011 de brief van de minister van Veiligheid en Justitie van 27 juni 2011 voor kennisgeving aangenomen. De commissies pakken de bespreking van de dataretentierichtlijn weer op zodra een herzieningsvoorstel en een impact assessment zijn gepubliceerd.
De minister van Veiligheid en Justitie heeft op 27 juni 2011 gereageerd op de brief van 31 mei 2011. De minister onthoudt zich van een reactie voorzover de vragen en opmerkingen van de leden van de commissies betrekking hebben op het evaluatierapport van de Europese Commissie of op het optreden van de Europese Commissie jegens de lidstaten. Op deze terreinen is de EC bevoegd. De regering komt met een standpunt op het moment dat de EC voorstellen zal doen om de richtlijn dataretentie aan te passen.
De commissies hebben op 17 mei 2011 besloten om het rapport in behandeling te nemen. Op 31 mei 2011 werd een conceptbrief aan de regering vastgesteld en vervolgens verzonden. Deze brief werd op 6 juni 2011 tevens ter kennisneming aan de Europese Commissie en het Europees Parlement gestuurd.
De commissies voor Justitie en de JBZ-raad zijn van mening dat het rapport onvoldoende aandacht besteedt aan de proportionaliteit van dataretentie zoals geregeld in de richtlijn. Verder gaat het rapport niet in op de vele mogelijkheden die er zijn om de bewaarplicht te omzeilen, waardoor ook inzake de effectiviteit van de richtlijn dataretentie bij de commissies nog steeds vele vragen leven. De commissies willen uitdrukkelijk de vraag aan de orde stellen of intrekking van de richtlijn moet worden overwogen.
Op 10 mei 2011 hebben de commissies besloten om het evaluatierapport voor procedure te agenderen op 17 mei 2011.
Tijdens de rondvraag besluit de commissie voor de JBZ-Raad tot spoedig schriftelijk overleg over het evaluatierapport over de dataretentierichtlijn. Het rapport zal voor inbreng geagendeerd worden in een gezamenlijke vergadering met de vaste commissie voor Justitie op 10 mei 2011.
-
-
brief van de minister van Veiligheid en Justitie inzake de evaluatie van de dataretentierichtlijn Ministerie van Veiligheid en Justitie - onderdeel van Kamerstuk 32.797, A
27 juni 2011 -
-
brief van de commissies voor de JBZ-raad en Justitie aan de minister van Veiligheid & Justitie over de dataretentierichtlijn JBZ-commissie Eerste Kamer;Commissie voor Justitie - onderdeel van Kamerstuk 32.797, A
31 mei 2011 -
-
-
korte aantekening commissie JBZ-Raad (JBZ) 19 april 2011
-
brief aan de minister van Veiligheid en Justitie over een overleg na het verschijnen van de evaluatie van de Dataretentierichtlijn 31.145, niet als Kamerstuk gepubliceerd
5 april 2011
Richtlijn 2006/24/EG, ook bekend als de Richtlijn dataretentie, kwam tot stand tegen de achtergrond van de terreuraanslagen in Londen (2004) en Madrid (2005). De richtlijn draagt de lidstaten op aanbieders van telecommunicatiediensten - zoals vaste telefonie, mobiele telefonie, internet, e-mail e.d. - te verplichten bepaalde categorieën gegevens te bewaren en aan rechtshandhavingsautoriteiten beschikbaar te stellen voor de bestrijding van terrorisme en ernstige criminaliteit. De Europese Commissie heeft de toepassing van de richtlijn in 2011 geëvalueerd. In haar evaluatie gaat de Commissie met name in op de volgende vijf zaken:
-
-de implementatie van de Richtlijn dataretentie door de lidstaten;
-
-de rol van bewaarde telecommunicatiegegevens bij opsporing en rechtshandhaving;
-
-de impact van dataretentie op aanbieders van telecommunicatiediensten en consumenten;
-
-de gevolgen van dataretentie voor de fundamentele rechten van privacy en bescherming van persoonsgegevens en
-
-de plannen van de Commissie voor herziening van de Richtlijn dataretentie.
Lees meer: uitgebreide samenvatting
-
Uitgebreide samenvatting E110022 Afdeling Inhoudelijke Ondersteuning Eerste Kamer/ Europa
28 april 2011 -
Evaluatie van de richtlijn gegevensbewaring (Richtlijn 2006/24/EG) rapport Europese Commissie - COM(2011)225
18 april 2011
JBZ-raad 12 mei 2011
De richtlijn dataretentie is na de grote aanslagen in Madrid en Londen aangenomen om een bijdrage te leveren aan de opsporing en vervolging van terroristen maar ook ter bestrijding van criminaliteit. Uit de in het Stockholm-programma aangekondigde evaluatie blijkt volgens Commissaris Malmström dat de meeste lidstaten tevreden zijn over het instrument. De evaluatie heeft uitgewezen dat de bewaring van telecommunicatieverkeersgegevens (dataretentie) een waardevol instrument is voor de rechtshandhaving in de EU. De bijdrage van de richtlijn aan de harmonisatie van de dataretentie is echter beperkt op het gebied van de definitie van zware criminaliteit, de bewaartermijnen, de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer en ook de vergoeding van de kosten voor de aanbieders. Ook meldde de commissaris dat de implementatiewetgeving in Duitsland, Tsjechië en Roemenië door de respectieve nationale constitutionele hoven in strijd met de grondwet is verklaard.
In het licht van voornoemde bevindingen is de Commissie voornemens wijzigingen van de richtlijn voor te stellen. Daartoe zal de Commissie de komende tijd een aantal initiatieven nemen. Zo wordt er eind juni een workshop voor lidstaten, rechterlijke macht en wetenschappers georganiseerd. Alle belanghebbenden, inclusief betrokken bedrijven en burgers, zullen de komende tijd bij dit proces worden betrokken. De Commissie zal eind 2011-begin 2012 met een voorstel voor aanpassing komen.
Op 27 april 2011 heeft het Voorzitterschap een discussiedocument rondgestuurd voor de bijeenkomst van de Dataprotectiewerkgroep van 4 mei 2011. In het document worden enkele vragen voorgelegd waarop de discussie zich zou kunnen concentreren, zoals de definitie van 'zware criminaliteit'.
In de databank EUR-Lex wordt de laatste stand van zaken in de Europese behandeling van het voorstel weergegeven.
-
verslag van de JBZ-raad van 12 mei 2011 Ministerie van Binnenlandse Zaken - 32.317, EK, AN
7 juni 2011 -
-
Discussion paper inzake evaluatierapport over de datatretentierichtlijn [en] discussiedocument Voorzitterschap - 9439/11
27 april 2011
In de databank OEIL van het Europees Parlement wordt de laatste stand van zaken in de behandeling van het voorstel weergegeven.
In de databank IPEX wordt de behandeling van het voorstel in de diverse (kandidaat) lidstaatparlementen weergegeven.
De Europese Toezichthouder voor Gegevensbescherming (EDPS) publiceerde op 31 mei 2011 een opinie over het evaluatierapport waarin hij onder andere stelt dat de dataretentierichtlijn niet voldoet aan de grondrechten op privacy en gegevensbescherming om de volgende drie redenen:
-
-de noodzaak voor dataretentie zoals beschreven in de richtlijn wordt niet voldoende aangetoond;
-
-dataretentie kan op een andere wijze geregeld worden die minder inbreuk maakt op de privacy en
-
-de richtlijn laat teveel ruimte voor de lidstaten om zelf te beslissen over de doelen waarvoor zij de gegevens willen gebruiken, over het aanwijzen van diegenen die toegang krijgen tot de verzamelde data en over de omstandigheden waaronder zij die toegang krijgen
Op 17 april 2011 stelt Bits of Freedom (BoF) in een persbericht dat de verplichte opslag van telecomgegevens niets oplevert, maar op grote schaal de privacy van vijfhonderd miljoen Europeanen schendt. Dit blijkt volgens BoF uit het evaluatierapport van de EU-richtlijn bewaarplicht telecomgegevens van de Europese Commissie. Het rapport is op 18 april 2011 verschenen, maar BoF en haar Europese koepelorganisatie European Digital Rights wisten het rapport al eerder in handen te krijgen en bekritiseren de analyse van de Europese Commissie in hun parallelle ’schaduw rapport’. Daarin roepen zij de Europese Commissie op een einde te maken aan de bewaarplicht telecomgegevens in Europa.
-
-
-
Opinion EDPS on the evaluation report on the data Retention Directive [en] Europese Toezichthouder voor Gegevensbescherming (EDPS)
31 mei 2011 -
Evaluatie bewaarplicht: privacyschending van 500 miljoen Europeanen zonder voordelen Bits of Freedom
17 april 2011 -