E110100 - Commissiemededeling: Een centrale plaats voor mensenrechten en democratie in het externe optreden van de EU - voor een meer doeltreffende aanpak
De Europese Commissie wil graag dat de Europese Unie een principiëler standpunt inneemt ten aanzien van mensenrechten en democratie. De directe aanleiding voor de Commissie is dat, in haar visie, de Arabische Lente aangetoond heeft dat de vraag naar democratie en mensenrechten groot is. Helaas, zo stelt de Commissie, wordt de implementatie van mensenrechten echter steeds vaker ondermijnd door cultuurrelativisme, door een spanningsveld tussen vrijheid van meningsuiting en wetten inzake godslastering, alsook door een tendens de universaliteit van mensenrechten in twijfel te trekken ten behoeve van economisch gewin.
Behandelfase Eerste Kamer: behandeling in Eerste Kamer afgerond.
Nationaal
De commissies voor Buitenlandse Zaken, Defensie en Ontwikkelingssamenwerking (BDO) en Europese Samenwerkingsorganisaties (ESO) hebben op 13 maart 2012 een beleidsdebat gevoerd over de toekomst, rol en bevoegdheden van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) en (de toetreding van de EU) tot het Europees Verdag tot bescherming van de rechten van de mens (EVRM).
Europees
Op 12 december 2011 publiceerden de Europese Commissie en de Hoge Vertegenwoordiger van de EU voor Buitenlandse Zaken en Veiligheidsbeleid deze gezamenlijke mededeling.
document Europese Commissie
COM(2011)886, d.d. 12 december 2011
commissies Eerste Kamer
beleidsterrein
De commissies BDO en ESO hebben op 13 maart 2012 een beleidsdebat gevoerd over de toekomst, rol en bevoegdheden van het EHRM en (de toetreding van de EU) tot het EVRM waarbij onderhavige commissiemededeling ook werd betrokken.
Op 9 maart 2012 heeft de minister van Buitenlandse Zaken een brief aan de Kamers gestuurd over de stand van zaken van het mensenrechtenbeleid met als bijlage de Mensenrechtenrapportage 2011. De minister geeft aan dat Nederland in navolging van de recente mededeling van de Hoge Vertegenwoordiger voor buitenlandse zaken en veiligheidheidsbeleid over mensenrechten en democratie in het externe optreden van de EU, actief bijdraagt aan de totstandkoming van een EU-mensenrechtenstrategie
De commissies voor Buitenlandse Zaken, Defensie en Ontwikkelingssamenwerking (BDO) en Europese Samenwerkingsorganisaties (ESO) besloten op 31 januari 2012 dat zij onderhavig voorstel zullen betrekken bij het beleidsdebat over de toekomst, rol en bevoegdheden van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) en (de toetreding van de EU) tot het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens (EVRM) dat plaatsvindt op 13 maart 2012.
De commissie voor Buitenlandse Zaken, Defensie en Ontwikkelingssamenwerking (BDO) besloot op 17 januari 2012 dat zij onderhavig voorstel gezamenlijk met de commissie voor Europese Samenwerkingsorganisaties (ESO) in behandeling zal nemen.
-
Korte aantekeningen vergadering commissie Europese Zaken (EUZA) van 14 april 2015 33.873 (R2026)
14 april 2015 -
-
-
beleidsdebat over de toekomst, rol en bevoegdheden van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) en (de toetreding van de EU tot) het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens (EVRM) Eerste Kamer - 33.000 V; 32.735, nr. 22, item 3, blz. 3- 50
13 maart 2012 -
Mensenrechtenrapportage 2011. Rapportage over de uitvoering van de mensenrechtenstrategie ‘Verantwoordelijk voor Vrijheid’ Ministerie van Buitenlandse Zaken
9 maart 2012 -
brief van de minister van Buitenlandse Zaken stand van zaken mensenrechtenbeleid bij aanbieding Mensenrechtenrapportage 2011 Ministerie van Buitenlandse Zaken
9 maart 2012 -
korte aantekening commissies Buitenlandse Zaken, Defensie en Ontwikkelingssamenwerking (BDO) en voor Europese Samenwerkingsorganisaties (ESO) 33.000 V; 33.090 V; 32.735
31 januari 2012 -
Het BNC-fiche behorende bij de onderhavige Commissiemededeling werd geagendeerd voor een notaoverleg inzake mensenrechtenbeleid d.d. 16 april 2012.
De Tweede Kamer heeft deze commissiemedeling niet als prioritair geselecteerd. Het BNC-fiche d.d. 20 januari 2012 werd tijdens de procedurevergadering van de commissie Buitenlandse Zaken op 2 februari 2012 besproken en men besloot dit op de agenda voor een overleg Mensenrechtenbeleid te zetten.
-
Verslag van een notaoverleg, gehouden op 16 april 2012, inzake het mensenrechtenbeleid Tweede Kamer - 32.735, TK, 68
25 april 2012
In het BNC-fiche laat het kabinet onder andere weten dat de mededeling een compact en kernachtig document geworden is, waarin goed geaccentueerd wordt dat mensenrechten en democratie centraal dienen te staan in het externe optreden van de EU. Het kabinet is van mening dat de onderwerpen mensenrechten, democratie en rechtsstaat niet alleen een centrale rol dienen te spelen in het uitbreidingsproces van de Unie, maar ook in alle andere onderdelen van het extern beleid. Het kabinet heeft hier al eerder, bij de herziening van het nabuurschapsbeleid, voor gepleit en brengt hetzelfde punt ook bij de hervorming van het Europees ontwikkelingsbeleid en bijvoorbeeld bij de toekenning van EU begrotingssteun onder de aandacht.
Het kabinet is positief over de subsidiariteit en de proportionaliteit van deze mededeling. Maar het kabinet geeft ook aan dat de mededeling duidelijker in had kunnen gaan op de rol van de lidstaten in deze mensenrechtenstrategie. Hoewel aangegeven wordt dat 'een sterke eigen inbreng en verantwoordelijkheid van de lidstaten' - zowel bilateraal als multilateraal - behouden moet blijven en tot uitdrukking moet komen in het beleid van de EU en de lidstaten, krijgt dit, naar mening van het kabinet, zeer beperkt aandacht.
In de strategie wordt benadrukt dat de EU een benadering op maat ontwikkelt, waarbij de onmiddellijke prioriteiten, en het traject en het tijdschema, van land tot land variëren. Nederland is in dat kader tevreden met het introduceren van de specifieke landenstrategieën, die integraal onderdeel zullen uitmaken van een brede EU-strategie voor betrekkingen met derde landen. De kabinet is het eens met de stelling dat meer samenhang de impact die de EU als grote speler in veel landen kan hebben, vergroot.
In lijn met het kabinetsbeleid pleit de Commissie voor nauwe samenwerking met het maatschappelijk middenveld. Het kabinet geeft daarbij aan dat het van groot belang is om naast de dialoog, ook verandering van binnenuit te stimuleren door bij te dragen aan ondersteuning van kritische organisaties en mensenrechtenverdedigers.
De mensenrechtenstrategie van het kabinet zelf gaat uit van vijf prioriteiten (vrijheid van meningsuiting inclusief internetvrijheid, vrijheid van godsdienst en levensovertuiging, vrouwen- en LGBT-rechten, maatschappelijk verantwoord ondernemen en bescherming van mensenrechtenverdedigers). Volgens het kabinet krijgen vier van deze thema's voldoende aandacht in de mededeling. Vrijheid van geloof en overtuiging krijgt echter onvoldoende aandacht in het stuk. Het kabinet zegt dit te betreuren en hiervoor aandacht te zullen vragen bij de behandeling van de mededeling.
-
brief regering; Fiche: Mededeling over mensenrechten en democratie in het externe optreden van de EU Ministerie van Buitenlandse Zaken - 22.112, TK, 1340
20 januari 2012
De Europese Commissie wil graag dat de Europese Unie een principiëler standpunt inneemt ten aanzien van mensenrechten en democratie. De directe aanleiding voor de Commissie is dat, in haar visie, de Arabische Lente aangetoond heeft dat de vraag naar democratie en mensenrechten groot is. Helaas, zo stelt de Commissie, wordt de implementatie van mensenrechten echter steeds vaker ondermijnd door cultuurrelativisme, door een spanningsveld tussen vrijheid van meningsuiting en wetten inzake godslastering, alsook door een tendens de universaliteit van mensenrechten in twijfel te trekken ten behoeve van economisch gewin.
De Commissie wil met deze mededeling de aanzet geven tot overleg met andere Europese instellingen over de wijze waarop de EU op het vlak van mensenrechten en democratie een actiever, doeltreffender en meer samenhangend beleid kan voeren. De Commissie stelt daartoe verschillende maatregelen voor. De Commissie stelt hiertoe bijvoorbeeld voor om de top-downbenadering te vervangen met een landenspecifieke aanpak, waarbij ruimte is voor wisselende prioriteiten en doelstellingen. Volgens de Commissie kan op deze manier het mensenrechtenbeleid ook beter worden afgestemd op het EU-ontwikkelingsbeleid zoals voorgesteld in de commissiemededeling "Het effect van het EU-ontwikkelingsbeleid vergroten: een agenda voor verandering." (zie dossier E110056). Ook zou het beleid zo beter aansluiten bij het gemeenschappelijke handelsbeleid, het gemeenschappelijke investeringsbeleid en strategieën ten opzichte van terrorismebestrijding.
Naast meer maatwerk, stelt de Commissie voor dat de EU zich richt op een aantal overkoepelende thema's die vervolgens worden ondersteund door korte, doelgerichte campagnes. Tevens zou er volgens de Commissie meer nadruk gelegd dienen te worden op relaties met het maatschappelijk middenveld in de buurlanden, met vreedzame politieke oppositie en mensenrechtenactivisten. Daarnaast wil de Commissie de samenwerking versterken met regionale en intergouvernementele organisaties. Daarbij valt bijvoorbeeld te denken aan de Afrikaanse Unie, de Associatie van Zuidoost-Aziatische Staten, de Arabische Liga en de Islamitische Conferentie Organisatie.
In de databank EUR-Lex wordt de laatste stand van zaken in de Europese behandeling van het voorstel weergegeven.
In de databank OEIL van het Europees Parlement wordt de laatste stand van zaken in de behandeling van het voorstel weergegeven.
In de databank IPEX wordt de behandeling van het voorstel in de diverse (kandidaat) lidstaatparlementen weergegeven.