E130048
  klaver icoon
Laatste revisie: 05-07-2018

E130048 - EU-voorstel: Verordening voor een Gemeenschappelijk Resolutiemechanisme voor banken



Op 10 juli 2013 heeft de Europese Commissie een gemeenschappelijk afwikkelingsmechanisme (GAM) voor de bankenunie voorgesteld. Het mechanisme moet een aanvulling vormen op het gemeenschappelijk toezichtsmechanisme (GTM) (dossiers E120033 en E120034). Zodra het GTM eind 2014 operationeel is, zal de Europese Centrale Bank (ECB) rechtstreeks toezicht uitoefenen op banken in de eurozone en in andere lidstaten die beslissen om zich bij de bankenunie aan te sluiten. Het gemeenschappelijk afwikkelingsmechanisme moet ervoor zorgen dat als een onder het GTM vallende bank - ondanks een scherper toezicht - toch in ernstige moeilijkheden komt te verkeren, zij efficiënt kan worden afgewikkeld waarbij de kosten voor de belastingbetaler en de reële economie tot een minimum beperkt blijven.


Stand van zaken

Behandelfase Eerste Kamer: gepubliceerd in Europees publicatieblad.

nationaal

De Eerste Kamercommissie heeft het voorstel voor een verordening betrokken bij een mondeling overleg op 25 maart 2014 met de minister van Financiën over de Bankenunie.

Europees

Tijdens de Eurotop op 29 juni 2018 werd de gemeenschappelijke achtervang van een Single Resolution Fund besproken.


Kerngegevens

volledige titel

Verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van eenvormige regels en een eenvormige procedure voor de afwikkeling van kredietinstellingen en bepaalde beleggingsondernemingen in het kader van een gemeenschappelijk afwikkelingsmechanisme en een gemeenschappelijk bankenafwikkelingsfonds en tot wijziging van Verordening (EU) Nr. 1093/2010 van het Europees Parlement en de Raad

document Europese Commissie

COM(2013)520PDF-document, d.d. 10 juli 2013

rechtsgrondslag

artikel 114 VWEU

commissie Eerste Kamer

beleidsterrein

verwante dossiers


Implementatie

Verordening (EU) Nr. 806/2014PDF-document werd op 14 juli 2014 in eerste lezing goedgekeurd door de Raad en gepubliceerd in Pb EU L225 op 30 juli 2014. Deze verordening is van toepassing met ingang van 1 januari 2016.


Behandeling Eerste Kamer

De Eerste Kamercommissie heeft het voorstel voor een verordening betrokken bij een mondeling overleg met de minister van Financiën over de Bankenunie dat plaatsvond op 25 maart 2014.


Behandeling Tweede Kamer

De commissie voor Financiën voerde op 4 juni 2015 een algemeen overleg met de minister van Financiën over de Europese bankenunie, het groenboek kapitaalmarktunie en de werkafspraken bij ingrepen in de financiële sector.

Op 26 maart 2014 vond wederom een algemeen overleg plaats ter voorbereiding op de Raad ECOFIN van 1-2 april 2014 waarbij de Bankenunie ook uitgebreid besproken werd.

Ter voorbereiding op de Raad ECOFIN van maart 2014 hebben de commissies voor Financiën en Europese Zaken op 6 maart 2014 de agenda besproken met de minister van Financiën. Ook het verslag van de Raad ECOFIN van februari kwam hierbij aan bod.

Op 18 december 2013 werd een verslag schriftelijk overleg met de minister van Financiën vastgesteld over diens brief van 9 december 2013 in reactie op de motie Harbers c.s. Dit verslag is vervolgens betrokken bij een verslag schriftelijk overleg over de vormgeving van het Europees resolutiefonds van 17 december 2013.

De minster van Financiën stuurde op 9 december 2013 een brief naar de Tweede Kamer in reactie op de motie Harbers c.s. over de vormgeving van het Single Resolution Mechanism waarom werd verzocht tijdens het ordedebat op 5 december 2013.

De commissie Financiën heeft op 3 oktober 2013 een algemeen overleg gevoerd met de minister van Financiën over onder andere de kabinetsreactie op het voorstel voor een resolutiemechanisme.

Op 1 oktober 2013 werd een schriftelijk overleg over de kabinetsreactie op het onderhavig voorstel vastgesteld tussen enkele fracties binnen de commissie Financiën en de minister van Financiën.

Op 24 september 2013 heeft de Tweede Kamer ingestemd met het besluit de regering te verzoeken een parlementair behandelvoorbehoud te laten vastleggen.


Standpunt Nederlandse regering

De minister van Financiën stuurde op 9 september 2013 een kabinetsreactie op het door de Europese Commissie gespresenteerde voorstel.

Hierin laat de regering onder andere weten dat ten aanzien van de proportionaliteit het oordeel van het kabinet in de kern positief is, maar dat dit afhangt van de uiteindelijke vormgeving van de verordening.

Het kabinet is een voorstander van een bankenunie, inclusief een Europees resolutiemechanisme waarbij op Europees niveau kan worden ingegrepen bij instellingen. Wel kijkt het kabinet kritisch naar de institutionele vormgeving van het Single Resolution Mechanism (SRM)-voorstel en stelt daaraan duidelijke voorwaarden. Er dient een goede balans te worden gevonden tussen nationale en Europese belangen, waarbij recht wordt gedaan aan de noodzaak van effectieve en efficiënte besluitvorming. Daarnaast is het kabinet van mening dat resolutiefinanciering op Europees niveau duidelijke schaalvoordelen kent ten opzichte van resolutiefinanciering op nationaal niveau. Uitgangspunt moet echter zijn dat de verliezen zoveel mogelijk bij bestaande aandeelhouders en crediteuren wordt neergelegd. Voorkomen moet worden dat banken te snel en te veel aanspraak kunnen maken op het Europese resolutiefonds, waardoor de lasten van resolutie te snel worden afgewenteld op andere banken en het fonds te snel wordt aangesproken.


Samenvatting voorstel Europese Commissie

Op 10 juli 2013 heeft de Europese Commissie een gemeenschappelijk afwikkelingsmechanisme (GAM) voor de bankenunie voorgesteld. Het mechanisme moet een aanvulling vormen op het gemeenschappelijk toezichtsmechanisme (GTM) (dossiers E120033 en E120034). Zodra het GTM eind 2014 operationeel is, zal de Europese Centrale Bank (ECB) rechtstreeks toezicht uitoefenen op banken in de eurozone en in andere lidstaten die beslissen om zich bij de bankenunie aan te sluiten. Het gemeenschappelijk afwikkelingsmechanisme moet ervoor zorgen dat als een onder het GTM vallende bank - ondanks een scherper toezicht - toch in ernstige moeilijkheden komt te verkeren, zij efficiënt kan worden afgewikkeld waarbij de kosten voor de belastingbetaler en de reële economie tot een minimum beperkt blijven.

Het gemeenschappelijk afwikkelingsmechanisme zou als volgt functioneren:

  • De ECB, als toezichthouder, signaleert wanneer een bank die in de eurozone of in een aan de bankenunie deelnemende lidstaat is gevestigd, in ernstige financiële moeilijkheden is komen te verkeren en moet worden afgewikkeld.
  • Een gemeenschappelijke afwikkelingsraad, bestaande uit vertegenwoordigers van de ECB, de Europese Commissie en de betrokken nationale autoriteiten (die van de lidsta(a)t(en) waar het hoofdkantoor, alsook bijkantoren en/of dochterondernemingen van de bank gelegen zijn), bereidt vervolgens de afwikkeling van de bank voor. De afwikkelingsraad beschikt over ruime bevoegdheden om de aanpak van de afwikkeling van een bank te analyseren en te bepalen: welke instrumenten moeten worden gehanteerd en hoe het Europees afwikkelingsfonds moet worden ingeschakeld. De nationale afwikkelingsautoriteiten worden nauw bij deze werkzaamheden betrokken.
  • Op aanbeveling van de gemeenschappelijke afwikkelingsraad of op eigen initiatief maakt de Commissie uit of en wanneer een bank in afwikkeling wordt geplaatst en bakent zij tevens een kader voor het gebruik van afwikkelingsinstrumenten en het beroep op het fonds af. Om juridische redenen kan de uiteindelijke beslissing niet bij de afwikkelingsraad berusten.
  • Onder toezicht van de gemeenschappelijke afwikkelingsraad voeren de nationale afwikkelingsautoriteiten het afwikkelingsplan uit.
  • De gemeenschappelijke afwikkelingsraad houdt toezicht op de afwikkeling. Hij volgt de uitvoering ervan op nationaal niveau door de nationale afwikkelingsautoriteiten. Indien een nationale afwikkelingsautoriteit zich niet aan zijn besluit houdt, kan hij rechtstreeks bestuursmaatregelen tot de probleembanken richten.
  • Er wordt een gemeenschappelijk bankenafwikkelingsfonds opgezet dat onder de zeggenschap staat van de gemeenschappelijke afwikkelingsraad. Dit fonds moet ervoor zorgen dat financiële steun op middellange termijn beschikbaar is terwijl de bank wordt geherstructureerd. Het fonds wordt gefinancierd met bijdragen uit de banksector en komt in de plaats van de bij het richtlijnvoorstel betreffende het herstel en de afwikkeling van banken ingestelde nationale afwikkelingsfondsen van de lidstaten van de eurozone en van de aan de bankenunie deelnemende lidstaten.

Bron: persbericht Europese Commissie van 10 juli 2013


Behandeling Raad

Tijdens de Eurotop op 29 juni 2018 werd de gemeenschappelijke achtervang van een Single Resolution Fund besproken.

Tijdens de Ecofinraad van 12 februari 2016 besprak de raad de stand van zaken met betrekking tot de implementatie van de Bankenunie.

Op 11 en 12 september 2015 sprak de Eurogroep over de voortgang van nationale implementatie, de implementatie van de richtlijn voor herstel en afwikkeling van banken (BRRD) en de ratificatie van de intergouvernmentele overeenkomst inzake de overdracht van mutualisatie van de bijdragen aan het gemeenschappelijk afwikkelingsfonds (SRF).

Tijdens de Ecofinraad van 13-14 juli 2015 is gesproken over de voortgang van nationale implementatieprocedures. De nadruk lag op de implementatie van de richtlijn voor herstel en afwikkeling van banken (BRRD) en de ratificatie van de intergouvernmentele overeenkomst betreffende de overdracht van mutualisatie van de bijdragen aan het gemeenschappelijk afwikkelingsfonds (SRF). Op 1 januari 2016 dient het gemeenschappelijk afwikkelingsmechanisme (SRM) volledig in werking te zijn getreden.

Tijdens de Ecofinraad van 10 maart 2015 heeft de raad laten weten dat zij de implementatie van de Europese bankenunie heeft gereviewed waarbij zij specifiek heeft gekeken naar de instrumenten om het herstel en afwikkeling van falende banken in goede banen te leiden. De Commissie heeft een update gegeven over het herstel en de resolutieplanning voor 2015, ratificatie van het intergouvernmentele besluit over het resolutiefonds (SRF) en de implementatie van de richtlijn over bankherstel en afwikkeling. De raad heeft lidstaten opgeroepen het proces rondom het nemen van maatregelen op nationaal niveau te versnellen.

Tijdens de Ecofinraad van 13-14 oktober 2014 gaf Eurocommissaris Barnier een update van de stand van zaken rondom de bankbijdragen aan het resolutiefonds (voor de lidstaten die deelnemen aan de bankenunie: aan het Single Resolution Fund, SRF). De Nederlandse regering is van mening dat in principe alle banken op basis van omvang en risicoprofiel behoren bij te dragen aan het resolutiefonds, en dat tijdig en met inspraak van de lidstaten duidelijkheid moet worden verschaft over de hoogtes van de bijdragen.

De Europese Commissie is al in een vergevorderd stadium met de gedelegeerde handeling (delegated act ) en het voorstel voor de uitvoeringshandeling (implementing act ) die de berekeningswijze van de bankbijdragen vastleggen, en zij zal deze naar verwachting eind oktober presenteren. De gedelegeerde handeling zal zijn aangenomen, tenzij de Raad of het Europees parlement binnen drie maanden bezwaar maakt. De Raad zal de uiteindelijke uitvoeringshandeling aannemen.

Tijdens de informele ECOFIN op 12 en 13 september 2014 heeft de Europese Commissie een toelichting gegeven over de stand van zaken betreffende het Europese resolutiemechanisme (SRM) en de methode voor berekening van de bijdragen die de banken aan het resolutiefonds moeten betalen. Hierbij werd onder andere het belang van proportionaliteit en risicoprofielen benadrukt. De verwachting is dat de Europese Commissie de delegated act en het voorstel voor de implementing act dit najaar zal afronden, nadat er eerst nog door de Commissie aan de Ecofinraad is gerapporteerd aldus het verslag van het ministerie van Financiën.

Op 21 mei 2014 hebben 26 lidstaten (met uitzondering van Zweden en het Verenigd Koninkrijk) de intergouvernementele overeenkomstPDF-document inzake het resolutiefonds (IGA) ondertekend.

Op 15 april 2014 heeft het Europees Parlement (EP) tijdens de plenaire stemming ingestemd met de onderhavige verordening, het richtlijnvoorstel kader voor crisisherstel en -afwikkeling van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen (E120016) en het richtlijnvoorstel depositogarantiestelsels (E100038). Daarmee zijn zeer belangrijke stappen gezet ten aanzien van de bankenunie. Tijdens de Eurogroep van 5-6 mei 2014 zal naar verwachting gesproken worden over het verdere proces omtrent de formele aanname van de SRM Verordening en de ondertekening van het intergouvernementele verdrag inzake het resolutiefonds (IGA).

De Raad Economische en Financiële Zaken (ECOFIN) van 1-2 april 2014 stond stil bij de vorderingen die zijn gemaakt op het gebied van de Europese Bankenunie. Op 20 maart 2014 werd een politiek triloogakkoord bereikt over de vormgeving van het Single Resolution Mechanism (SRM). Dit triloogakkoord is op 27 maart 2014 bevestigd door de Raad. Nadat het akkoord over het Single Resolution Mechanism (SRM) formeel is aangenomen, kan ook het intergouvernementeel verdrag getekend worden waarin de bijdragen aan het resolutiefonds en de geleidelijke risicodeling worden vastgelegd. Het verdrag wordt naar verwachting getekend in mei.

Danièle Nouy, voorzitter van de raad van bestuur die verantwoordelijk zal zijn voor het Europees Bankentoezicht, gaf in de Raad een update van de voorbereidingen voor het Europees bankentoezicht. Per november 2014 zal de Europese Centrale Bank (ECB) deze toezichtstaak op zich nemen, onder het voorbehoud dat de ECB er tegen die tijd klaar voor is. Op dit moment liggen de voorbereidingen op schema. Verder gaf Andrea Enria, de voorzitter van de Europese Banken Autoriteit (EBA), een presentatie van de stand van zaken omtrent de stresstesten die onderdeel zijn van de comprehensive assessment: de brede doorlichting van de banken die momenteel uitgevoerd wordt. Later deze maand zal de EBA de details ten aanzien van de methodologie voor de stresstesten publiceren.

De Europese Raad van 20-21 maart 2014 heeft het op 20 maart 2014 bereikte akkoord over deze verordening verwelkomt.

De Eurogroep+ en de Raad ECOFIN hebben op 10-11 maart 2014 gesproken over de onderhandelingen tussen de Raad en het Europees Parlement (EP). Deze zijn in de laatste fase aangekomen. Het streven is de onderhandelingen over het Single Resolution Mechanism (SRM) voor het eind van de termijn van het Europees Parlement te hebben afgerond. De onderhandelingen over het SRM hangen nauw samen met de uitkomst van het intergouvernementele verdrag inzake het Europese resolutiefonds.

Tijdens de ECOFIN/Eurogroep+ op 17-18 februari 2014 werd gesproken worden over de stand van zaken rond het Single Resolution Mechanism (SRM). Waar de bespreking in de Eurogroep+ zich richtte op het intergouvernementeel verdrag, heeft de ECOFIN breder gesproken over de stand van zaken rond het SRM en over de positie van de Raad op verschillende aspecten. Het streven is dat de onderhandelingen over het SRM voor het eind van de termijn van het Europees Parlement zijn afgerond. In de geannoteerde agenda voor deze Raad staat onder andere dat de Nederlandse regering sterk voorstander is van spoedige totstandkoming van een gedegen SRM en, aanvullend daarop, het intergouvernementeel verdrag, waarbij het voor Nederland van essentieel belang is dat de bail-in regels om gebruik te kunnen maken van het Single Resolution Fund (SRF) in het verdrag worden opgenomen.

De Raad heeft op 18 december 2013 een algemene oriëntatie bereikt ten aanzien van dit voorstel. De Raad heeft het Voorzitterschap verzocht de onderhandelingen met het Europees Parlement (EP) te beginnen opdat er voor het einde van de huidige zittingsperiode van het EP in eerste lezing een akkoord kan worden bereikt. De Raad is overeengekomen dat het Single Resolution Mechanism (SRM) op 1 januari 2015 zal starten met de voorbereiding op de volledige inwerkingtreding van het SRM, inclusief het maken van resolutieplannen. Vervolgens treedt het SRM volledig in werking op 1 januari 2016. Vanaf dat moment zal de Single Resolution Board (SRB) haar volledige resolutietaken uitvoeren en zullen de banken gaan bijdragen aan het resolutiefonds. In lijn met de Nederlandse inzet is de Raad tevens overeengekomen dat vanaf de start in 2016 de volledige bail-in regels uit de Bank Recovery and Resolution Directive (BRRD) van toepassing zullen zijn in het SRM.

Tijdens de Raad ECOFIN op 10-11 december 2013 is ook gesproken over het SRM maar is niet tot een akkoord gekomen.

De Ecofin Raad op 14-15 november 2013 heeft van gedachten gewisseld over een Europees resolutiemechanisme (Single Resolution Mechanism, SRM). Lidstaten gaven op verzoek van het voorzitterschap hun visie op mogelijke oplossingsrichtingen rondom de reikwijdte, het besluitvormingsmechanisme en de financieringsarrangementen van het SRM. Ten aanzien van de reikwijdte is het vertrekpunt het Commissievoorstel, d.w.z. alle banken uit de deelnemende lidstaten komen onder het SRM te vallen. Naar aanleiding van de discussie in de Ecofin is de Ad Hoc Working Party (AHWP) bij de verdere uitwerking van het voorstel gevraagd de mogelijk-heden te onderzoeken om de rol van nationale resolutieautoriteiten te versterken, vergelijkbaar met de rol van een nationale toezichthouder in het Single Supervisory Mechanism (SSM).

Met betrekking tot besluitvormingsprocedures is de AHWP gevraagd nader onderzoek te verrichten naar alternatieve stemprocedures binnen het Single Resolution Board (SRB) alsmede de mogelijkheid om de Raad, waar nodig, een rol te geven in de besluitvorming. Het uitgangspunt daarbij blijft dat de besluitvorming snel, robuust en effectief moet zijn. Ten aanzien van de vormgeving van het resolutiefonds wordt nog gezocht naar een oplossing die zowel werkbaar is als op brede steun kan rekenen.

Verder is gesproken over niet-contractuele aansprakelijkheid en gelijke behandeling van deelnemende en niet-deelnemende lidstaten. Ook ten aanzien van deze punten wordt gezocht naar redelijke en gebalanceerde oplossingen om tot overeenstemming in de Raad te komen. De Ecofin Raad van december zal opnieuw over het SRM spreken. In de tussentijd worden de onderhandelingen in de AHWP voortgezet.

Tijdens de Raad Economische en Financiële Zaken (ECOFIN) van 14-15 oktober 2013 werd gesproken over de voortgang met de bankenunie. Het Voorzitterschap liet weten dat zij voornemens is om voor het einde van het jaar een akkoord te bereiken op dit dossier.

In de databank EUR-Lex wordt de laatste stand van zaken in de Europese behandeling van het voorstel weergegeven.


Behandeling Europees Parlement

Het Europees Parlement heeft op 15 april 2014 een wetgevingsresolutie aangenomen ten aanzien van dit voorstel.

Op 6 februari 2014 heeft het Europees Parlement een standpunt in eerste lezing vastgesteld.

In de databank OEIL van het Europees Parlement wordt de laatste stand van zaken in de behandeling van het voorstel weergegeven.

  • Afwikkeling van kredietinstellingen en bepaalde beleggingsondernemingen in het kader van een gemeenschappelijk afwikkelingsmechanisme en een gemeenschappelijk bankenafwikkelingsfonds standpunt EP Europees Parlement - P7_TA-PROV(2014)0341
    15 april 2014
    www.europarl.europa.eu/...
  • Standpunt ten aanzien van Afwikkeling van kredietinstellingen en bepaalde beleggingsondernemingen in het kader van een gemeenschappelijk afwikkelingsmechanisme en een gemeenschappelijk bankenafwikkelingsfonds standpunt EP Europees Parlement - P7_TA-PROV(2014)0095
    6 februari 2014
    www.europarl.europa.eu/...

Standpunten andere lidstaten (IPEX)

In de databank IPEX wordt de behandeling van het voorstel in de diverse (kandidaat) lidstaatparlementen weergegeven.


Alle bronnen