E140001 - Voorstel voor een verordening met betrekking tot de handel in bepaalde goederen die gebruikt zouden kunnen worden voor de doodstraf, foltering of andere wrede, onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing
Ter bevordering van de eerbiediging van het menselijk leven en van de fundamentele rechten van de mens heeft de EU in 2006 Verordening (EG) nr. 1236/2005 in werking laten treden. De Verordening beoogt het vaststellen van regels voor de handel met derde landen in bepaalde goederen die gebruikt zouden kunnen worden voor de doodstraf, foltering of andere wrede, onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing. In reactie op de resolutie van 17 juni 2010 van het Europees Parlement herziet de Europese Commissie de Verordening in haar geheel.
Behandelfase Eerste Kamer: behandeling in Eerste Kamer afgerond.
nationaal
De commissies voor Buitenlandse Handel, Defensie en Ontwikkelingssamenwerking (BDO) en voor Europese Zaken (EUZA) namen het voorstel op 13 mei 2014 voor kennisgeving aan.
Europees
De Europese Commissie publiceerde op 14 januari 2014 het voorstel voor een verordening tot wijziging van verordening (EG) nr. 1236/2005 met betrekking tot de handel in bepaalde goederen die gebruikt zouden kunnen worden voor de doodstraf, foltering of andere wrede, onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing.
volledige titel
Voorstel voor een verordening tot wijziging van verordening (EG) nr. 1236/2005 betreffende de regulering van de handel in goederen die gebruikt zouden kunnen worden voor de doodstraf, foltering of andere wrede, onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing
document Europese Commissie
COM(2014)1, d.d. 14 januari 2014
rechtsgrondslag
artikel 207 van het VWEU
commissies Eerste Kamer
beleidsterrein
De commissies voor Buitenlandse Handel, Defensie en Ontwikkelingssamenwerking (BDO) en voor Europese Zaken (EUZA) namen het voorstel op 13 mei 2014 voor kennisgeving aan
De Kamer ontving het BNC-fiche op 9 mei 2014.
De regering stuurde op 3 maart 2014 een brief aan de Kamer met daarin het bericht dat het BNC-fiche niet binnen de daarvoor geldende 6-weken termijn aan de Kamer kan worden gezonden. De regering geeft aan dat het fiche de Kamer op zo kort mogelijke termijn alsnog zal toegaan.
Op 21 januari 2014 besloten de commissies voor Europese Zaken (EUZA) en voor Buitenlandse Handel, Defensie en Ontwikkelingssamenwerking (BDO) de behandeling van dit voorstel uit te stellen tot na de ontvangst van het Nederlandse regeringsstandpunt (BNC-fiche).
De commissies voor Europese Zaken (EUZA) en voor Buitenlandse Handel, Defensie en Ontwikkelingssamenwerking (BDO) hebben dit voorstel als prioritair geselecteerd uit het werkprogramma 2012 van de Europese Commissie. De commissies zullen op 21 januari 2014 de procedure voor behandeling bespreken.
De Kamer ontving het BNC-fiche op 9 mei 2014. Hieruit blijkt onder meer dat Nederland het voorstel van de Commissie steunt maar van mening is dat de werking van de verordening verder versterkt zou kunnen worden door ook bepalingen toe te voegen die de mogelijkheid bieden om een ad hoc-vergunningplicht (catch-all) op te leggen voor de uitvoer van goederen die niet op de lijst zijn opgenomen, maar wel kunnen bijdragen aan de doodstraf en foltering, en om een vergunningplicht op te leggen voor doorvoer door de Europese Unie. Nederland zal zich actief inzetten voor het toevoegen van doorvoer en catch-all aan de verordening. Verder steunt Nederland het voorstel van de Commissie om de definities voor "foltering" en "wrede, onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing" in lijn te brengen met jurisprudentie van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens.
De regering stuurde op 3 maart 2014 een brief aan de Kamer met daarin het bericht dat het BNC-fiche niet binnen de daarvoor geldende 6-weken termijn aan de Kamer kan worden gezonden.
-
brief regering; Fiche: Aanpassing folterverordening Ministerie van Buitenlandse Zaken - 22.112, TK, 1842
9 mei 2014 -
brief regering; Uitstel toezending van het BNC-fiche inzake het voorstel COM (2014) 1 Aanpassing Folterverordening Ministerie van Buitenlandse Zaken - 22.112, TK, 1804
3 maart 2014
Ter bevordering van de eerbiediging van het menselijk leven en van de fundamentele rechten van de mens heeft de EU in 2006Verordening (EG) nr. 1236/2005 in werking laten treden. De Verordening beoogt het vaststellen van regels voor de handel met derde landen in bepaalde goederen die gebruikt zouden kunnen worden voor de doodstraf, foltering of andere wrede, onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing. In reactie op de resolutie van 17 juni 2010 van het Europees Parlement herziet de Europese Commissie de Verordening in haar geheel. De Commissie stelt op hoofdlijnen de volgende amenderingen voor:
-
-In 2011 is Annex III van de Verordening aangevuld met een sectie 'producten die gebruikt zouden kunnen worden voor de executie van mensen door middel van dodelijke injectie'. Omdat het regime van uitvoermaatregelen die van toepassing is op deze sectie met name is gericht op goederen die gebruikt zouden kunnen worden voor foltering of andere wrede, onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing, beoogt de Commissie met de herziening van de tekst meer duidelijkheid te verschaffen over het doel en de modaliteiten van de uitvoermaatregelen voor goederen die specifiek gebruikt zouden kunnen worden voor de doodstraf.
-
-Naast de bestaande handelsbeperkingen voor de goederen op de lijst stelt de Commissie bijkomende beperkingen voor voor de tussenhandel, technische bijstand en transit.
-
-De Commissie stelt voor de definitie van foltering of andere wrede, onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing op basis van recente jurisprudentie van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens te actualiseren.
-
-Een urgentieprocedure voor de herziening van de Annexen door de Commissie wordt toegevoegd aan de Verordening.
-
-
Voorstel voor een verordening tot wijziging van verordening (EG) nr. 1236/2005 met betrekking tot de handel in bepaalde goederen die gebruikt zouden kunnen worden voor de doodstraf, foltering of andere wrede, onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing commissievoorstel Europese Commissie - COM(2014)1
14 januari 2014
In de databank EUR-Lex wordt de laatste stand van zaken in de Europese behandeling van het voorstel weergegeven.
Het Europees Parlement nam op 17 juni 2010 een resolutie aan over de uitvoering van Verordening (EG) nr. 1236/2005 van de Raad met betrekking tot de handel in bepaalde goederen die gebruikt zouden kunnen worden voor de doodstraf, foltering of andere wrede, onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing. Onderhavig voorstel is een reactie op deze resolutie.
In de databank OEIL van het Europees Parlement wordt de laatste stand van zaken in de behandeling van het voorstel weergegeven.
-
Resolutie van het Europees Parlement van 17 juni 2010 over de uitvoering van Verordening (EG) nr. 1236/2005 van de Raad met betrekking tot de handel in bepaalde goederen die gebruikt zouden kunnen worden voor de doodstraf, foltering of andere wrede, onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing resolutie Europees Parlement - P7_TA(2010)0236
17 juni 2010
In de databank IPEX wordt de behandeling van het voorstel in de diverse (kandidaat) lidstaatparlementen weergegeven.