E170008
  ruit icoon
Laatste revisie: 05-07-2019

E170008 - Commissiemededeling EU-wetgeving: betere resultaten door betere toepassing



Met deze mededeling beoogt de Europese Commissie een meer strategische aanpak van de behandeling van inbreuken op EU-wetgeving door lidstaten.


Stand van zaken

Behandelfase Eerste Kamer: dit E-dossier wordt momenteel NIET ambtelijk geactualiseerd.

nationaal

Op 13 december 2017 stuurden de ministers voor Rechtsbescherming en van Buitenlandse Zaken een brief (EK, B) in vervolg op de brief van de minister van Buitenlandse Zaken d.d. 14 april 2017 waarin zij aandacht vragen voor de betrokkenheid van de Eerste Kamer bij de realisatie van het doel van tijdige implementatie van richtlijnen. Op 16 januari 2018 bespraken de commissies J&V en EUZA de brief en besloten in schriftelijk overleg te treden met de regering. Daartoe werd een conceptbrief voorbereid, die werd doorgeleid naar de Kamervoorzitter. Op 13 februari 2018 werd de brief (EK, C) door de Kamervoorzitter aan de minister voor Rechtsbescherming verstuurd. De behandeling van deze brief wordt vervolgd in dossier 34.714.

Europees

Op 4 juli 2019 presenteerde de Europese Commissie een jaarverslagPDF-document over de controle op de toepassing van Unierecht in 2018.


Kerngegevens

volledige titel

Mededeling van de Commissie EU-wetgeving: betere resultaten door betere toepassing

document Europese Commissie

C(2016)8600PDF-document, d.d. 21 december 2016

commissies Eerste Kamer

verwant dossier


Behandeling Eerste Kamer

Op 13 december 2017 stuurden de ministers voor Rechtsbescherming en van Buitenlandse Zaken een brief (EK, B) in vervolg op de brief van de minister van Buitenlandse Zaken d.d. 14 april 2017 waarin zij aandacht vragen voor de betrokkenheid van de Eerste Kamer bij de realisatie van het doel van tijdige implementatie van richtlijnen. Op 16 januari 2018 bespraken de commissies J&V en EUZA de brief en besloten in schriftelijk overleg te treden met de regering. Daartoe werd een conceptbrief voorbereid, die werd doorgeleid naar de Kamervoorzitter. Op 13 februari 2018 werd de brief (EK, C) door de Kamervoorzitter aan de minister voor Rechtsbescherming verstuurd. De behandeling van deze brief wordt vervolgd in dossier 34.714.

Op 9 mei 2017 bespraken de commissies EUZA en V&J het verslag van een schriftelijk overleg (EK, A) en namen deze voor kennisgeving aan.

De minister van Buitenlandse Zaken stuurde zijn reactie op de brief van de commissies EUZA en V&J op 14 april 2017. Het verslag van het schriftelijke overleg is hierna opgesteld (zie EK, A).

Op 7 februari 2017 besloten de commissies een commissiebrief aan de regering toe te sturen. Deze brief is vastgesteld tijdens de vergadering op 14 februari 2017.

De commissies EUZA en V&J besloten op 31 januari 2017 dat op 7 februari 2017 schriftelijke inbreng kan worden geleverd aan de Europese Commissie over de mededeling.


Behandeling Tweede Kamer

Op 18 oktober 2018 besloot de commissie om het antwoord van de minister van Buitenlandse Zaken van 8 oktober 2018 te agenderen voor het Algemeen Overleg over EU-Informatievoorziening. Dit Algemeen Overleg werd gehouden op 13 februari 2019.

Op 21 juni 2018 stelde de commissie voor Europese Zaken een conceptbrief aan de minister van Buitenlandse Zaken vast met een reactie op verdeling van implementatietermijn van EU-richtlijnen tussen kabinet en Kamer. Op 8 oktober 2018 stuurde de minister een antwoord.

Op 25 mei 2018 stuurde de minister van Buitenlandse Zaken een antwoord op de vragen van de commissie.

Op 12 april 2018 heeft de minister van Buitenlandse Zaken tijdens het Algemeen Overleg over EU-Informatievoorziening toegezegd dat bij de schriftelijke beantwoording van de brief van 6 april 2018 ook de vraag van het lid Leijten wordt betrokken of niet een verdeling van de implementatietermijn van richtlijnen tussen de regering en de Staten-Generaal kan worden gemaakt.

Op 5 april 2018 besprak de commissie voor Europese Zaken de kabinetsbrief van 13 december 2017 inzake boetebeleid Europese Commissie bij te late implementatie van

richtlijnen en besloten hier vragen over te stellen. Op 6 april 2018 werd daarvoor een brief aan de minister van Buitenlandse Zaken verstuurd.


Standpunt Nederlandse regering

Op 27 januari 2017 stuurde het kabinet zijn visie op de mededeling door middel van een BNC-fiche. Het kabinet geeft aan naleving van afspraken in de EU van groot belang te vinden en ziet hierin een kerntaak voor de Commissie. Het kabinet is ook positief over de aankondiging dat de Europese Commissie erop zal toezien dat lidstaten voorzien in een goed functionerende bestuurlijke en rechterlijke macht op nationaal niveau, zodat burgers en bedrijven zich kunnen beroepen op naleving van EU-recht.

Wat betreft te late implementatie van EU-regelgeving wil de Europese Commissie standaard een boete en een dwangsom van de lidstaat eisen. Het kabinet is hier zeer kritisch over. De afweging tussen verzuim op implementatie en de sanctie vindt het kabinet niet altijd proportioneel. Zo kan er een grote boete opgelegd worden, als een kleiner onderdeel van een richtlijn niet geïmplementeerd is. Daarnaast geeft het kabinet aan ruimere, realistische implementatietermijnen te willen en dringt zij erop aan dat de EU PILOT methode gebruikt wordt en niet afgeschaft wordt, zodat inbreukprocedures voorkomen kunnen worden.

Het kabinet concludeert dan ook negatief te zijn over de proportionaliteit van de mededeling met name over het aangescherpte beleid met betrekking tot de implementatie van richtlijnen en het als hoofdregel overslaan van de EU PILOT.


Samenvatting voorstel Europese Commissie

Middels de publicatie van het C-document C(2016)8600 heeft de Europese Commissie haar voorgenomen algemene aanpak meegedeeld ter verbetering van de toepassing, uitvoering en handhaving van EU-recht. Met de mededeling beoogt de Commissie in eerste instantie een meer strategische aanpak van de behandeling van inbreuken op EU-wetgeving door lidstaten. Daarnaast bevat de mededeling een overzicht van andere maatregelen die de Commissie zal nemen om ervoor te zorgen dat EU-wetgeving sneller wordt omgezet en doeltreffend wordt toegepast door de lidstaten.

De maatregelen die de Commissie wil nemen ter verbetering van de toepassing, uitvoering en handhaving van EU-recht vloeien voort uit het Inter-institutioneel Akkoord over Betere regelgeving (IIA). (Zie ook edossier E150011).

Jaarverslagen controle op de toepassing van EU-recht in 2018

Op 4 juli 2019 presenteerde de Europese Commissie een jaarverslagPDF-document over de controle op de toepassing van Unierecht in 2018.

Op 12 juli 2018 presenteerde de Europese Commissie een jaarverslagPDF-document over de controle op de toepassing van EU-recht in 2017.


Behandeling Raad

In de databank EUR-Lex wordt de laatste stand van zaken in de Europese behandeling van het voorstel weergegeven.


Standpunten andere lidstaten (IPEX)

De Bondsraad van Duitsland is op 10 maart 2017 een politiek dialoogPDF-document gestart met de Europese Commissie over het voorstel.


Alle bronnen