E220010 - Voorstel voor een richtlijn: de consument voorbereiden op de groene transitie
Op 30 maart heeft de Europese Commissie een voorstel tot wijziging van de Richtlijnen 2005/29/EG (richtlijn oneerlijke handelspraktijken) en 2011/83/EU (richtlijn consumentenrechten) gepubliceerd om consumenten sterker te doen staan bij de groene transitie. Het voorstel was een van de initiatieven die in de nieuwe consumentenagenda en het actieplan voor de circulaire economie waren neergelegd en is een vervolg op de Europese Green Deal.
Behandelfase Eerste Kamer: implementatietraject gestart.
nationaal
Op 3 april 2023 stuurde de minister van Economische Zaken en Klimaat een antwoord op de nadere vragen van 9 december 2022. Het verslag van een nader schriftelijk overleg werd op 3 april 2023 vastgesteld (36.114, C).
Europees
Op 17 januari 2024 nam het Europees Parlement een wetgevingsresolutie aan over de Richtlijn.
document Europese Commissie
COM(2022)143, d.d. 30 maart 2022
commissies Eerste Kamer
beleidsterreinen
Op 28 februari 2024 is de richtlijn (2024/825) gepubliceerd in het publicatieblad van de Europese Unie. Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie. Lidstaten dienen uiterlijk op 27 maart 2026 aan de richtlijn te voldoen.
De implementatie van de richtlijn is op schema.
Bron: Stand van zaken implementatie richtlijnen eerste kwartaal 2024
-
brief van de minister van BuZa inzake stand van zaken implementatie richtlijnen in het tweede kwartaal 2024 21.109, EK, AZ
23 augustus 2024 Bevat bijlagen -
brief van de minister van BuZa inzake stand van zaken implementatie richtlijnen in het eerste kwartaal 2024 21.109, EK, AV
26 april 2024 Bevat bijlagen -
Richtlijn (EU) 2024/825 van het Europees Parlement en de Raad van 28 februari 2024 tot wijziging van de Richtlijnen 2005/29/EG en 2011/83/EU wat betreft het versterken van de positie van de consument voor de groene transitie door middel van betere informatie en door middel van bescherming tegen oneerlijke praktijken Richtlijn Europese Commissie - 2024/825
28 februari 2024
Op 19 november 2024 leverde de fractie van de BBB (Van Langen-Visbeek) inbreng voor nader schriftelijk overleg over de Milieuraad van 17 juni 2024, waarbij ook vragen werden gesteld over de richtlijn.
Op 3 april 2023 stuurde de minister van Economische Zaken en Klimaat een antwoord op de nadere vragen van 9 december 2022. Het verslag van een nader schriftelijk overleg werd op 3 april 2023 vastgesteld (36.114, C). Het verslag van nader schriftelijk overleg wordt op 18 april 2023 besproken.
Op 9 december 2022 is de brief met nadere vragen verstuurd aan de minister van Economische Zaken en Klimaat.
Op 6 december 2022 leverden de fracties van GroenLinks (Kluit) en van de PvdD (Prast) inbreng voor nader schriftelijk overleg.
Op 22 november 2022 besloten de commissies het leveren van inbreng voor nader schriftelijk overleg aan te houden en opnieuw te agenderen op 6 december 2022.
Op 8 november 2022 besloten de commissies inbreng te leveren voor nader schriftelijk overleg op 22 november 2022.
Op 21 oktober 2022 stuurden de minister van Economische Zaken en Klimaat en de staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat een antwoord op de vragen van 15 juni 2022. Op 25 oktober 2022 is het verslag van een schriftelijk overleg vastgesteld (EK, B). De commissies bespreken dit op 8 november 2022.
Op 5 juli 2022 gaf de minister aan dat beantwoording van de vragen binnen de gestelde termijn niet mogelijk is.
Op 15 juni 2022 is de brief met vragen verstuurd aan de minister van Economische Zaken en Klimaat.
Op 7 juni 2022 leverden de fracties van de VVD (Vos), GroenLinks (Kluit) en de PvdD (Prast) inbreng voor schriftelijk overleg.
Op 24 mei 2022 besloten de commissies EZK/LNV en IWO inbreng te leveren voor schriftelijk overleg op 7 juni 2022.
Op 13 mei 2022 ontving de Kamer het BNC-fiche (36.114, A) voor de richtlijn. Het kabinet onderschrijft de doelstellingen van het voorstel, maar heeft enkele aandachtspunten.
Wat betreft de bevoegdheid van het voorstel, oordeelt het kabinet positief. De rechtsgrondslag waar het voorstel op is gebaseerd (artikel 114 VWEU) maakt de EU bevoegd om maatregelen vast te stellen voor de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten die de instelling en de werking van de interne markt betreffen. Daarnaast hebben de EU en de lidstaten gedeelde bevoegdheid op het terrein van interne markt en consumentenbescherming.
De Europese Commissie wil met dit voorstel voornamelijk een betere werking van de interne markt en een hoger niveau van consumentenbescherming bewerkstelligen. Daarnaast beoogd het voorstel een bijdrage te leveren aan de transitie naar een circulaire en duurzame economie, door de informatievoorziening aan consumenten te verbeteren. Gezien de schaal van intra-EU-handel en de fragmentatie van de interne markt die nationale wetgevingsinitiatieven tot gevolg knnen hebben, kan het doel van het voorstel onvoldoende door lidstaten zelf worden verwezenlijkt en is een EU-aanpak nodig. Daarom staat het kabinet positief tegenover de subsidiariteit van het voorstel.
Het oordeel van het kabinet over de proportionaliteit is positief. Het voorgestelde optreden gaat niet verder dan noodzakelijk om de doelstelling van het verbeteren van de informatiepositie van de consument over duurzaamheidskenmerken van hun aankopen en het tegengaan van misleiding van consumenten te verwezenlijken. De wijzigingen die worden voorzien in de Richtlijn consumentnrechten en de Richtlijn oneerlijke handelspraktijken zijn volgens het kabinet over het algemeen geschikt en gaan niet verder dan noodzakelijk. Wel heeft het kabinet twee aandachtspunten. Ten eerste vraagt het kabinet zich af of het verbod op duurzaamheidskeurmerken die niet door derde partijen geverifieerd zijn, nodig is om het doel te bereiken. Het kabinet is niet overtuigd van de noodzaak van het introduceren van dit verbod, aangezien de toezichthouder ACM nu ook al op dit terrein handhaaft en hieraan specifieke eisen stelt. Ten tweede twijfelt het kabinet of de aan handelaren opgelegde verplichting om informatie te delen wel geschikt is om de doelstelling te bereiken. Het kabient denkt hier bijvoorbeeld aan specifieke gevallen waar deze informatie verborgen is en zij niet over deze informatie kunnen beschikken. Het kabinet zal de Commissie hierop bevragen in de onderhandelingen.
Naar verwachting staat een meerderheid van de lidstaten positief tegenover het voorstel. Sommige lidstaten hebben op het gebied van informatievoorziening al nationale maatregelen genomen. Op 15 januari 2020 heeft het Europees Parlement een resolutie aangenomen, waarin zij het belang van betrouwbare en volledige informatie voor consumenten op het gebied van duurzaamheid en repareerbaarheid onderstreept. Het EP riep de Commissie hierin op om maatregelen te nemen zodat consumenten informatie ontvangen over duurzaamheidskenmerken en reparatiemogelijkheden die transparant is en hen in staat stelt gemakkelijk producten te vergelijken. De Commissie Interne Markt en Consumentenbescherming (IMCO) is de aangewezen commissie voor de behandeling van het voorstel, en heeft tijdens de plenaire vergadering van 7 april 2022 van het Europees Parlement al benadrukt dat consumenten de drijvende kracht achter de groene transitie moeten zijn.
Op 30 maart heeft de Europese Commissie een voorstel tot wijziging van de Richtlijnen 2005/29/EG (richtlijn oneerlijke handelspraktijken) en 2011/83/EU (richtlijn consumentenrechten) gepubliceerd om consumenten sterker te doen staan bij de groene transitie. Het voorstel was een van de initiatieven die in de nieuwe consumentenagenda en het actieplan voor de circulaire economie waren neergelegd en is een vervolg op de Europese Green Deal.
Met dit voorstel beoogt de Europese Commissie bij te dragen tot een circulaire, schone en groene Europese economie door consumenten in staat te stellen weloverwogen aankoopbeslissingen te nemen en zo bij te dragen tot duurzamere consumptie.
Daarnaast is het voorstel gericht tegen oneerlijke handelspraktijken die consumenten dusdanig misleiden dat zij geen duurzame consumptiekeuzen maken. Handelspraktijken die duurzame aankopen in de weg staan zijn bijvoorbeeld, praktijken van greenwashing (misleidende milieuclaims, die gebruikt worden om producten aan te prijzen), vroegtijdige veroudering en het gebruik van onbetrouwbare en onduidelijke duurzaamheidskenmerken en -informatiemiddelen. De lijst van productkenmerken waarover een handelaar consumenten niet mag misleiden, wordt met dit voorstel uitgebreid. Zo worden onder meer de effecten op maatschappelijk en milieugebied, repareerbaarheid en duurzaamheid van het product toegevoegd. Tot slot zorgt het voorstel voor een betere en consequentere toepassing van de EU-voorschriften voor consumentenbescherming.
-
Voorstel voor een Richtlijn van het Europees Parlement en de Raad wat betreft het versterken van de positie van de consument voor de groene transitie door middel van betere informatie en bescherming tegen oneerlijke praktijken voorstel Europese Commissie - COM(2022)143
30 maart 2022
Op 30 maart 2022 is het voorstel gepubliceerd.
In de databank EUR-Lex wordt de laatste stand van zaken in de Europese behandeling van het voorstel weergegeven.
Op 28 februari 2024 ondertekenden het Europees Parlement en de Raad de richtlijn.
Op 17 januari 2024 nam het Europees Parlement een wetgevingsresolutie aan over de Richtlijn.
Op 25 januari 2023 publiceerde de commissie voor Milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid (ENVI) een opinie over het voorstel.
Op 29 september 2022 publiceerde de commissie voor Interne markt en consumentenbescherming (IMCO) een rapport over het voorstel.
De commissie voor Interne markt en consumentenbescherming (IMCO) van het Europees Parlement behandelt het voorstel. De commissies voor Economische en monetaire Zaken (ECON), Milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid (ENVI) en Juridische zaken (JURI) zijn aangesteld als adviescommissies.
In de databank OEIL van het Europees Parlement wordt de laatste stand van zaken in de behandeling van het voorstel weergegeven.
-
Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 17 januari 2024 over het voorstel voor een Richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van de Richtlijnen 2005/29/EG en 2011/83/EU wat betreft het versterken van de positie van de consument voor de groene transitie door middel van betere informatie en bescherming tegen oneerlijke praktijken resolutie Europees Parlement - P9_TA(2024)0018
17 januari 2024 -
Opinion of the Committee on the Environment, Public Health and Food Safety for the Committee on the Internal Market and Consumer Protection on the proposal for a directive of the European Parliament and of the Council amending Directives 2005/29/EC and 2011/83/EU as regards empowering consumers for the green transition through better protection against unfair practices and better information [en] rapport Europees Parlement - PE736.396v02-00
25 januari 2023 -
Draft Report on the proposal for a directive of the European Parliament and of the Council on amending Directives 2005/29/EC and 2011/83/EU as regards empowering consumers for the green transition through better protection against unfair practices and better information [en] rapport Europees Parlement - PE736.537v01-00
29 september 2022 -
Europees Parlement - Resolutie over de Europese Green Deal Europees Parlement - P9_TA-PROV(2020)0005
15 januari 2020
In de databank IPEX wordt de behandeling van het voorstel in de diverse (kandidaat) lidstaatparlementen weergegeven.