E240003 - Voorstel voor een Richtlijn tot vaststelling van minimumvoorschriften ter voorkoming en bestrijding van mensensmokkel
Dit voorstel voor een Richtlijn betreft het bestrijden van mensensmokkel door middel van het juridische raamwerk voor het tegengaan van hulpverlening bij illegale binnenkomst, illegale doortocht en illegaal verblijf te moderniseren en te versterken.
Behandelfase Eerste Kamer: behandeling in commissie Eerste Kamer.
nationaal
Op 25 oktober 2024 stuurde de minister van J&V een antwoord op de brief met nadere vragen van 23 april 2024. Op 1 november werd het verslag van een nader schriftelijk overleg (EK, M) vastgesteld.
Europees
In het verslag van de JBZ-Raad van 13 en 14 juni 2024 geeft de regering aan dat het voorstel binnen lagere Raadsgremia besproken is (32.317, OR).
volledige titel
Voorstel voor een Richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van minimumvoorschriften ter voorkoming en bestrijding van hulpverlening bij illegale binnenkomst, illegale doortocht en illegaal verblijf in de Unie, en ter vervanging van Richtlijn 2002/90/EG van de Raad en Kaderbesluit 2002/946/JBZ van de Raad
document Europese Commissie
COM(2023)755, d.d. 28 november 2023
rechtsgrondslag
artikel 83, lid 2 (VWEU)
commissie Eerste Kamer
Op 25 oktober 2024 stuurde de minister van J&V een antwoord op de brief met nadere vragen van 23 april 2024. Op 1 november werd het verslag van een nader schriftelijk overleg (EK, M) vastgesteld.
Op 13 juli 2024 stuurde de Europese Commissie een antwoord op de brief van 15 maart 2024.
De commissie besloot op 25 juni 2024 het agendapunt aan te houden en opnieuw te agenderen nadat de beantwoording door de regering is ontvangen van de uitgaande brief van 23 april 2024.
Op 23 april 2024 is de brief met nadere vragen verstuurd aan de staatssecretaris van J&V.
N.a.v. de brief van 6 maart 2024 (EK, D) werd op 16 april 2024 inbreng voor nader schriftelijk overleg met de staatssecretaris van J&V geleverd door de fracties van ChristenUnie en GroenLinks-PvdA gezamenlijk (Huizinga-Heringa/Karimi) en D66 (Dittrich).
Op 9 april 2024 informeerde de Kamer de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid per brief over de beëindiging van het parlementair behandelvoorbehoud, mits voldaan wordt aan een informatieverzoek van de commissies.
Op 2 april 2024 besloot de commissie in te stemmen met de opgestelde Voorzittersbrief en in het bijzonder om daarbij de staatssecretaris van J&V mede te delen dat de Kamer, in aanmerking nemende de in de brief verwoordde aanvullende specifieke informatieafspraken, het parlementair behandelvoorbehoud niet langer noodzakelijk acht. De commissie besloot om het parlementair behandelvoorbehoud op te heffen en door te geleiden naar de plenaire vergadering van 9 april, waar het als hamerstuk is afgedaan. De commissie besloot naar aanleiding van de brief van 25 maart 2024 (EK, D) om op 16 april 2024 gelegenheid te bieden voor het leveren van inbreng voor nader schriftelijk overleg met de staatssecretaris van J&V.
Op 26 maart 2024 vond het mondeling overleg met de staatssecretaris van J&V plaats. Het overleg is terug te zien via deze link.
Op 25 maart 2024 stuurde de staassecretaris een antwoord (EK, D) op de brief van 6 maart 2024. Op 28 maart 2024 werd het verslag van een schriftelijk overleg vastgesteld.
Op 15 maart 2024 is de brief met vragen in het kader van de politieke dialoog verstuurd aan de Europese Commissie.
Op 12 maart 2024 stemde de Eerste Kamer in met het maken van een parlementair behandelvoorbehoud op het voorstel voor een richtlijn over mensensmokkel. Op 15 maart 2024 werd een brief over het besluit naar de staatssecretaris van J&V verstuurd (EK, C).
Op 6 maart 2024 is de brief met vragen verstuurd aan de staatssecretaris van J&V.
Op 5 maart 2024 besloot de commissie de brief aan de Voorzitter (met in de bijlage een brief aan de staatssecretaris van J&V) over het instellen van een parlementair behandelvoorbehoud (36.507, A) voor stemming door te geleiden naar de plenaire vergadering van 12 maart 2024.
Op 27 februari 2024 werd inbreng voor schriftelijk overleg met de minister van J&V en de Europese Commissie naar aanleiding van voorstel COM(2023)755 geleverd door de fractie van GroenLinks-PvdA (Karimi). De commissie besloot de Kamer voor te stellen een parlementair behandelvoorbehoud in te stellen. Op 5 maart 2024 wordt een gemotiveerd voorstel van het lid Karimi (GoenLinks-PvdA) aan de commissie voorgelegd, zodat het parlementair behandelvoorbehoud op 12 maart 2024 plenair kan worden behandeld. De commissie heeft het voornemen om een mondeling overleg met de staatssecretaris van J&V te organiseren op 26 maart 2024, indien de Kamer besluit een parlementair behandelvoorbehoud in te stellen.
Op 6 februari 2024 besloot de commissie het voorstel in behandeling te nemen en deze te agenderen voor het leveren van inbreng voor schriftelijk overleg met de regering en/of de Europese Commissie op 27 februari 2024. De commissie overweegt een parlementair behandelvoorbehoud. Met het oog daarop zal de regering verzocht worden uiterlijk 7 maart te reageren op de vragen.
Op 15 februari besprak de commissie voor Justitie en Veiligheid (J&V) van de Tweede Kamer het voorstel en besloot het te agenderen voor het commissiedebat over de JBZ-Raad van 4 en 5 maart (vreemdelingen- en asielbeleid) op 29 februari 2024.
Op 26 januari 2024 ontving de Kamer het BNC-fiche met daarin het standpunt van de regering over het voorstel. Het kabinet staat overwegend positief tegenover het voorstel en de manier waarop het onderlinge Europese samenwerking kan verbeteren.
Over de meeste, in het voorstel genoemde, toevoegingen is het kabinet positief. Ook geeft het kabinet aan reeds aan vele van de minimumvoorschriften te voldoen.
Het kabinet heeft nog wel een aantal opmerkingen. Zo zal het kabinet de Europese Commissie verzoeken om alsnog een impact assessment uit te voeren gezien het formaat van het voorstel. Dit was in eerste instantie niet gedaan wegens de korte tijd waarbinnen het voorstel tot stand is gekomen. Ook is het kabinet kritisch op een aantal rapportageverplichtingen die wellicht kunnen leiden tot onnodige belasting van de strafrechtketen. Hier zal het kabinet dan ook sturen op vermindering van deze verplichtingen.
Als aandachtspunt zal het kabinet zich nog inzetten om op verschillende punten verduidelijking in de tekst te krijgen omdat het kabinet van mening is dat sommige formuleringen niet scherp genoeg zijn.
Het kabinet oordeelt positief over de bevoegdheid, subsidiariteit en proportionaliteit van het voorstel en kan zich vinden in de benoemde rechtsgrondslag, artikel 83, tweede lid, VWEU. Het kabinet heeft op deze onderdelen geen verdere negatieve kanttekeningen.
De verwachting van het kabinet is dat zowel de meeste EU-Lidstaten, als ook het Europees Parlement dit voorstel zullen steunen, gezien de urgentie van het onderwerp mensensmokkel binnen de Lidstaten en de EU. Wel zullen sommige individuele lidstaten naar verwachting eigen aandachtspunten bij het voorstel aan de orde zullen brengen gezien de grote verschillen tussen nationale delictsomschrijvingen.
-
brief van de minister van BuZa inzake BNC-fiche over Richtlijn tot wijziging minimumnormen ter voorkoming en tegengaan van mensensmokkel 36.507, EK, B
26 januari 2024 Bevat bijlagen
Op 28 november 2023 heeft de Europese Commissie het voorstel COM(2023)755 voor de Richtlijn tot wijziging van minimumnormen ter voorkoming en tegengaan van hulpverlening bij illegale binnenkomst, illegale doortocht en illegaal verblijf gepubliceerd. Het voorstel streeft ernaar de huidige richtlijn en het kaderbesluit uit 2002 in relatie tot mensensmokkel te vervangen.
Met voorstel COM(2023)755 beoogt de Europese Commissie het juridische raamwerk voor het tegengaan van hulpverlening bij illegale binnenkomst, illegale doortocht en illegaal verblijf (ook wel mensensmokkel) te moderniseren en te versterken. De specifieke doelstellingen zijn:
-
1)doeltreffend onderzoek, vervolging en bestraffing van georganiseerde criminele netwerken die verantwoordelijk zijn voor mensensmokkel te bewerkstelligen middels een duidelijkere definitie van het mensensmokkeldelict;
-
2)tot meer geharmoniseerde straffen te komen, die rekening houden met de ernst van het delict te komen;
-
3)de reikwijdte van wanneer rechtsmacht over een begaan delict bestaat te verbeteren;
-
4)de middelen van lidstaten te versterken om mensensmokkel aan te pakken en te voorkomen, en
-
5)gegevensverzameling en rapportage te verbeteren.
-
Voorstel voor een Richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van minimumvoorschriften ter voorkoming en bestrijding van hulpverlening bij illegale binnenkomst, illegale doortocht en illegaal verblijf in de Unie, en ter vervanging van Richtlijn 2002/90/EG van de Raad en Kaderbesluit 2002/946/JBZ van de Raad voorstel Europese Commissie - COM(2023)755
28 november 2023
In het verslag van de JBZ-Raad van 13 en 14 juni 2024 geeft de regering aan dat het voorstel binnen lagere Raadsgremia besproken is (32.317, OR).
Een groot deel van de besprekingen ging over het al dan niet schrappen van het criterium "financieel of materieel voordeel" uit artikel 3 van het voorstel. Veel lidstaten, waaronder Nederland, zijn voorstander van het schrappen van dit onderdeel. Nederland benadrukte echter het belang van het beschermen van humanitaire hulpverlening tegen strafrechtelijke vervolging, zonder dat dit criminele smokkelaars zou helpen. Daarnaast kreeg het onderdeel over het publiekelijk aanzetten tot illegale binnenkomst, doortocht of verblijf weinig steun, vooral vanwege zorgen over legaliteit en vrijheid van meningsuiting.
Op 5 maart 2024 uitten de meeste lidstaten in een volledige tafelronde zorgen over de opname van het bestanddeel 'financieel gewin' (32.317, OO). Daarnaast spraken landen hun twijfel uit over de bewijslast voor het element van ernstige schade. Veel lidstaten gaven aan dat het verlenen van pure humanitaire hulp aan migranten niet strafbaar zou moeten worden gesteld. Ook de Nederlandse regering benadrukte dat het van belang is dat zuivere humanitaire dienstverlening niet wordt vervolgd, maar dat een expliciete humanitaire clausule in de operationele tekst volgens de regering niet noodzakelijk of effectief is.
Tijdens de JBZ-Raad van 4 en 5 december 2023 lichtte de Europese Commissie de voorstellen over mensensmokkel toe. Nederland riep hierbij op tot een spoedige start van de gesprekken over het wetgevingspakket (32.317, OK).
In de databank EUR-Lex wordt de laatste stand van zaken in de Europese behandeling van het voorstel weergegeven.
-
brief van de ministers van J&V en voor Rechtsbescherming en de staatssecretaris van J&V inzake verslag van de JBZ-Raad van 13 en 14 juni 2024
Op 25 juni 2024 besloten de commissies het verslag van de formele JBZ-Raad van 13 en 14 juni 2024 voor kennisgeving aan te nemen. 32.317, EK, OR
21 juni 2024 Bevat bijlagen -
brief van de minister van J&V en voor Rechtsbescherming en de staatssecretaris van J&V inzake verslag JBZ-Raad van 4 en 5 december 2023 32.317, EK, OK
15 december 2023 Bevat bijlage
De commissie Burgerlijke vrijheden, Justitie en Binnenlandse Zaken (LIBE) van het Europees Parlement behandelt het voorstel. De commissies Buitenlandse Zaken (AFET) en Juridische zaken (JURI) zijn aangesteld als adviescommissies.
In de databank OEIL van het Europees Parlement wordt de laatste stand van zaken in de behandeling van het voorstel weergegeven.
Op 20 maart 2024 nam de Italiaanse Kamer van Afgevaardigden een resolutie over COM(2023)755 aan.
Op 12 maart 2024 nam het Spaanse parlement een resolutie over COM(2023)755 aan.
Op 14 februari 2024 nam de Tsjechische Kamer van Afgevaardigden een resolutie over voorstellen COM(2023)754 en COM(2023)755 aan.
In de databank IPEX wordt de behandeling van het voorstel in de diverse (kandidaat) lidstaatparlementen weergegeven.
-
Opinion of the Spanish parliament on COM(2023)755 [sp] standpunt nationaal parlement 7703/24
12 maart 2024 -
Resolution No. 278 of the Czech Chamber of Deputies [en] resolutie Parlement Tsjechië - 278
14 februari 2024
Op 18 september 2024 bracht de Commissie Meijers een advies uit over het richtlijnvoorstel.