E240009
  ruit icoon
Laatste revisie: 11-09-2024

E240009 - Pakket betreffende de Europese industriële defensiestrategie



Op 5 maart 2024 presenteerde de Europese Commissie een pakket voorstellen betreffende de Europese industriële defensiestrategie. Het pakket bestaat uit een gezamenlijke mededeling en een voorstel voor een verordening:

  • Gezamenlijke mededeling betreffende een nieuwe Europese industriële defensiestrategie: het verwezenlijken van de paraatheid van de EU door middel van een responsieve en veerkrachtige Europese defensie-industrie (JOIN(2024)10PDF-document).
  • Voorstel voor een Verordening tot vaststelling van het programma voor de Europese defensie-industrie en van een kader van maatregelen ter waarborging van de tijdige beschikbaarheid en levering van defensieproducten (COM(2024)150PDF-document).

Daarnaast publiceerde de Europese Commissie op 24 januari 2024 een witboek dat ingaat op exportcontrole van dual-use goederen en technologie:


Stand van zaken

Behandelfase Eerste Kamer: behandeling in commissie Eerste Kamer.

nationaal

Op 10 september 2024 besloot de commissie de brief van de minister van Defensie van 2 september 2024 voor kennisgeving aan te nemen.

Europees

Tijdens de Europese Raad van 21 en 22 maart 2024 werd het pakket besproken en werd het verzoek gedaan om snel voortgang te boeken op het verordeningsvoorstel voor een Europees Defensie-industrieprogramma (EDIP) en de werkzaamheden overeenkomstig de gezamenlijke mededeling over een Europese defensie-industriestrategie (EDIS).


Kerngegevens

volledige titel

Voorstel voor een Verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van het programma voor de Europese defensie-industrie en van een kader van maatregelen ter waarborging van de tijdige beschikbaarheid en levering van defensieproducten

document Europese Commissie

COM(2024)150PDF-document, d.d. 5 maart 2024

commissies Eerste Kamer

beleidsterreinen


Behandeling Eerste Kamer

Op 10 september 2024 besloot de commissie de brief van de minister van Defensie van 2 september 2024 voor kennisgeving aan te nemen.

Op 2 september 2024 stuurde de minister een antwoord op de brief met nadere vragen van 3 juli 2024. Op 4 september 2024 werd een verslag van een nader schriftelijk overleg (EK, C) vastgesteld.

Op 5 juli 2024 stuurde de minister van Defensie een uitstelbrief.

Op 3 juli 2024 werd de brief met nadere vragen verzonden aan de minister van Defensie.

Op 25 juni 2024 werd inbreng voor nader schriftelijk overleg geleverd door de fracties van BBB (Van Gasteren), VVD (Petersen), ChristenUnie (Huizinga) en PvdD (Koffeman).

Op 11 juni 2024 besloot de commissie inbreng voor nader schriftelijk overleg te leveren op 25 juni 2024.

Op 6 juni 2024 stuurden de minister en staatssecretaris van Defensie een antwoord op de brief met vragen van 1 mei 2024. Op 7 juni werd het verslag van een schriftelijk overleg (EK, B) vastgesteld.

Op 1 mei 2024 is de brief met vragen verstuurd aan de minister van Defensie. Een afschrift van de brief is verzonden aan de minister van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking.

Op 23 april 2024 werd inbreng voor schriftelijk overleg geleverd door de fracties van BBB (Van Gasteren), VVD (Petersen), D66 (Belhirch), SP (Van Apeldoorn), CU (Huizinga-Heringa), PvdD (Koffeman), JA21 (Van Bijsterveld) en Volt (Hartog).

Op 9 april 2024 besloot de commissie het pakket in behandeling te nemen en op 23 april 2024 inbreng voor schriftelijk overleg te leveren.

Op 12 maart 2024 besloot de commissie het BNC-fiche af te wachten en de voorstellen over de Europese industriële defensiestrategie vervolgens opnieuw te agenderen. Het lid Hartog (Volt) verzoekt daarbij ook de kabinetsappreciatie over het Witboek van de Europese Commissie over exportcontrole te betrekken bij de verdere behandeling.


Behandeling Tweede Kamer

Op 23 mei 2024 beantwoordde de minister van Defensie vragen over EDIS en EDIP die de commissie van Defensie had gesteld naar aanleiding van de geannoteerde agenda Raad Buitenlandse Zaken en Defensie d.d. 28 mei 2024 (21 501-28, 266). De commissie Defensie nam de antwoordbrief op 13 juni 2024 voor kennisgeving aan.

Op 10 mei 2024 brachten de rapporteurs van de Tweede Kamer hun tussentijds verslag uit (36.538, 1).

Op 16 april 2024 leverde de commissie Defensie inbreng voor schriftelijk overleg over het BNC-fiche. De antwoorden hierop zullen betrokken worden bij het commissiedebat Raad Buitenlandse Zaken Defensie op 15 mei 2024.

Tijdens het debat over de buitengewone Europese Top van 17 en 18 april 2024 dienden de leden Eerdmans (JA21) en Tuinman (BBB) een motie in over de Nederlandse defensie-industrie-initiatieven op nationaal niveau ondersteunen (21.501-20, 2078). De motie is aangenomen.

Op 28 maart 2024 stemde de commissie Defensie in met het mandaat van de rapporteurs en de begroting voor het rapporteurschap. De leden Dassen en Erkens werden in dit kader tot rapporteur benoemd.

Op 14 maart 2024 besloot de commissie voor Defensie van de Tweede Kamer om een feitelijke vragenronde te houden over de kabinetsappreciaties (BNC-fiches). De commissie besloot tevens het verslag van een schriftelijk overleg naar aanleiding van deze vragenronde te betrekken bij een commissiedebat.

Op 8 maart 2024 stelde de commissie Europese Zaken vragen over EDIS (de Europese defensie-industrie Strategie) en EDIP (Europese Defensie-industrie Plan) in het schriftelijk overleg over de geannoteerde agenda voor de Raad Algemene Zaken van 19 maart 2024 (21.501-02, 2860). De commissie nam het schriftelijk overleg op 28 maart 2024 voor kennisgeving aan.

Dit pakket voorstellen is geprioriteerd door de Tweede Kamer.


Standpunt Nederlandse regering

BNC-fiche JOIN(2024)10 en COM(2024)150

Op 28 maart 2024 ontving de Kamer het BNC-fiche. Het kabinet steunt de plannen van de Europese Commissie om de Europese defensie- en veiligheidsindustrie (EDTIB) te versterken en onderstreept het belang van meer investeringen in de EDTIB. Het steunt de voorgestelde streefpercentages, maar pleit ook voor flexibiliteit bij de samenwerking met niet-EU partnerlanden, zoals de Verenigde Staten. Verder benadrukt het kabinet het belang van grensoverschrijdende industriële samenwerking en competitie binnen de EU, en verwelkomt het maatregelen om financiering voor de EDTIB te verbeteren en de rol van het mkb in de defensie-industrie te versterken.

Bevoegdheid

Het kabinet staat positief tegenover de bevoegdheid van de EU voor de mededeling als de verordening. De verordening is gebaseerd op verschillende rechtsgrondslagen: artikel 173 VWEU voor het concurrentievermogen van de Europese defensie-industrie (EDTIB), artikel 114 VWEU voor de Europese markt voor defensiematerieel (EDEM), artikel 212 VWEU voor de versterking van de Oekraïense defensie-industriebasis (DTIB), en artikel 322 VWEU voor de financiële bepalingen. Het kabinet is het eens met deze rechtsgrondslagen.

Subsidiariteit

Het kabinet oordeelt positief over de subsidiariteit van zowel de mededeling als de verordening. De subsidiariteitstoets is niet van toepassing op de onderdelen van de verordening die onder artikel 322 VWEU vallen, omdat de bevoegdheid om financiële regels vast te stellen enkel door de EU kan worden uitgeoefend. Het kabinet beoordeelt de subsidiariteit van de andere onderdelen van de verordening als positief. Zowel de mededeling als de verordening streven ernaar de Europese defensie-industrie te versterken door de productiecapaciteit op te schalen, gezamenlijke aanschaf te bevorderen en leveringszekerheid te verbeteren. Gecoördineerd Europees optreden is volgens het kabinet nodig om aan de toegenomen vraag te kunnen voldoen en problemen zoals leveringscrises en fragmentatie van de Europese defensiemarkt aan te pakken. Het kabinet acht optreden op EU-niveau daarom gerechtvaardigd.

Proportionaliteit

Tot slot is het kabinet ook positief over de proportionaliteit van de mededeling en de verordening. Het voorgestelde optreden en budget lijken het kabinet geschikt om samenwerking tussen lidstaten aan te jagen. Daarnaast stelt het kabinet dat het voorgestelde optreden binnen de noodzakelijke grenzen blijft, geen verplichtingen oplegt aan de lidstaten en past binnen de huidige geopolitieke context.

Appreciatie witboek exportcontrole

Op 1 maart 2024 stuurde de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking een kabinetsappreciatie over het witboek. Het kabinet staat achter het streven van de Commissie om de exportcontrole van Dual-use goederen en technologie beter te coördineren, maar heeft nog drie algemene opmerkingen bij de analyse van de Commissie.

De Commissie benadrukt in haar witboek dat het huidige exportcontrolemechanisme traag is en stelt manieren voor om de besluitvorming te versnellen. Hoewel het kabinet snelheid ook belangrijk vindt, waarschuwt het voor het gebruik van EU-coördinatie als middel voor spoedreparaties. Ten tweede is het kabinet kritisch over de vergelijking die de Commissie maakt tussen recente sanctiemaatregelen tegen Rusland en exportcontrole, omdat sancties volgens het kabinet een andere juridische basis en ratio hebben. Tot slot benadrukt het kabinet dat verbeterde EU-coördinatie afhankelijk is van de toewijding en verantwoordelijkheid van de lidstaten, met de Commissie in een ondersteunende rol. Verder geeft het kabinet een appreciatie van de concrete voorstellen in het witboek:

  • 1. 
    Waarborgen van de continuïteit en het versterken van uniforme exportcontrole in de EU door EU-controles

Het kabinet is positief over het voornemen van de Commissie om gecoördineerde EU-controles in te voeren wanneer de situatie in de exportcontroleregimes dit noodzakelijk maakt en er consensus onder de lidstaten is. Het kabinet staat echter terughoudend tegenover het gebruik van de gewone wetgevingsprocedure voor het uitbreiden van de controlelijst van de Dual-Use Verordening, en geeft de voorkeur aan het verkennen van juridische mogelijkheden voor de Commissie om de lijst te wijzigen via gedelegeerde handelingen.

  • 2. 
    Het instellen van een forum voor politieke coördinatie op het terrein van exportcontrole

Het kabinet staat ook positief tegenover het voorstel van de Commissie om een platform op te richten ten behoeve van politieke coördinatie over exportcontrole. Wel benadrukt het kabinet dat het zwaartepunt van dit nieuwe forum bij de Raad moet liggen, niet bij de Commissie, en dat het essentieel is dat EU-lidstaten onderling overeenstemming bereiken over de modaliteiten en de interactie met de bestaande Raadswerkgroep.

  • 3. 
    Het verbeteren van de coördinatie van nationale exportcontrolelijsten

Het kabinet benadrukt het belang van EU-coördinatie van controlemaatregelen vanwege gedeelde veiligheidsoverwegingen en om een gelijk speelveld op de interne markt te waarborgen. Het ziet mogelijkheden binnen de Dual-Use Verordening, met name via artikelen 9 en 10, om nationale veiligheidsrisico's efficiënt aan te pakken zonder afbreuk te doen aan multilaterale exportcontrole.

  • 4. 
    Het vervroegen van de evaluatie van de Verordening (EU) 2021/821 tot instelling van een Unieregeling voor controle op de uitvoer, de tussenhandel, de technische bijstand, de doorvoer en de overbrenging van producten voor tweeërlei gebruik

Het kabinet staat open voor een vervroegde evaluatie, op voorwaarde dat dit de voortgang van het huidige exportcontrolekader niet hindert en de evaluatie gericht blijft op de geïdentificeerde tekortkomingen in het witboek.


Samenvatting voorstel Europese Commissie

Op 5 maart 2024 presenteerden de Europese Commissie en de Hoge vertegenwoordiger de eerste Europese strategie voor de defensie-industrie (EDIS). De EDIS moet de paraatheid van de Europese defensie-industrie verbeteren door lidstaten te stimuleren meer en gezamenlijk te investeren. Naast de strategie presenteerde de Europese Commissie een verordeningsvoorstel voor een programma voor de Europese defensie-industrie, dat budget voor investeringen in de defensie-industrie vrijmaakt en een juridisch kader schetst voor de samenwerking op het gebied van defensiemateriaal.


Behandeling Raad

Tijdens de Europese Raad van 21 en 22 maart 2024 werd het pakket besproken en werd het verzoek gedaan om snel voortgang te boeken op het verordeningsvoorstel voor een Europees Defensie-industrieprogramma (EDIP) en de werkzaamheden overeenkomstig de gezamenlijke mededeling over een Europese defensie-industriestrategie (EDIS).

Tijdens de informele Raad Buitenlandse Zaken Defensie van 30 en 31 januari 2024 gaf Commissaris Breton een toelichting op de Europese Defensie Industrie Strategie (EDIS) en het Europese Defensie Investeringsprogramma (EDIP), die naar verwachting eind februari gepresenteerd zullen worden (21.501-28, 264).

In de databank EUR-Lex wordt de laatste stand van zaken in de Europese behandeling van het voorstel weergegeven.


Behandeling Europees Parlement

COM(2024)150

In de databank OEIL van het Europees Parlement wordt de laatste stand van zaken in de behandeling van het voorstel COM(2024)150 weergegeven.

JOIN(2024)10

De commissie Industrie, onderzoek en energie (ITRE) van het Europees Parlement behandelt het voorstel. De commissies Buitenlandse Zaken (AFET), Begroting (BUDG), Economische en Monetaire Zaken (ECON) en Interne Markt en Consumentenbescherming (IMCO) zijn aangesteld als adviescommissies.

In de databank OEIL van het Europees Parlement wordt de laatste stand van zaken in de behandeling van het voorstel JOIN(2024)10 weergegeven.


Standpunten andere lidstaten (IPEX)

In de databank IPEX wordt de behandeling van het voorstel COM(2024)150 in de diverse (kandidaat) lidstaatparlementen weergegeven.

In de databank IPEX wordt de behandeling van het voorstel JOIN(2024)10 in de diverse (kandidaat) lidstaatparlementen weergegeven.


Alle bronnen