In deze motie wordt de regering verzocht de Europese Commissie op de hoogte te stellen van de bezwaren van de Eerste Kamer en er bij de Commissie op aan te dringen dat in de reeds voorziene evaluatie van de Richtlijn uitgebreid aandacht zal worden besteed aan de effectiviteit van de opslag van internetverkeersgegevens.
nummer | 31.145, N |
---|---|
ingediend | 6 juli 2009 |
gewijzigd | 7 juli 2009 |
behandelstatus | gewijzigd aangenomen |
toelichting behandelstatus | Aangenomen met algemene stemmen op 7 juli 2009 na stemming bij zitten en opstaan. |
indiener(s) | H. Franken (CDA) |
mede ondertekend door | P.H.J. Essers (CDA) J.A.M. Hendrikx G. de Vries-Leggedoor (CDA) R. Willems |
dossier(s) | Wet bewaarplicht telecommunicatiegegevens (31.145) |
behandelende commissie(s) | commissie voor Justitie (Just.) |
De commissies voor de JBZ-Raad en voor Justitie hebben de minister van Veiligheid en Justitie bij brief van 5 april 2011 laten weten dat ze met de minister van gedachten willen wisselen zodra de Europese Commissie haar evaluatie van de Dataretentierichtlijn heeft gepubliceerd.
De Eerste Kamercommissies voor Justitie en voor de JBZ-Raad hebben in reactie op de brief van de minister van Veiligheid en Justitie van 20 december (EK 31.145, R met bijlagen) op 8 februari 2011 een brief over de Nederlandse inbreng voor de evaluatie van de Dataretentierichtlijn (in verband met de gewijzigde motie-Franken c.s. en toezegging T01065) aan de minister gezonden. De commissies hebben op 24 maart 2011 een reactie van de minister ontvangen. De brief is op 5 april 2011 voor kennisgeving aangenomen.
De Eerste Kamercommissies voor Justitie en voor de JBZ-Raad hebben op 6 juli 2010 de brief (EK 31.145, P en bijlage) van de minister van Justitie van 1 juli 2010 over de uitvoering van de Gewijzigde motie-Franken c.s. (EK 31.145, N) besproken. De brief is op 6 juli voor kennisgeving aangenomen.