Verklaring van de Voorzitters van de beide Kamers der Staten-Generaal
De Voorzitters van de Eerste Kamer en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal hebben met grote blijdschap kennis genomen van de geboorte van de dochter van Zijne Koninklijke Hoogheid de Prins van Oranje en Hare Koninklijke Hoogheid Prinses Máxima der Nederlanden op 7 december 2003.
De gelukwensen namens de Staten-Generaal gelden in de eerste plaats de ouders, die met de voorspoedige geboorte van hun eerste kind een vreugdevolle en bijzondere gebeurtenis meemaken. Ook naar Hare Majesteit Koningin Beatrix gaan gelukwensen uit met deze verrijking van de Koninklijke Familie, de geboorte van haar tweede kleinkind.
De staatkundige betekenis van deze geboorte is van gewicht. De prinses heeft immers als tweede in de lijn van de troonopvolging een bijzondere plaats in onze constitutionele monarchie. Voor geen andere Nederlander geldt dat de taak waartoe zij straks geroepen kan worden in de Grondwet is vastgelegd. De Voorzitters spreken namens de beide Kamers de wens uit dat de prinses in goede gezondheid en tot vreugde van haar ouders en familie mag opgroeien en daarbij de eigenschappen zal ontwikkelen die nodig zijn om te zijner tijd deze bijzondere staatsrechtelijke positie te kunnen vervullen, in het belang van het Nederlandse volk.
Namens de Staten-Generaal zal ter gelegenheid van deze geboorte een geschenk worden aangeboden aan de ouders.
Den Haag, 7 december 2003,
De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal,
Mr. Y.E.M.A. Timmerman-Buck
De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal,
Frans W. Weisglas
Deel dit item: