De Eerste Kamerleden Van Thijn (PvdA) en Kox (SP) hebben met steun van de aanwezige Kamerleden in de Parlementaire Assemblee van de Raad van Europa een motie ingediend om de onderhandelingen tussen de EU en de Raad van Europa voor toetreding van de Europese Unie (EU) tot het Europees Verdrag van de Mens (EVRM) zo snel mogelijk te laten beginnen, ook over de verdragsrechtelijke basis. Het groter belang in deze, namelijk meer geloofwaardigheid en een betere bescherming van de mensenrechten op EU-niveau, moet voorop staan, temeer daar het een non-controversiële kwestie is, zoals blijkt uit het breed ondersteunde initiatief. De Europese reflectieperiode zou niet afgewacht moeten worden.
Politieke wil
De motie is tevens ondertekend door de aanwezige Nederlandse leden van de parlementaire delegatie naar de PACE, mevrouw Bemelmans-Videc (CDA EK), de heer Dees (VVD, EK), de heer Platvoet (GL, EK), de heer Jurgens (PvdA, EK) en de heer Van Winsem (CDA, TK). De regeringsleiders van zowel de EU- als de Raad van Europa lidstaten hebben de afgelopen maanden duidelijk gemaakt dat de politieke wil bestaat om de EU partij te maken bij het EVRM. Premier Juncker van Luxemburg had in zijn recente rapport over de relatie tussen de EU en de Raad van Europa ook dringend geadviseerd de EU te laten toetreden. Alle EU-lidstaten zijn reeds partij bij het EVRM, maar de EU zelf nog niet. Belangrijkste obstakel is dat de EU geen rechtspersoonlijkheid heeft, welke nodig is om internationale overeenkomsten te sluiten.
Geen controversiële kwestie
Met de motie roepen de Kamerleden die zowel voor- als tegenstanders waren van het Europees constitutioneel verdrag in het Nederlandse referendum op om de toetredingsonderhandelingen met de EU alvast te starten, zodat de toetreding een feit is zodra de juridische basis voor toetreding in de EU gevonden is. Hiervoor dient de Europese reflectieperiode niet afgewacht te worden, omdat toetreding tot het EVRM absoluut geen controversiële kwestie is. De toetreding van de EU tot het EVRM was met steun van alle EU-lidstaten opgenomen in het Europees Constitutioneel Verdrag.
Druk opvoeren
Toetreding van de EU tot het EVRM is het afgelopen decennium al vaker aan de orde geweest. Het ontbreken van een goede Europese verdragsrechtelijke basis heeft steeds de daadwerkelijke toetreding tegengehouden. Met de motie van de Kamerleden wordt nu geprobeerd binnen het raamwerk van de PACE de druk op te voeren op de EU-lidstaten om de onderhandelingen alvast te starten. De motie is mede-ondertekend door een groot aantal voorzitters van belangrijke parlementaire commissies in de PACE. De PACE zal nu een ontwerpresolutie over het onderwerp opstellen, die waarschijnlijk in de plenaire zitting van de PACE in het najaar besproken zal worden. De initiatiefnemers Van Thijn en Kox zijn daarnaast van plan op nationaal en EU-niveau de kwestie bespreekbaar te maken.
Geloofwaardigheid
Toetreding van de EU tot het EVRM is van groot belang voor de geloofwaardigheid van de EU op het gebied van de mensenrechten; het zal de Europese burgers op EU niveau eenzelfde bescherming bieden die nu al wel wordt genoten op nationaal niveau. Ook zal de toetreding leiden tot een grotere coherentie tussen de Europese wetgeving en de bescherming van de mensenrechten.
Deel dit item: