De Eerste Kamer heeft dinsdag 3 oktober 2006 het wetsvoorstel aangenomen dat voorziet in de stroomlijning van hoger beroep in strafzaken vanaf 1 januari 2007. Het komt erop neer dat in kleinere zaken geen beroepsmogelijkheid meer zal zijn en dat in grotere zaken het hoger beroep onverkort blijft bestaan. Er komt een tussencategorie van zaken, waarbij de voorzitter van de strafkamer van een gerechtshof bepaalt of een hoger beroep wordt toegestaan of niet. Dit verlofstelsel is nieuw in de Nederlandse rechtspleging.
Toezegging
In het debat met de Eerste Kamer zegde de nieuwe minister van Justitie Hirsch Ballin toe, dat nauwlettend in de gaten wordt gehouden hoe het nieuwe stelsel in de praktijk werkt. Ook zal hij in overleg met 'het veld' nagaan of eventueel een gefaseerde invoering van de wet nodig is. CDA-senator Pruiksma had om deze toezeggingen gevraagd.
Uitstel invoering
Een suggestie van PvdA-senator Witteveen om invoering van de wet uit te stellen tot na het overleg met onder andere het Landelijke Overleg Voorzitters Strafsectoren wees de minister van de hand. Hirsch Ballin zei dat de Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak, de Raad voor de Rechtspraak en het Openbaar Ministerie de voorgestelde verandering in de werkwijze hebben geaccepteerd. Het gaat er volgens de minister niet zozeer om te bezuinigingen, maar om meer capaciteit vrij te maken voor zaken die er echt toe doen.
Ervaren voorzitters
Mevrouw Broekers-Knol (VVD), die blij was dat strafzaken sneller afgehandeld kunnen worden, vroeg wel of er voldoende ervaren voorzitters zijn bij gerechtshoven om de verlofregeling te kunnen hanteren.
Deel dit item: