De Eerste Kamer heeft dinsdag 17 oktober 2006 ingestemd met de nieuwe Wet Ruimtelijke Ordening die de oude wet uit 1965 gaat vervangen. Dat zal volgens minister Winsemius van VROM in de loop van 2007 gebeuren, uiterlijk op 1 januari 2008. Daarvoor moeten nog spelregels worden opgesteld in de invoeringswet en het besluit ruimtelijke ordening (Bro). Ook komt er nog een besluit over de grondexploitatie, zo liet de minister weten op een vraag van GroenLinks-senator Van der Lans. In tegenstelling tot GroenLinks in de Tweede Kamer, stemde de senaatsfractie van GroenLinks voor het voorstel, evenals alle andere fracties.
Belanghebbenden
Op uitdrukkelijk verzoek van meerdere fracties zal de regering preciezer aangeven wie 'belanghebbenden' zijn bij een projectbesluit. Een dergelijk besluit is het begin van een nieuwe ruimtelijke ontwikkeling. Ook zal nauwkeuriger worden aangegeven wat valt onder een beheersverordening die een gemeente kan instellen voor een gebied waar geen ontwikkeling wordt verwacht. Dit nieuwe instrument is ingevoerd via een wijzigingsvoorstel van de Tweede Kamer.
In het bijzijn van de vorige minister mevrouw Dekker op de ambtenarentribune legden woordvoerders van zeven fracties uit de senaat een reeks prikkelende vragen voor aan haar opvolger Winsemius.
Interventie-instrumenten
Als laatste spreker kaartte senator Van den Berg namens de fracties van SGP en ChristenUnie de rol van de provincies aan. Volgens de nieuwe Wet Ruimtelijke Ordening (WRO) verliest de provincie het goedkeuringsrecht van bestemmingsplannen van gemeenten. In ruil daarvoor krijgt de provincie een reeks andere interventie-instrumenten. De tijdwinst die wordt geboekt, weegt naar mijn mening niet op tegen de nadelen ervan, zei senator Van den Berg. Hij vond ook dat de interventie-instrumenten de ruimtelijke ordening ingewikkelder maken, terwijl het juist de bedoeling is om de zaken te vereenvoudigen. Ook brak hij namens SGP en CU een lans voor de waterschappen en andere watersysteembeheerders. Deze zouden vooraf ingelicht moeten worden over ruimtelijke plannen. Minister Winsemius zegde toe dat zij een rol krijgen want 'water is een ordenend element'.
Duidelijke regierol
Namens de PvdA-fractie zei mevrouw Meindertsma dat de rol van de minister van VROM in het nieuwe ruimtelijke beleid wordt beperkt tot coördinatie, terwijl de PvdA voor een duidelijke regierol is. Mevrouw Meindertsma verwees naar een kamerbreed aanvaarde motie-Lemstra (CDA) tijdens het debat over de Nota Ruimte, waarin ook om een duidelijke regierol werd gevraagd.
De minister van VROM hoort niet alleen mede te ondertekenen, maar vooral richting te geven aan een ruimtelijk kader waaraan sectorale structuurvisies moeten voldoen, zei de PvdA-senator. Ook D66-woordvoerder Engels roerde de regierol aan. De minister zei dat ruimtelijke kwaliteit een leidend principe zal zijn en dat dit van de minister van VROM meer vergt dan alleen coördineren.
Beheersverordening
Kritiek uitte mevrouw Meindertsma op de via een wijzigingsvoorstel van de Tweede Kamer aan de wet toegevoegde 'beheersverordening'. Dit is een nieuw instrument, waarvan niet duidelijk is of het in plaats van of voorafgaand aan een gemeentelijk bestemmingsplan functioneert. Mevrouw Slagter-Roukema van de SP vond het nieuwe instrument niet passen in de wet. Zij voelde meer voor de term 'conserverend bestemmingsplan'.
Meedenkkracht burgers
PvdA-senator Meindertsma wees er ook op dat de bij de ontwikkeling van ruimtelijk beleid de rol van de burger sterk wordt ingeperkt. Zij pleitte in het voetspoor van de hoogleraar Pieter Tops voor het meer gebruik maken van de 'meedenkkracht' van burgers. Volgens haar is de inbreng van burgers teruggebracht tot een moment: het indienen van een zienswijze in de bestemmingsplanprocedure. Zij kondigde aan bij de behandeling van de invoeringswet op dit punt te zullen terugkomen. Ook het maken van bezwaar achteraf wordt moeilijker gemaakt.
Minister Winsemius zei dat verstandige bestuurders zorgen voor draagvlak voor hun plannen. Wie de burger overslaat organiseert zijn eigen verzet, betoogde de minister.
Spanning
Ook senator Engels sneed namens D66 de regierol van de minister van VROM aan. Hij wees op de mogelijkheid dat deze in de ministerraad op het gebied van ruimtelijke ordening een bepalende stem zou krijgen. Vraagtekens zet D66 bij de spanning die kan optreden tussen bevoegdheden van de verschillende bestuursorganen in het bijzonder waar regionaal bestuur een rol speelt. Senator Engels wees verder op de rechtsbescherming van belanghebbende die met een beheersverordening te maken hebben. De rechter toetst alleen de rechtmatigheid van gemeentelijke verordeningen en kan dus slechts indirect oordelen over de inhoud van een beheersverordening, zei Engels.
Lokaal wat lokaal kan
Mevrouw Van Dalen-Schiphorst zei namens de CDA-fractie dat de nieuwe wet past in het beleid dat het CDA voorstaat: Lokaal wat lokaal kan. De CDA-senator was blij dat de nieuwe wet de 'lappendeken' die de oude WRO uit 1965 was geworden, gaat vervangen. Ook zij zette kanttekeningen bij de nieuwe beheersverordening die als alternatief voor het bestemmingsplan zou gaan dienen in het buitengebied van een gemeente. Is er dan wel een ontwikkeling mogelijk of moet er met ontheffingen worden gewerkt?, vroeg mevrouw Van Dalen. Zij vroeg duidelijkheid over de reikwijdte van een beheersverordening. Ook sneed zij de problemen aan die kunnen ontstaan tussen provincie, gemeenten en een regionaal middenbestuur op het gebied van de ruimtelijke ordening. Minister Winsemius zei te hopen dat hij dit punt tijdig kan regelen met zijn collega van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
Verrommeling
GroenLinks-senator Van der Lans zei dat de nieuwe spelregels voor de ruimtelijke ordening uitgaan van een 'blind vertrouwen' in gemeenten. Volgens hem is het maar zeer de vraag of de nieuwe wet een einde maakt aan de 'verrommeling' van Nederland. Van der Lans verwees onder andere naar de wildgroei van bedrijventerreinen langs veel rijkswegen. De GroenLinks-senator hekelde het verdwijnen van sturingsmogelijkheden door de rijksoverheid.
Projectbesluit
Mevrouw Bierman-Beukema toe Water prees namens de VVD-fractie de heldere taakverdeling tussen rijk, provincies en gemeenten die in de nieuwe WRO wordt nagestreefd. Zij hamerde op een precieze formulering van wie belanghebbenden zijn bij een projectbesluit. De minister zei dat dit punt terugkomt bij de formulering van het besluit ruimtelijke ordening en de invoeringswet WRO.
Deel dit item: