De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal, mr. Yvonne E.M.A. Timmerman-Buck, heeft bij gelegenheid van de Staatsrechtconferentie te Maastricht op vrijdag 15 december 2006 een toespraak gehouden over het thema De kracht van het parlement. In deze toespraak is zij ingegaan op het gezag van het parlement als volksvertegenwoordiging en de kracht van het bicameralisme (tweekamerstelsel). Ook ging zij in op de actualiteit van de afgelopen dagen. Daarover zei zij:
Opmerkelijke krachtmeting
De kracht van het parlement is onder andere gegeven met de bevoegdheden die het parlement heeft, bijvoorbeeld ten opzichte van de regering. De afgelopen dagen heeft zich een meer dan opmerkelijke krachtmeting voorgedaan. Vastgesteld kan worden in tegenstelling tot wat de minister-president suggereerde - dat er geen staatsrechtelijke belemmering was voor het indienen van een motie met betrekking tot een generaal pardon. Over de vraag echter of dat wijs was gelet op vooral de demissionaire status van het kabinet, kan worden getwist.
Vrijzinnige interpretatie
Met betrekking tot de tweede motie, die een zogenaamde 'pas op de plaats' inhield, kan men zich afvragen of de miníster op haar beurt wijsheid toonde met haar reactie. De meningen blijken dan ook daarover te verschillen. En hoewel vraagtekens kunnen worden geplaatst bij het gemaakte onderscheid tussen een motie van afkeuring en een motie van wantrouwen:de reactie van de kant van de regering - namelijk een aantal bewindspersonen dat zich wél verantwoordelijk wil weten voor een bepaald beleid en een aantal niet -moet, hoe begrijpelijk wellicht ook in politieke zin, de wenkbrauwen van menig staatsrechtgeleerde doen fronsen. Het is een wel erg vrijzinnige interpretatie van het homogeniteitsbeginsel.
Statenverkiezingen
Het lijkt er op dat de campagnes voor de verkiezingen van de Tweede Kamer op 22 november jl. nog niet zijn gedempt en doorgang vinden richting de Provinciale Statenverkiezingen van maart 2007. De stabiliteit van ons land is hiermee niet gediend. Het is aan alle politieke leiders en verantwoordelijken voor het bestuur van ons land zich te bezinnen, het algemeen belang voor ogen te houden bij hun handelen en nalaten, de snelheid van hun oordeel in te wisselen voor bedachtzaamheid, zorgvuldigheid te betrachten bij hun spreken en op deze wijze gezaghebbend te opereren.
Toetsende rol Eerste Kamer
In haar toespraak gaat de Voorzitter van de Eerste Kamer uitvoerig in op de toetsende rol van de Eerste Kamer ten aanzien van de rechtmatigheid, uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid van wetgeving.
Deel dit item: