Op dinsdag 13 maart 2007 hebben Eerste en Tweede Kamerleden in de Eerste Kamer een werkontbijt gehad met de voormalige premier en minister van Buitenlandse Zaken van Rusland de heer Jevgeni Primakov en de met de heer Konstantin Kosachev, voorzitter van de commissie Buitenlandse Zaken van de Russische Doema. Beide heren waren als gast van Voorzitter van de Parlementaire Assemblee van de Raad van Europa, René van der Linden in Nederland.
Tijdens het gesprek zijn meerdere onderwerpen van Europees en internationaal belang aan de orde gesteld, zoals bijvoorbeeld de internationale discussie over een mogelijke onafhankelijkheid van Kosovo. De heer Primakov gaf daarbij aan dat de Russische inzet, met name vanuit historisch perspectief ligt bij het behoud van de huidige autonome status binnen de voormalige republiek van Joegoslavië. Voorts werd gesproken over de situatie in het Midden Oosten, Iran, Irak en ook over de toekomst van het energiebeleid op het Europese continent. De zogenoemde "frozen conflicts" op de Kaukasus kwamen eveneens aan de orde.
In het kader van de Raad van Europa, werden de heren Primakov en Kosachev verzocht in Rusland aan te dringen op ratificatie van protocol veertien van het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens. Ratificatie van protocol veertien door alle lidstaten van de Raad van Europa is nodig ten behoeve van een hervorming van het Europees Hof van de Rechten van de Mens. Het Hof kan op dit moment zeer moeizaam alle zaken binnen een adequaat tijdpad behandelen. Rusland heeft het protocol vooralsnog niet geratificeerd daar, zoals Primakov en Kosachev ook hedenochtend aangaven, in Rusland het Hof nog geen absoluut vertrouwen geniet.
Ook werd gesproken over de onwenselijkheid van blokvorming in het Comité van Ministers van de Raad van Europa. De EU-lidstaten komen veelal voorafgaand aan het Comité van Ministers een EU standpunt overeen waardoor Rusland, maar ook andere landen worden geconfronteerd met een "take it or leave it" keuze. De heer Primakov gaf aan dat dit een enigszins vanzelfsprekende ontwikkeling is, maar gaf ook aan, met instemming van Koscahev, dat deze situatie de slagvaardigheid en geloofwaardigheid van het Comité van Ministers en daarmee van de Raad van Europa geen goed doet.
Deel dit item: