De Eerste Kamer heeft grote moeite met de vier Scheldeverdragen (30.862,
30.863, 30.864, 30.866) die Nederland in 2005 heeft gesloten met Vlaanderen. Deze wetsvoorstellen werden gezamenlijk behandeld met een wijziging van de Scheepvaartverkeerswet ter implementatie van het Verdrag over het gemeenschappelijk nautisch beheer in het Scheldegebied (30.867). Het grote twistpunt is de afspraak om 600 hectare grond te ontpolderen om te voldoen aan de Vogel en Habitatrichtlijn waarover in Europees verband afspraken zijn gemaakt. Vooral de ontpoldering van de Hertogin Hedwigepolder is een steen des aanstoots. Alle fracties op die van GroenLinks na, verzetten zich daar tegen. Een motie van D66-senator Schouw waarin dit oordeel is vervat, werd door de regering ontraden. Op voorstel van SP-fractievoorzitter Kox werd aan het slot van het debat afgesproken dat de beraadslaging over de Scheldeverdragen tot volgende week wordt geschorst. Dan zal de Eerste Kamer beslissen of er wel of geen besluit wordt genomen over goedkeuring van de Verdragen. De VVD-fractie vindt dat met goedkeuring moet worden gewacht totdat de commissie Nijpels met alternatieven voor de ontpoldering is gekomen.
Een motie van VVD-senator Hofstra die de ontpoldering wilde loskoppelen van de afspraak om de Schelde te verdiepen ten behoeve van de scheepvaart op Antwerpen, werd door minister Verburg (LNV) namens de regering ook ontraden.
Namens de regering wezen minister Verburg en staatssecretaris Huizenga van Verkeer en Waterstaat erop dat de vier verdragen die zijn gesloten met Vlaanderen niet los van elkaar gezien kunnen worden. "Ze worden alle vier goedgekeurd of alle vier niet", zei minister Verburg. Staatssecretaris Huizenga bezwoer de senaat dat zij geen besluit over het uitdiepen van de Westerschelde zal nemen alvorens de Eerste Kamer de verdragen heeft goedgekeurd.
Alle sprekers in de senaat waren gevallen over het feit dat aan Vlaamse kant al met de uitvoering van de afspraken is begonnen voordat de Eerste Kamer deze heeft goedgekeurd. Zo is aan de eigenaar van de Hedwigepolder al gemeld dat hij zal worden onteigend als hij niet vrijwillig aan ontpoldering meewerkt.
Minister Verburg drong er bij de Eerste Kamer met klem op aan de Verdragen goed te keuren en er vervolgens op te vertrouwen dat de regering er alles aan zal doen om alternatieven te vinden voor de Hedwigepolder. Een commissie onder leiding van oud-Commissaris der Koningin in Friesland Nijpels heeft tot 1 november 2008 de tijd gekregen om alternatieven aan te dragen. Hij heeft daarbij volgens minister Verburg 'carte blanche'.
De minister was op verzoek van senator Ten Hoeve (OSF) bereid de commissie Nijpels te vragen de inzendtermijn voor alternatieven te verlengen van 1 juli tot 1 augustus 2008.
Een verzoek van meerdere senatoren aan de minister om al op voorhand uit te spreken dat in elk geval de Hedwigepolder polder zal blijven, legde mevrouw Verburg naast zich neer. Zij betoogde gebonden te zijn aan de verdragstekst. Maar via een interpretatieve verklaring heeft zij inmiddels wel van de Vlaamse minister-president de ruimte gekregen om tot 2010 met alternatieven te komen. Als de commissie Nijpels één of meer alternatieven aandraagt, zal daarover weer met de Vlaamse regering onderhandeld moeten worden.
VVD-senator Hofstra vond geen gehoor bij staatssecretaris Huizenga om de Scheldeverdragen in een veel breder perspectief te zien. Hij wees op de HSL tussen Parijs en Amsterdam over Belgische grondgebied, de IJzeren Spoorlijn van Antwerpen naar het Duitse achterland over grondgebied van Nederlands Limburg en ook naar wegen en waterwegen waar het drukker wordt als de Antwerpse haven meer activiteiten aantrekt. De voorziene ontpoldering in Zeeland ligt ons als VVD zwaar op de maag, zei Hofstra.
CDA-senator Janse de Jonge betoogde dat in de Verdragen in grote lijnen een balans is gevonden tussen drie doelstellingen: het vergroten van de bereikbaarheid van de Antwerpse haven, het bevorderen van de veiligheid zowel op het water als door het water (overstromingen) en het herstel van de natuur (slikken en schorren). De CDA-senator vroeg waarom in het verdrag zo concreet is opgeschreven dat de Hertogin Hedwigepolder wordt teruggegeven aan de natuur. Hij liet er geen twijfel over bestaan dat ook de CDA-fractie tegen ontpolderen is.
Namens D66 zei senator Schouw dat België er beter aan doet om de haven van Zeebrugge verder te ontwikkelen. "We kunnen niet doorgaan met het uitdiepen van de Schelde". Schouw vond ook dat de regering initiatieven moest nemen om de havens van Amsterdam, Rotterdam, Antwerpen en Zeebrugge meer met elkaar te laten samenwerken. Met steun van de fracties van SP, GroenLinks en OSF diende Schouw een motie in, waarin van de regering wordt gevraagd om in samenwerking met Vlaanderen over de Noordzeehavens, grensoverschrijdend verkeer, stijging van de zeespiegel in relatie tot kustbescherming en de inrichting van kustgebieden en Delta's een integrale visie te ontwikkelen.
PvdA-senator Meindertsma kreeg steun van alle fracties voor een motie, waarin de regering wordt gevraagd te komen tot een grensoverschrijdend rampenplan voor het hele Westerscheldegebied, voordat de verdieping van het Nederlandse deel van de Westerschelde voltooid is.
SP-senator Slager die een betoog hield over de teloorgegane natuur rond de Westerschelde, waarin hij aangaf dat sinds de jaren vijftig al 1500 hectare natuurgebied verdwenen is, putte enige hoop uit de toezegging van minister Verburg dat zij graag met de Kamer apart wil debatteren over het gebruik van landbouw- en andere gronden in Nederland. Hij suggereerde om bij het zoeken naar alternatieven voor de ontpoldering het Haringvliet te betrekken. Er zijn plannen om de Haringvlietdam doorlaatbaar te maken, zodat daar ook een gemengde vegetatie van zout- en zoetwater kan ontstaan.
Deel dit item: