De Eerste Kamer heeft dinsdag 8 juli 2008 na een debat in vier termijnen ingestemd met de Scheldeverdragen met Vlaanderen (30.862, 30.863, 30.864 en 30.866). Deze wetsvoorstellen werden gezamenlijk behandeld met een wijziging van de Scheepvaartverkeerswet ter implementatie van het Verdrag over het gemeenschappelijk nautisch beheer in het Scheldegebied (30.867). De verdragen voorzien onder meer in uitdieping van de rivier en het herstellen van natuurgebieden. Op de fractie van GroenLinks na tekende de Eerste Kamer bezwaar aan tegen een onderdeel van het verdrag over de natuur: ontpolderen van de Hedwigepolder.
De regeringsfracties van CDA, PvdA en ChristenUnie en de fracties van GroenLinks en D66 namen genoegen met een reeks toezeggingen van minister Verburg van LNV die erop zijn gericht om voor het ontpolderen van de Hedwigepolder met alternatieven te komen.
De toezeggingen waren dat een commissie onder leiding van VVD'er Nijpels maximale ruimte krijgt om naar alternatieven te zoeken en dat minister Verburg zich voor 200% zal inspannen om de ontpoldering van de Hedwigepolder uit het verdrag te krijgen.
De minister had 's morgens nog over deze kwestie getelefoneerd met de minister-president Peeters van Vlaanderen. Deze had haar toegezegd dat Vlaanderen 'serieus en welwillend' over door de commissie Nijpels aangedragen alternatieven zal onderhandelen.
Een minderheid van de senaat onder leiding van VVD-senator Hofstra vond dit niet genoeg. Deze minderheid bestond verder uit SP, OSF, PvdD en SGP. Een voorstel van Hofstra om stemming over de verdragen uit te stellen tot begin december wanneer het werk van de commissie Nijpels zal zijn afgerond vond geen genade in de ogen van de minister en de meerderheid van de senaat. Ook een motie Hofstra waarin de Eerste Kamer uitspreekt dat in het kader van de Scheldeverdragen niet mag worden ontpolderd op Nederlands grondgebied haalde geen meerderheid. Alleen VVD, SP, SGP, D66, PvdD en OSF stemden voor. CU, PvdA, CDA, GroenLinks en het lid Yildirim stemden tegen de motie Hofstra.
Wel stemde de Eerste Kamer unaniem in met moties van D66-senator Schouw en mevrouw Meindertsma (PvdA). De motie Schouw vraagt van de regering een lange termijn visie op de ontwikkeling rond de Noordzeehavens Amsterdam, Rotterdam, Antwerpen en Zeebrugge. Volgens Schouw zou Nederland niet kunnen blijven doorgaan met het verder uitdiepen van de Westerschelde ten behoeve van de Antwerpse haven, maar zou verplaatsing van grootschalige havenactiviteiten naar Zeebrugge in de toekomst de voorkeur verdienen.
De motie Meindertsma vraagt de regering om een grensoverschrijdend rampenplan op te stellen voor het gebied van de Westerschelde.
Deel dit item: