De Voorzitter van de Eerste Kamer, de heer René van der Linden, en de Voorzitter van de Tweede Kamer, mevrouw Gerdi A. Verbeet, hebben op 4 mei ter gelegenheid van de jaarlijkse dodenherdenking namens de Staten-Generaal een krans bij het nationaal monument de 'Erelijst van Gevallenen' gelegd. Na de kranslegging door de beide Voorzitters heeft ook minister-president J.P. Balkenende namens de Raad van Ministers van het Koninkrijk een krans bij het monument gelegd. De 'Erelijst' vermeldt de namen van Nederlandse slachtoffers die tijdens de Tweede Wereldoorlog binnen en buiten het rijksgebied zijn gevallen. Het monument bevindt zich in de hal van de ingang van de Tweede Kamer op het Binnenhof 1a.
De herdenking bij het nationaal monument 'Erelijst van Gevallenen' begon op 4 mei om 11.00 uur met een voordracht van gedichten door leerlingen van het City+ College - een onderdeel van de Johan de Witt Scholengroep uit Den Haag. Vervolgens hield de Voorzitter van de Tweede Kamer een toespraak. In verband met het vijftigjarig bestaan van de Erelijst heeft dit jaar de burgemeester van Den Haag, de heer J.J. van Aartsen, namens het Haagse gemeentebestuur een krans gelegd. Ten slotte legden de directeur van het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie (NIOD), mevrouw Marjan Schwegman, en de heer Johannes Post jr. een krans namens de nabestaanden. De heer Post jr. is zoon van verzetsstrijder Johannes Post sr. die wordt vermeld in de 'Erelijst van Gevallenen'.
Op 4 mei namen de Voorzitters van de Eerste en de Tweede Kamer ook deel aan de plechtigheden bij het Nationaal Monument op de Dam. Namens de Staten-Generaal hebben de heer Van der Linden en mevrouw Verbeet een krans gelegd in het bijzijn van Hare Majesteit de Koningin en vele hoogwaardigheidbekleders.
Deel dit item: