Na een langdurig debat in de Eerste Kamer lijkt het aannemelijk dat de Eerste Kamer op 1 juni a.s. zal instemmen met de Wet kraken en leegstand (31.560). Dit werd dinsdag 18 mei duidelijk aan het eind van de plenaire behandeling van het initiatiefvoorstel van de Tweede Kamerleden Ten Hoopen (CDA), Slob (ChristenUnie) en B.I. van der Burg (VVD). De Voorzitter van de Eerste Kamer besloot na aanhoren van de discussie in het College van Senioren om de stemming over de Wet kraken en leegstand te laten plaatsvinden tijdens de eerstvolgende plenaire vergadering. Dit is volgens de gebruikelijke procedure. De eerstvolgende vergadering van de Eerste Kamer is op dinsdag 1 juni a.s. Tijdens het debat werd evenwel duidelijk dat de fracties van CDA, VVD, ChristenUnie en SGP voor de initiatiefwet zullen stemmen. Daarmee tekent zich een meerderheid af in de Eerste Kamer.
Geen ‘heksenjacht’
Minister Hirsch Ballin van Justitie antwoordde op een vraag van senator Hofstra (VVD) dat de regering van plan is om de wet uiterlijk op 1 oktober van dit jaar in werking te laten treden. De minister zei op aandringen van de PvdA-fractie ook dat na de inwerkingtreding niet meteen een ‘heksenjacht’ op de bestaande groepen van krakers zal worden geopend. Op verzoek van de fracties van VVD en CDA zal de regering na een termijn van twee à drie jaar de werking van de wet bij de aanpak van leegstand van bedrijfspanden in kaart brengen. De PvdA kreeg de toezegging dat kritisch wordt gekeken naar de fiscale aftrekbaarheid van kosten die vastgoedeigenaren maken bij leegstand. Ook zal de regering nagaan of het register van leegstaande bedrijfspanden dat door gemeenten wordt bijgehouden, openbaar kan worden gemaakt.
De voorgestelde rol van gemeenten bij de aanpak van leegstand van bedrijfsgebouwen werd zowel door voor- als tegenstanders van de Wet kraken en leegstand in de Eerste Kamer als tamelijk bureaucratisch gekenmerkt. De PvdA-fractie plaats vooral vraagtekens bij nut en noodzaak van de wet. ‘Voor welk probleem is deze wet de oplossing’, aldus senator Westerveld. Door kraken als een misdrijf te bestempelen wordt volgens haar onrecht gedaan aan groepen die leegstand bestrijden vanwege de leefbaarheid in de betreffende buurt.
Eigendomsrecht ‘absoluut’
VVD-woordvoerder Hofstra zette de toon in het debat door kraken te kwalificeren als een ‘onaanvaardbare aantasting van het eigendomsrecht’. Volgens Hofstra is het eigendomsrecht absoluut en mag hierop onder geen beding inbreuk worden gemaakt. Hij betoogde dat geen enkele eigenaar met genoegen een pand leeg laat staan. Hofstra vindt dat het terugdringen van leegstand vooral aan de markt moet worden overgelaten. In dit verband pleitte hij voor versimpeling van het huurrecht door bijvoorbeeld tijdelijk verhuur mogelijk te maken. Zo zou ook het wonen boven winkels in binnensteden aantrekkelijker gemaakt kunnen worden voor bijvoorbeeld studenten door een aanpassing van de bouwvoorschriften.
In antwoord op een interruptie van senator Westerveld (PvdA) gaf de VVD-woordvoerder aan ook voorstander te zijn van een aangepast huurrecht voor anti-krakers, die nu veelvuldig door eigenaren van leegstaande panden worden ingezet om kraken te voorkomen. Minister Van Middelkoop van Wonen, Wijken en Integratie zegde toe dat hij het keurmerk voor antikrakers dat de branche heeft ontwikkeld zal bestuderen en eventueel in overleg met de branche verder zal helpen ontwikkelen.
Gedoogcultuur
CDA-woordvoerder Janse de Jonge stelde dat het kraken in het verleden vaak aanleiding was tot gedoogbeleid. ‘Het was weliswaar een overtreding, maar werd ook gezien als een signaal aan de samenleving dat er een tekort was aan betaalbare woningen. Daarmee werd het krakten onderdeel van de gedoogcultuur die wij in ons land sinds de jaren zeventig kennen’, aldus Janse de Jonge. Zijn fractie vindt het terecht dat er een einde komt aan een cultuur waarin burgers het recht in eigen hand nemen en houden. Evenals andere senatoren wees Janse de Jonge erop dat het wetsvoorstel tegemoet komt aan een uitspraak van de Hoge Raad uit oktober 2009 over het huisrecht van krakers. Tot nu toe ontbrak in de wetgeving een voldoende kenbare en voorzienbare bevoegdheid om inbreuk te maken op dit huisrecht. Twijfels heeft de CDA-woordvoerder over de stapeling van taken bij de gemeenten waar het gaat om de aanpak van leegstand. ‘Dit leidt tot enorme bureaucratie en hoge kosten. De meeste (grote) gemeenten en de VNG lopen niet over van enthousiasme om de voorgestelde leegstandsregeling te gaan uitvoeren’, aldus Janse de Jonge. Hij wees erop dat de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en de vier grote steden invoering van een dwangsom tegen leegstand effectiever vinden dan de voorgestelde wet. Ook invoering van een leegstandsheffing zou volgens de VNG meer zoden aan de dijk zetten dan het nu voorgestelde register van leegstaande gebouwen.
Registers openbaar maken
PvdA-woordvoerder Westerveld noemde de Wet kraken en leegstand op hoofdlijnen ‘onlogisch, onnodig en ook onverstandig’. Wat betreft de leegstand gaat het volgens haar fractie vooral om bedrijfspanden, waarvan er voor een gezamenlijk oppervlak van 6,5 miljoen vierkante meter leeg staan. De eigenaren van deze panden worden, aldus de PvdA-woordvoerder, in de watten gelegd door de overheid omdat de kosten van leegstand sinds enkele jaren fiscaal aftrekbaar zijn. Senator Westerveld vroeg de minister van Wijken, Wonen en Integratie zich voor openbaarmaking van de gemeentelijke registers van leegstand uit te spreken. Volgens haar motiveert dit eigenaren om samen met andere belanghebbenden te zoeken naar oplossingen.
D66-senator Engels keerde zich tegen de wet. ‘Het doet te weinig om leegstand echt terug te dringen’, betoogde Engels, die ook sprak namens de Partij voor de Dieren. Volgens hem worden er geen prikkels voorgesteld om leegstand tegen te gaan. D66 en de PvdD zijn tegen het ‘criminaliseren’ van kraken en denken dat gemeenten als gevolg van de Wet kraken en leegstand onwerkbare verplichtingen krijgen opgelegd, zoals het registreren van leegstaande panden en het zoeken van nieuwe gebruikers voor een leegstand panden. Deze fracties vinden ook dat kraken de sociale cohesie in wijken, in geval van leegstand, juist vergroot door de ontwikkeling van economische en culturele creativiteit. ‘Dit stimuleert tolerantie en vrijheid in een samenleving’, aldus Engels.
‘Overbodig debat’
Namens de fractie van de SP hekelde Eerste Kamerlid Meulenbelt het gebrek aan onderbouwing van de noodzaak van nieuwe wetgeving. ‘Ondanks herhaalde verzoeken van meerdere fracties hebben de initiatiefnemers geen harde feiten op tafel gelegd waaruit blijkt dat kraken een probleem is dat groot genoeg is om een nieuwe wet te rechtvaardigden’, aldus zei Meulenbelt. Zij noemde het ironisch dat de initiatiefnemers wijzen op het beslag van de krakers op de capaciteit van de politie, terwijl een gevolg van het wetsvoorstel kan zijn dat de politie in Amsterdam 200 tot 300 panden mag ontruimen.
Volgens de SP-senator heeft Nederland aanzienlijk minder last van gewelddadige vormen van kraken dan in landen waar een algeheel verbod geldt op het kraken van onroerend goed. ‘Kraken wordt meer overbodig naarmate er minder leegstand en minder woningnood is’, aldus Meulenbelt. ‘Wij leggen de nadruk op het bestrijden van de woningnood en niet op het criminaliseren van naar schatting anderhalf duizend krakers die vaak werken of studeren, een bijdrage leveren aan hun buurt en verder niemand kwaad doen.’ Meulenbelt stelde aan het einde van het debat vast dat zij in zeven jaar lidmaatschap van de Eerste Kamer ‘nog nooit zo’n overbodig debat had gevoerd.’
Onverzekerde schade
Senator De Boer onderschreef namens de fracties van ChristenUnie en SGP voluit de grondslag van het wetsvoorstel: kraken is een ernstige aantasting van het eigendomsrecht en het is een publieke taak leegstand te bestrijden. Hij verwees naar verhalen van ondernemers die nadat het hen uiteindelijk was gelukt krakers uit hun pand te doen verwijderen, geconfronteerd werden met uitgewoonde panden en een enorme schadepost, die niet door enige verzekering werd gedekt, terwijl de schade evenmin op de krakers te verhalen valt. Kritische vragen stelde senator De Boer over de aanpak van de leegstand zoals voorzien in het wetsvoorstel. De gemeenten ‘kunnen’ iets doen, maar worden volgens hem daartoe niet verplicht. Volgens de senator van de ChristenUnie dreigt door deze facultatieve werkwijze de integrale aanpak van de leegstand te mislukken.
Deel dit item: