Met uitzondering van de fractie van GroenLinks heeft de Eerste Kamer dinsdag 22 juni de gewijzigde motie-Meindertsma (PvdA) c.s. aangenomen (EK LXXXVIII, D) waarin de Kamer uitspreekt dat de rijksprojectenprocedure onverkort van toepassing dient te zijn bij de realisatie van natuurherstelmaatregelen in het Westerscheldegebied. Ook spreekt de Kamer uit dat er geen beroep op de Crisis- en herstelwet gedaan mag worden ten gunste van een versnelde procedure. In de motie verzoekt de Eerste Kamer de regering tenslotte om reeds ingebrachte zienswijzen van betrokken burgers en instellingen tegen de voorgestelde oplossingen voor natuurherstel te betrekken bij beleid en uitvoering.
Centraal in de door de regering verdedigde aanpak voor natuurherstel in het Westerschelde-estuarium staat de ontpoldering van de Hedwigepolder. Een meerderheid van de Eerste Kamer wil dat de natuurherstelmaatregelen in het Westerscheldegebied nog eens zorgvuldig worden afgewogen tegen mogelijke alternatieven. In het debat met de minister werd daarbij vooral gewezen op de aanleg van een buitendijks natuurgebied, waarbij de Hedwigepolder zijn huidige functie van landbouwgebied zou kunnen behouden.
De motie van PvdA-woordvoerder Meindertsma, die mede was ingediend door Leden van CDA, ChristenUnie, SGP, D66 en Partij voor de Dieren, was een week eerder door minister Verburg van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) ontraden. Een motie van Eerste Kamerlid Slager (SP), waarin de ontpoldering van de Hedwigepolder (EK LXXXVIII, A) zonder meer werd verworpen, kreeg bij de stemming op 22 juni alleen de steun van VVD, ChristenUnie, SGP en OSF. Woordvoerder Laurier van GroenLinks verklaarde dat zijn fractie tegen de motie-Meindertsma ging stemmen omdat er onjuistheden zouden staan in de overwegingen van de motie.
Geen overstromingsgevaar
De minister van LNV bestrijdt in een brief (EK LXXXVIII, C) aan de Eerste Kamer, naar aanleiding van het plenair debat op 15 juni, dat het overstromingsgevaar in het licht van het advies van de Deltacommissie onvoldoende aandacht zou hebben gekregen, zoals de motie-Meindertsma stelt. ‘Deze opvatting is onjuist. De veiligheid is uitdrukkelijk in alle plannen geborgd’, schrijft minister Verburg. Ook is zij het niet eens met de overweging in de motie dat het buitendijks alternatief van het waterschap onvoldoende beargumenteerd is afgewezen. ‘Het buitendijks alternatief is zorgvuldig onderzocht door het consortium onder leiding van de Grontmij’, schrijft minister Verburg.
Bij het oordeel in de aangenomen motie dat er bij de verdere procedure rond de ontpoldering van de Hedwigepolder geen beroep op de Crisis- en herstelwet gedaan dient te worden om versnelling te realiseren, plaatst minister Verburg een kanttekening. Het Rijksinpassingsplan Hedwigepolder, gebaseerd op de Wet Ruimtelijke Ordening, valt van rechtswege onder de Crisis- en herstelwet, schrijft de minister. De in die wet voorziene versnellingen kunnen daarom niet buiten de toepassing worden gelaten. ‘Dit staat echter niet in de weg dat ik vanzelfsprekend alle partijen, waaronder ook de gemeente Hulst, uiterst zorgvuldig zal blijven betrekken bij de procedure’, aldus minister Verburg in haar brief.
Senator Janse de Jonge verklaarde namens de CDA-fractie dat de te elfder ure ontvangen brief van de minister van LNV zijn fractie er niet van zou weerhouden om voor de motie-Meindertsma te stemmen, ook nu de Crisis- en herstelwet wel van toepassing blijkt te zijn op de herinrichting van het Westerscheldegebied.
Deel dit item: