Initiatiefwetsvoorstellen Leijten stuiten op weerstand in Eerste Kamer



Bij de behandeling van de drie initiatiefvoorstellen Leijten over een andere regeling van de zorg in gemeenten bleek dinsdag 6 maart in de Eerste Kamer dat de regeringsfracties van CDA en VVD ronduit tegen zijn en gedoogpartner PVV er welwillend tegenover staat.

Ook tegenstanders zijn de fracties van ChristenUnie en SGP. Afwijzend is ook de fractie van D66. In de fracties van PvdA, GroenLinks en SP bestaat sympathie voor de voorstellen, maar er bleken ook nog kritische vragen te leven.

Staatssecretaris Veldhuizen van Zanten van VWS ontraadde de Eerste Kamer in te stemmen met de voorstellen. Zij beloofde de fracties van PvdA en SP nog wel tijdig voor de stemming met een brief te komen om de relatie te verduidelijken tussen de op handen zijnde Aanbestedingswet, een van de initiatiefvoorstellen Leijten over aanbesteding en internationale afspraken in deze.

Mevrouw Frijters-Klijnen zei namens de PVV-fractie aan het slot van de eerste termijn van het debat met een verwijzing naar de grote publieke belangstelling, dat haar fractie ‘welwillend’ staat tegenover de voorstellen. Zij mengde zich verder niet in de discussie.

Eerder waren op het Binnenhof aan de voorzitter van de Kamercommissie voor volksgezondheid mevrouw Slagter 14.065 adhesiebetuigingen overhandigd namens AbvaKabo (FNV) en Thuiszorgorganisaties.

De woordvoerders van VVD en CDA wezen de voorstellen onder meer af omdat zij de beleidsvrijheid van de gemeenten in de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) in hun ogen te zeer beperken. CDA-woordvoerder Flierman die ook sprak ook namens de fracties van ChristenUnie en SGP zei dat er sinds de indiening van de voorstellen in 2008 door het toenmalige Tweede Kamerlid Agnes Kant (SP) er zoveel is veranderd dat het niet zo zinvol meer is de voorstellen tot wet te verheffen.

De voorstellen voorzien in aanpassing van de WMO op drie punten. Gemeenteraden krijgen de mogelijkheid om reële basistarieven voor huishoudelijke verzorging in te voeren. Gemeenten krijgen de plicht om te zorgen voor de continuïteit van de huishoudelijke zorg van een kwalitatief hoog niveau. Een andere aanpassing is dat de huishoudelijke verzorging via een doeluitkering van het rijk zal gaan verlopen zodat volgens de indienster de gelden voor de huishoudelijke verzorging ook echt voor deze verzorging worden gebruikt. En tenslotte wil de initiatiefneemster de verplichte Europese aanbesteding van huishoudelijke verzorging laten vervallen omdat aanbesteding tot concurrentie op prijs en niet verbetering van de prijs-kwaliteitverhouding zou leiden.

Mevrouw Slagter (SP) die ook sprak namens de fracties van de PvdD, 50Plus en OSF, zei dat de voorliggende wetsvoorstellen de zwakke punten in de WMO repareren. Haar fractie acht een basistarief een belangrijke voorwaarde voor de kwaliteit van de huishoudelijke verzorging. Zij gaf aan dat de bezwaren in gemeentelijke kringen voor de fractie zwaar wegen.

Staatssecretaris Veldhuizen van Zanten heeft over de verplichte Europese aanbesteding een brief in de maak voor de gemeenten, waarin onderscheid wordt gemaakt tussen ‘harde’ commerciele doeleinden en overheidstaken in ‘zachte’ sectoren als onderwijs en gezondheidszorg. In de Aanbestedingswet die nog in de Eerste Kamer behandeld moet worden is middels een amendement Hamer/Wolbert vastgelegd dat zorg een zogenoemde 2B-dienst is en volgens die procedure wordt aanbesteed als gemeenten voor aanbesteding kiezen. Tegen het helemaal schrappen van de aanbesteding zoals een van de drie initiatiefvoorstellen doet verzette de staatssecretaris zich in de Eerste Kamer. Dan zou Nederland in strijd met Europees recht handelen.

Ook het aan de gemeenten opleggen van de verplichting uit te gaan van basistarieven bij een aanbesteding in de zorg vond geen genade in de ogen van de staatssecretaris. Volgens haar zou dit niet automatisch betekenen dat werknemers in de zorg ook beter worden betaald. Invoering van een specifieke doeluitkering werkt volgens de staatssecretaris onder meer bureaucratie in de hand en beperkt de gemeenten in hun beleidsvrijheid. Ook de fracties van PvdA en GroenLinks hebben hierover twijfel. “Het is voor ons wikken en wegen”, zei senator Putters (PvdA). PvdA en GroenLinks voelen wel voor invoering van basistarieven om een ‘bodem’ in de markt te leggen. Wel vinden deze fracties dat gemeenten helder moeten aangeven wat zij verwachten van zorgaanbieders. “Huishoudelijke verzorging is meer dan poetsen alleen”, zei senator Putters. De PvdA-senator vond ook dat de overheid een rol heeft bij het inpassen van de groeiende groep zzp’ers in de markt van de dienstverlening in de zorg.

Beleidsvrijheid

Senator Flierman (CDA) wees erop dat in de WMO gemeenten nu juist veel beleidsvrijheid hebben gekregen om op basis van deze en andere wetgeving op een breed terrein maatschappelijke participatie van burgers te bevorderen, en maatwerk bij hun ondersteuning te bieden. Met instemming citeerde de CDA-senator de Raad van State die in zijn advies over de initiatiefvoorstellen opmerkte: “Aan de voorstellen lijkt de gedachte ten grondslag te liggen dat de lokale democratie van geringere betekenis is dan die op landelijk niveau. Die gedachte is onjuist”. Volgens senator Flierman leidt Haagse regelzucht niet per definitie tot betere resultaten, maar is vaak een recept voor teleurstelling. De CDA-senator juichte het ‘Zeeuws model’ toe dat bij aanbesteding uitgaat van een bepaalde prijs-kwaliteitverhouding. “Prachtig dat dit op lokaal niveau is ontwikkeld”, zei de CDA-senator.

‘Overbodig’

Senator Dupuis zei namens de VVD-fractie sympathie te hebben voor de bedoelingen van de indienster, maar om praktische redenen tegen de voorstellen te zijn. Zij noemde ze overbodig, omdat de problemen die zich in het begin na invoering van de WMO in 2007 voordeden inmiddels zijn opgelost. De VVD-senator verwees naar een onderzoek onder clienten van de WMO, waaruit blijkt dat het merendeel van de mensen tevreden is over de huishoudelijke verzorging.

In tweede termijn sprak senator Beckers namens de VVD omdat mevrouw Dupuis de vergadering moest verlaten wegens andere verplichtingen. Senator Beckers vond dat de initiatiefvoorstellen te zeer wantrouwen ademen jegens gemeentebesturen. “We moeten juist vertrouwen uitstralen. Dat verdienen gemeenten”, aldus VVD-senator Beckers.

Senator Scholten (D66) keerde zich ook tegen het voorstel om een specifieke uitkering voor huishoudelijke verzorging in te voeren. “Decentralisatie moet voorop blijven staan”, zei zij. “We moeten de verantwoordelijkheid bij het lokale bestuur laten”. Wat de basistarieven betreft liet zij zich overtuigen door de staatssecretaris die had betoogd, dat invoering van basistarieven nog niet direct hoeft te leiden tot een betere beloning voor werkers in de zorg. Over het voorstel inzake de aanbesteding zei de D66-senator dat als dit voorstel overbodig is gezien de komst van de Aanbestedingswet haar fractie tegen zal stemmen.”Die wet hebben we dan niet nodig,” oordeelde senator Scholten


Deel dit item: