"Het voorkomen en tegengaan van corruptie is gebaseerd op vertrouwen tussen burgers en politici, openheid over besluitvorming en publieke kritiek. Dit zijn complexe constructies die niet altijd het best gediend zijn met nog meer regels. Regels op zich vormen geen garantie voor normconform gedrag. Het komt naar mijn idee veel meer aan op de mindset, de daadwerkelijke intentie en zuivere houding van Kamerleden, de cultuur en de afspraken in hun politieke partij en het openstaan voor - soms verschuivende - opvattingen in het publieke debat."
Dit zei de Voorzitter van de Eerste Kamer, mr. A. Broekers-Knol, donderdag in een toespraak bij de afsluiting van de Zomerconferentie van het Montesquieu Instituut in de Eerste Kamer. Het thema van de conferentie was 'Weg met de achterkamertjes? Alles openbaar?' waarbij vooral werd ingegaan op de kansen en risico's van transparantie.
Broekers-Knol stelde in haar toespraak dat transparantie voor de Eerste Kamer vooral betekent dat zij de taak heeft om helder te maken wat er met een wet wordt bedoeld, wat de effecten daarvan zijn, of de argumentatie deugdelijk is en of de gevolgen acceptabel zijn. "Rechtmatige, handhaafbare en uitvoerbare wetten: daar gaat het in de kern om. "
Volgens Broekers-Knol vereist transparantie in het wetgevingstraject een zo groot mogelijke openheid over politieke discussies, maar bemoeilijkt te veel openheid wél het sluiten van compromissen. Vooral in de fase van oordeelvorming over wetsvoorstellen is er dus een grens aan transparantie. Hiervoor geldt dat de burger moet kunnen vertrouwen op de integere en zorgvuldige afwegingen van Kamerleden. Hoewel het vertrouwen in de publieke sector in Nederland relatief hoog is, dient het Nederlandse parlement altijd open te staan voor kritiek. Broekers-Knol: "Genoegzaam achterover leunen is uit den boze."
Deel dit item: