De Eerste Kamer heeft op dinsdag 12 november 2013 gedebatteerd met staatssecretaris Teeven van Veiligheid en Justitie over de Wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 in verband met het herschikken van de gronden voor asielverlening. Dit wetsvoorstel schrapt in de Vreemdelingenwet 2000 twee toelatingsgronden voor asiel: de klemmende reden van humanitaire aard en het categoriaal beschermingsbeleid. Dit voorstel vereenvoudigt de procedure voor verlening van een verblijfsvergunning asiel aan nareizende gezinsleden, waardoor die sneller duidelijkheid krijgen over verblijf in Nederland. Ook kan de overheid met dit wetsvoorstel leges heffen voor de vervanging van een verblijfsvergunning, als die verloren is gegaan of identificatie niet meer mogelijk is.
Senator Strik (GL) diende in het debat twee moties in: een over het waarborgen van de huidige criteria voor toelating volgens het traumatabeleid, en een over nieuwe aanvragen tot gezinshereniging van asielstatushouders. Staatssecretaris Teeven ziet de eerste motie als ondersteuning van zijn beleid en vroeg Strik de tweede aan te houden. Op 19 november 2013 wordt over het wetsvoorstel en de beide moties gestemd.
Aansluiting bij Europees asielsysteem
Senator Strik (GL) is bezorgd dat de aanvankelijk neutrale herschikking van de asielgronden toch gepaard gaat met een aanscherping van het traumatabeleid. De senator diende een motie in die de regering verzoekt te waarborgen dat de huidige criteria voor toelaten van getraumatiseerden (traumata) niet zullen wijzigen en dat de bescherming van deze groep kwetsbaren niet zal verslechteren. Ook stelde Strik dat het wetsvoorstel de definitie van gezinsleden van asielstatushouders weliswaar in overeenstemming brengt met de Europese Gezinsherenigingsrichtlijn, maar dat voorafgaand aan deze correctie veel aanvragen tot gezinshereniging van asielstatushouders zijn. Volgens Strik is het niet redelijk als een nieuwe aanvraag op grond van de wetswijziging wordt afgewezen voor kinderen uit het gezin die inmiddels meerderjarig zijn geworden. Zij diende een tweede motie in die de regering verzoekt om bij nieuwe aanvragen uit te gaan van de leeftijd bij de eerste aanvraag.
Ook senator Kuiper (CU) haalde aan dat de Europees asielsysteem lidstaten ruimte laat om nationale gronden voor asiel te hanteren. Kuiper stelde dat het asielbeleid een uitdrukking dient te zijn van een eigen opvatting over de beschermwaardigheid van asielzoekers en van de eigen verantwoordelijkheid voor mensen in nood. De senator vroeg meermaals naar nut en noodzaak van het laten vervallen van de C- en D-gronden en vroeg of dit niet al wordt gedekt door artikel 29 van de Vreemdelingenwet. Ook vroeg hij of er niet moet worden gewacht op de implementatie van richtlijn 2011/95.
Senator Franken (CDA) onderschreef het doel van het wetsvoorstel om beter aan te sluiten bij het Europees asielsysteem, maar vroeg wel wat de concrete gevolgen zijn van het schrappen van de C-grond. Franken verwees hierbij naar specifieke groepen zoals LHBT's (Lesbisch, Homo-, Bi-, en Transseksueel) uit Iran en verwesterde meisjes uit Afghanistan. De senator vroeg of het wetsvoorstel voor hen een verslechtering betekent en of er is gekeken naar overgangsrecht voor deze groepen.
Geen materiële verslechtering, maar opschoning
Staatssecretaris Teeven gaf aan dat veruit het merendeel van de vluchtelingen die onder de te schrappen toelatingsgronden vallen - klemmende reden van humanitaire aard en toelating op grond van het categoriaal beschermingsbeleid - asiel kan aanvragen op andere gronden. Het is volgens Teeven niet de bedoeling om personen uit te sluiten van asiel, maar wel om de nationale gronden voor asiel 'op te schonen'. Door het schrappen van de twee toelatingsgronden, wordt voorkomen dat er onnodige procedures worden gevoerd.
Het wetsvoorstel wijzigt of verslechtert volgens Teeven materieel bijvoorbeeld niet de positie van verwesterde meisjes en hun ouders uit Afghanistan. Alleen wanneer deze groepen mensen onvoldoende kunnen aantonen dat er voor hen een reëel, persoonlijk risico is dat zij in hun eigen land worden vervolgd of bestraft, krijgen zij geen asiel. Hierbij geldt voor de asielzoekers een verlichte bewijslast.
De staatssecretaris ziet de eerste motie van senator Strik als ondersteuning van zijn beleid. Over de tweede motie heeft hij al een advies gevraagd bij de Adviescommissie voor Vreemdelingenzaken. Hij vroeg senator Strik de motie aan te houden tot dit advies is gepubliceerd.
Inbreukprocedure Europese Commissie
Senator Gerkens (SP) vroeg de staatssecretaris of het juist is dat de Europese Commissie een inbreukprocedure is gestart tegen Nederland omdat Nederland volgens de Commissie heeft verzaakt EU-recht na te komen. Deze procedure kan resulteren in een veroordeling door het EU-Hof en leiden tot oplegging van boetes en dwangsommen. Staatssecretaris Teeven gaf aan dat er geen inbreukprocedure is gestart, maar dat de Europese Commissie wel vragen heeft gesteld. Deze vragen zijn inmiddels beantwoord door de regering, maar hier is nog geen reactie op gekomen. De staatssecretaris zal de Kamer hierover vertrouwelijk informeren. Daarnaast zegde Teeven senator Gerkens toe dat de uitvoering van het nareisbeleid een plaats krijgt in het onderzoek van de Adviescommissie voor Vreemdelingenzaken.
Volgens senator De Lange (OSF) staat het buiten kijf dat Nederland een humanitaire plicht heeft om asielzoekers in nood te beschermen, maar moet ons land zich wel hoeden voor de gedachte dat het op eigen kracht het leed van de wereld op de schouders neemt. De Lange acht het onwenselijk dat kinderen langdurig in ons land verblijven zonder dat zij zicht hebben op een verblijfsvergunning. Ook gezinshereniging is volgens de senator een heikel punt, vanwege de moeilijk te definiëren term 'gezin'.
Kosten verblijfsvergunning
Senator De Graaf (D66) vroeg waarom er niet voor is gekozen om vluchtelingen met C- of D-status na vijf jaar een reguliere verblijfsvergunning voortgezet verblijf te geven en hiermee aan te sluiten bij het voorstel van oud-Tweede Kamerlid Albayrak. Met de nu door de regering voorstelde constructie komen volgens de senator diverse groepen asielgerechtigden in de knel, met name zwaar getraumatiseerden die geen geloofwaardige vrees hebben voor vervolging of bedreiging van hun leven in het land van herkomst. Verder betoogde De Graaf dat de prijzen van een vervangende verblijfsvergunning voor asiel voor bepaalde tijd (€250) en een verblijfsvergunning voor asiel voor onbepaalde tijd (€150) te hoog zijn en hij vroeg de staatssecretaris de reden hiervoor toe te lichten.
Senator Schrijver (PvdA) steunde het voorstel om nationale asielgronden zoveel mogelijk af te stemmen op Europese en internationaal verdragsrechtelijke verplichtingen. Wel vroeg de senator naar de aanscherping voor mensen met trauma's en de categorie die wordt toegelaten wegens bijzondere klemmende redenen van humanitaire aard. Ook Schrijver haalde de kosten voor vervanging van verblijfsdocumenten aan. Hij vroeg de staatssecretaris toe te zeggen dat de kosten voor een verblijfsdocument voor bepaalde tijd niet hoger zijn dan die voor onbepaalde tijd.
Staatssecretaris Teeven gaf aan dat de prijzen voor vervanging van deze verblijfsdocumenten met name te maken hebben met het feit dat de Immigratie- en Naturalisatiedienst hiervoor extra taken moet verrichten. De eerstvolgende nacalculatie van de kostprijs vindt in 2015 plaats. De staatssecretaris zegde toe dat hij dan zal bezien of een aanpassing van het legesbedrag noodzakelijk is. Daarbij merkte hij op dat de prijs voor vervanging wel kostendekkend moet blijven.
Deel dit item: