Van 27 tot 31 januari 2014 hebben een aantal Eerste Kamerleden deelgenomen aan de eerste sessie van de Parlementaire Assemblee van de Raad van Europa (PACE). Zij traden op als rapporteur of als spreker tijdens de geagendeerde debatten.
Partnerschap met Palestijnse Nationale Raad
Op dinsdag 28 januari heeft de PACE een rapport van senator Kox behandeld waarin het partnership for democracy van de Palestijnse Nationale Raad (PNC) met de PACE - van start gegaan in 2012 - is geëvalueerd. De Assemblee verwelkomde het rapport dat een analyse bevat van de inspanningen van de PNC om de aangegane verplichtingen na te komen, ondanks de ontberingen en barrières als gevolg van de bezetting van de Palestijnse gebieden door Israël. De PACE betreurt de feitelijke verdeeldheid tussen de Palestijnse autoriteiten enerzijds en de de facto bestuurders van Gaza anderzijds, die ertoe heeft geleid dat er tot nu toe geen regering van nationale eenheid kon worden gevormd en er geen overeenstemming werd bereikt over data van parlements- en presidentsverkiezingen. Het rapport van de heer Kox heeft de Assemblee verder aanleiding gegeven vast te stellen dat het moratorium op de doodstraf door Gaza niet wordt gerespecteerd en dat Hamas nog steeds executies uitvoert. Zij roept de PNC daarom op de doodstraf uit de Palestijnse strafwet te schrappen. De PACE erkent dat er per saldo sprake is van voortgang en vooruitgang, onder andere bij de bestrijding van corruptie, de aanpak van illegale wapensmokkel en de participatie van vrouwen in het openbare en politieke leven. De Assemblee roept de Palestijnse partner for democracy op om het hervormingsproces te versnellen en biedt daartoe haar steun aan. Op voorstel van de heer Kox heeft de PACE besloten het hervormingsproces te blijven volgen en over twee jaar opnieuw een debat te houden over de vorderingen.
Nieuwe informatie- en communicatietechnologie
Senator Franken sprak namens de Committee on Political Affairs and Democracy in een debat over een rapport van de Luxemburgse afgevaardigde Brasseur over de gevolgen van nieuwe informatie- en communicatietechnologie voor democratie. De heer Franken wees er op dat naast de positieve kanten van ICT voor de democratie (een betere relatie en meer ruimte voor dialoog tussen de kiezer en de gekozene) er ook enkele gevaren zijn die niet uit het oog moeten worden verloren. Zo moeten politici in een representatieve democratie ruimte blijven houden voor onderlinge discussies die nodig zijn voor coherentie en afstemming. Ook kan de één op één communicatie tussen burger en politicus valse verwachtingen wekken omdat de boodschap niet wordt gesteund door de meerderheid. Politici horen nu eenmaal veel geluiden en hebben de verantwoordelijkheid om zich breed te informeren. Manipulatie van de publieke opinie door middel van ICT is een ander gevaar dat onder ogen moet worden gezien, aldus de senator.
Internet als instrument voor democratie
In het ICT-debat merkte senator Faber-van de Klashorst op dat het de ongebreidelde informatiestroom van het internet machtiger is geworden dan de gedrukte boodschap. Het internet biedt voor mensen een platform om ervaringen uitwisselen en bedrog door de elite aan de kaak te stellen. Volgens Faber-van de Klashorst realiseren mensen zich steeds meer dat ze geen zaken opgelegd willen krijgen, zoals het verlies van soevereiniteit aan niet-gekozen Europese bestuurders en de islamisering van Europa. Nieuwe digitale communicatie brengt volgens Faber-van de Klashorst de gevestigde orde aan het schudden en is het instrument bij uitstek dat mogelijkheden schept voor de democratie. Illegaal gebruik van het internet moet echter wel worden bestraft. De bewering dat internet de democratie zou bedreigen noemde Faber-van de Klashorst een misvatting. "Hoe kan de vrije meningsuiting de democratie ondermijnen?" Censuur wordt in totalitaire regimes toegepast. De vraag is volgens Faber of de EU een totalitair regime wordt. Na twee perioden van nationale censuur - de Franse tijd en de Tweede Wereldoorlog - zal Nederland zich nooit meer de mond laten snoeren en zich niet meer laten onderdrukken door een dictator, zeker niet door een dictator uit Brussel, aldus mevrouw Faber-van de Klashorst.
Racisme en intolerantie in Europa
Aan een debat over een aan de PACE uitgebracht rapport over racisme en intolerantie in Europa is deelgenomen door senatoren Strik en Faber-Van de Klashorst. Senator Strik wees op de constatering in het rapport dat de economische crisis heeft geleid tot meer racisme en discriminatie. Overheden hebben ook hier een bijzondere verantwoordelijkheid om gelijke rechten voor iedereen in de samenleving te garanderen. Volledige participatie van migranten is daartoe een belangrijk instrument. Senator Strik pleitte ervoor dat overheden ook institutioneel racisme binnen bijvoorbeeld politiediensten tegengaan. In Engeland, Duitsland en ook Nederland doet zich dit voor. De database die in Nederland is opgezet om vingerafdrukken van migranten te bewaren voor politiediensten draagt het risico van stigmatisering in zich. Het onlangs verschenen ECRI-rapport dat stelt dat Nederland meer moet doen tegen racisme en discriminatie heeft veel stof doen opwaaien. Maar daarmee is de zaak niet afgedaan. Het is aan de Nederlandse volksvertegenwoordigers om er op toe te zien dat de Nederlandse regering de aanbevelingen van ECRI uitvoert, zo stelde mevrouw Strik.
Senator Faber-van de Klashorst wees er op dat gelijke rechten voor vrouwen in Nederland weliswaar wettelijk zijn verankerd, maar in de praktijk afbrokkelen. De stad Utrecht heeft twee informatiedesks geopend in de Omar Al Faroek-moskee: één voor mannen en één voor vrouwen. Dit is volgens Faber-van de Klashorst een vorm van apartheid. Voorts wees zij op het toenemend antisemitisme in Europa en op de geschiedenis van de erkenning van de PLO. Zij betoogde dat Europa gedwongen werd zijn grenzen te openen voor niet-westerse immigranten en hun cultuur moest erkennen. Zo heeft de Islam voet aan de grond gekregen in Europa, aldus mevrouw Faber. De Islam is, zo vervolgde zij, de belangrijkste bron van intolerantie in Europa. De democratie wordt misbruikt om de Islam een steviger voet aan de grond te laten krijgen in Europa. Het accepteren van de Islam betekent het einde van de Westerse democratische rechtsstaat, zo besloot mevrouw Faber haar interventie.
Integratietoets
Op woensdag 29 januari 2014 heeft senator Strik een rapport verdedigd over de introductie van een integratietoets; een examen dat migranten in een toenemend aantal lidstaten van de Raad van Europa dienen af te leggen alvorens over hun toelating wordt beslist. Deze test is gericht op kennis van de taal van het gastland, maar soms ook op onderwerpen die te maken hebben met 'burgerschap' zoals geschiedenis, de inrichting van bestuur, politiek, samenleving en democratische waarden. Het rapport stelt dat een goede kennis van de taal van een land ongetwijfeld bijdraagt aan een succesvolle integratie, maar dat er ook gerede twijfel bestaat of deze toetsen de integratie niet feitelijk hinderden en tot uitsluiting leiden. De pre-entry tests kunnen een obstakel vormen voor gezinshereniging en kunnen voor immigranten die zich al in het gastland bevinden een belemmering vormen voor de toegang tot bepaalde rechten van ingezetenen. De vrees bestaat dat het primaire doel, dan wel een voorspelbaar gevolg van deze tests is het aantal migranten te laten afnemen. Als dat het geval is, zo stelt het rapport, is dat een stap terug. De PACE steunde het rapport en stelde zich achter de conclusie dat deze stap terug niet moet worden gezet.
Deel dit item: