Impressie eerste termijn debat over het Belastingplan



De Eerste Kamer heeft op 15 december 2015 de eerste termijn van het debat met staatssecretaris Wiebes van Financiën over het Belastingplan 2016 afgerond. De tweede termijn van het debat zal plaatsvinden op 21 en 22 december 2015.

Onjuiste koppeling

Senator Van Rij (CDA) hield in het debat zijn maidenspeech. Hij vroeg waarom het kabinet er niet voor heeft gekozen om de plannen voor de belastinghervorming eerder publiek te maken zodat er open over kon worden gediscussieerd. De senator betoogde dat zijn fractie het volstrekt onjuist vindt dat in de plannen voor het belastingjaar 2016 ook plannen zijn opgenomen voor het jaar 2017. Hij verzocht de staatssecretaris om dit onderdeel - conform de motie Hoekstra - los te koppelen. Bij herziening van Box 3 is volgens Van Rij een onjuiste koppeling gemaakt tussen het realisatiebeginsel en de fictie. Volgens de senator wordt de eenvoud van het stelsel teniet gedaan en gaat de voorzichtige spaarder er nog steeds op achteruit. "Het is een volstrekte illusie om te veronderstellen dat de beleggers die bijvoorbeeld over meer dan € 1 miljoen in box-3 beschikken niet naar rechtmatige alternatieven zullen kijken." Hij riep de regering op om zo snel mogelijk een strategie voor de vennootschapsbelasting te ontwikkelen. De senator betoogde ook dat zijn fractie met grote instemming kennis heeft genomen van de invoering van de uitvoeringstoets.

Gelijke behandeling

Senator Van Rooijen (50PLUS) vroeg in hoeverre de wetsvoorstellen in lijn zijn met het beginsel van gelijke behandeling; in dit geval de behandeling van werkenden en ouderen. De senator betoogde dat ouderen geen evenredig deel hebben gehad van de 5 miljard euro aan lastenverlichtingen. Het feit dat een deel van de lastenverzwaringen voor het jaar 2016 is teruggedraaid, is volgens de senator onvoldoende: er moet vanaf 2017 een structurele lastenverlichting voor ouderen komen. Ouderen worden volgens Van Rooijen onevenredig hard getroffen door de maatregelen van het kabinet. Van Rooijen betoogde dat de ouderen van nu de AOW ontvangen waar zij zelf aan hebben bijgedragen en dat zij er niet toe moeten worden gedwongen om aan de AOW bij te dragen  "onder de vlag van belasting."  De senator vroeg onder andere of de regering bereid is om de ouderenkorting terug te brengen naar het niveau van €150 en de inkomensafhankelijke zorgpremie te verlagen.

Verantwoord, realistisch, groen en rechtvaardig

Senator Ester (ChristenUnie) vroeg in hoeverre het Belastingplan verantwoord, realistisch, groen en rechtvaardig is. Naast het optimistische beeld over de Nederlandse economie zijn er immers ook zorgen over de nog steeds hoge werkloosheid en de instabiele internationale veiligheidssituatie. Ester plaatste vraagtekens bij de omvang van de lastenverlichting zonder hervorming van het belastingstelsel zelf. De senator riep de staatssecretaris op om doortastende, inhoudelijke regie te voeren op toekomstige onderhandelingen over belastingherziening. Eenverdieners, mantelzorgers, chronisch zieken en gehandicapten komen volgens de senator onvoldoende aan bod. Ook wordt er te weinig aandacht besteed aan de verduurzaming van de economie.

Verzwaringen net zo groot als verlichtingen    

Senator Van Strien (PVV) hekelde de voorgenomen sluiting van kolencentrales en betoogde dat deze centrales geen roet, maar uitsluitend water en koolstofdioxide uitstoten. De senator betoogde ook dat het totaal aan lastenverzwaringen bijna net zo groot is als de lastenverlichtingen. Volgens de senator gaan door het beleid van de regering bovendien de zorgpremies omhoog. Het belastinggeld wordt volgens de senator niet goed besteed: "Enerzijds zien we dat wezenlijke taken als bijvoorbeeld het garanderen van veiligheid van de burgers niet adequaat gebeurt, anderzijds zien we een enorme verkwisting door tot nu toe onbeperkt asielzoekers binnen te laten." Alleenstaande ouders, gepensioneerden en ondernemers in de grenssteek worden volgens Van Strien door de maatregelen van het Belastingplan onevenredig hard getroffen.

Inkomensverschillen alleen maar groter

Ook senator Köhler (SP) hield in het debat zijn maidenspeech. Hij betwijfelde in hoeverre het vergroten van de verschillen tussen werkenden en niet-werkenden er voor zorgt dat er meer mensen aan het werk komen. Zo vroeg hij onder meer of de 28.000 door het CBP berekende model-banen voor de korte of voor de lange termijn worden voorzien. Om de economie te stimuleren moeten volgens Köhler juist mensen met lage inkomens extra koopkracht krijgen. Door het Belastingplan 2016 worden de verschillen tussen lage en hoge inkomens echter alleen maar groter. Deze verschillen horen volgens Köhler tot de grootste verschillen in de wereld. De senator betoogde dat zijn fractie zich eigenlijk alleen kan vinden in het voorstel voor een verbeterde rendementsheffing.

Te weinig geld voor vergroening

Senator Vos (GroenLinks) betoogde dat een deel van de 5 miljard lastenverlichting wordt besteed aan mensen die het niet echt nodig hebben. Er is volgens Vos te hard bezuinigd op zorg en welzijn, beschut werk en sociale werkvoorzieningen. Ook voor de vergroening van de economie komt te weinig geld beschikbaar. De senator stelde dat het nog onzeker is in hoeverre de verschuiving van 4 miljard naar gemeenten en de beoogde totstandkoming van extra banen daadwerkelijk zullen plaatsvinden. Het klimaatakkoord in Parijs is volgens Vos een belangrijke doorbraak. Zij vroeg of dit betekent dat Nederland het gebruik van kolen als brandstof stop zal zetten; energieheffingen voor grootgebruikers zal verhogen en het investeren in energiebesparing aantrekkelijker gaat maken. Ook vroeg zij of het kabinet nog langer het budget voor ontwikkelingssamenwerking zal gebruiken als financieringsbron voor klimaatoplossingen in ontwikkelingslanden. Verder pleitte de senator voor extra middelen voor gemeenten om de tekorten in het sociale domein op te lossen en de woonlasten en voor het kritisch kijken naar de kosten van zorgpremies en eigen bijdrages.

Doorgaan op de ingeslagen weg            

Senator Backer (D66) betoogde dat zijn fractie voorstander is van het voortzetten van het traject van belastinghervorming. Hij haalde hiertoe de motie-Van Boxtel uit 2014 aan en stelde dat herziening onverminderd urgent is. De voorgestelde maatregelen zijn volgens Backer een (tussen-)stap in de goede richting. Zij dragen bij aan banengroei op termijn en aan vergroening en leggen een fundament voor hervorming. De senator merkte wel op dat het onwenselijk is als de regering dusdanig laat een wetsvoorstel aan de Eerste Kamer voorlegt, dat er geen enkele reparatie meer mogelijk is. Het zou volgens Backer beter zijn om het debat over het belastingplan te laten aansluiten op de Algemene Financiële Beschouwingen. Ook is het onjuist als er door de Belastingdienst wordt voorgesorteerd op besluiten die het parlement nog niet heeft genomen en als er in een 'verzamelwet' sterk verschillende onderwerpen worden gebundeld. Tot slot betoogde de senator  dat het goed zou zijn om een diepgaand debat te voeren over de belasting van vermogensaanwas.

Lijkt gunstig, maar is prematuur

Senator Ten Hoeve (OSF) betoogde dat het "pompen van extra geld in de economie" ten gunste van specifieke groepen weliswaar gunstig lijkt maar eigenlijk prematuur is, aangezien het niet is ingebed in een complete herziening van het belastingsysteem. Volgens Ten Hoeve worden werkenden door de voorgestelde maatregelen onevenredig bevoordeeld. Het beoogde doel (aanpakken van de werkloosheid) wordt hier volgens de senator niet mee gehaald. Ook dragen de maatregelen niet bij aan een overzichtelijk en eerlijk stelsel. De herziening zou volgens Ten Hoeve uit moeten gaan van een grote belastingvrije voet of algemene heffingskorting, die overdraagbaar is binnen een duidelijk omschreven levensverband. Ook zou de AOW moeten worden gefiscaliseerd en de wig tussen netto-arbeidsloon en totale werkgeverskosten worden verkleind. Volgens de senator is de huidige regeling naar de vorm een belasting op vermogensinkomsten, maar feitelijk een belasting van 1,2% op vermogensbezit.

Interpretatie van de cijfers       

Senator Schalk (SGP) betoogde dat de maatregelen voor de meeste mensen in 2016 niets opleveren. "Alleen voor diegenen die meer dan €22.000 op de bank hebben staan, gaan erop vooruit." De senator gaf de regering in overweging om de cijfers van het CPB zo te interpreteren dat zij recht doen aan wetsvoorstellen en amendementen. De senator haalde hiertoe aan dat het CPB heeft berekend dat het verhogen van de overdraagbare heffingskorting met 1 euro in totaal 21.000 banen kost, terwijl er een investering van 5 miljard nodig is om 35.000 banen te creëren. Schalk vroeg de staatssecretaris verder om toe te zeggen dat de kloof tussen één- en tweeverdieners wordt verkleind in het Belastingplan 2017.

Principiële standpunten over belastingherziening

Senator Van de Ven (VVD) stelde dat het belastingpakket 2016 en de Wet uitvoering Common Reporting Standard positief zijn voor de koopkracht van burgers. De aangekondigde novelle zorgt weliswaar voor voldoende draagvlak voor het Belastingplan 2016, maar vormt nog geen 'grote belastingherziening.' Daardoor kunnen principiële standpunten over de wijze  van belastingherziening nog niet aan bod. Wel is het systeem op een aantal punten volgens de senator vereenvoudigd. Van de Ven vroeg de staatssecretaris om - in het kader van verdere vereenvoudiging - de vermogensrendementsheffing over contanten boven de €517 te schrappen, aangezien het voor particulieren lastig te achterhalen is of zij dit bedrag hebben overschreden. Ook de antimisbruikbepaling n de dividendbelasting op grond van de gewijzigde EU Moeder-dochterrichtlijn is volgens de senator te complex.

Steun voor lastenverlaging       

Senator Sent (PvdA) gaf aan dat haar fractie positief is over de inzet van het kabinet om de lasten op arbeid te verlagen. Het baart de PvdA-fractie echter wel zorgen dat bij de ramingen van opbrengsten van lastenverzwaringen en verplichtingen de directe gedragseffecten vaak buiten beeld blijven. Ook betoogde de senator dat er helaas voor is gekozen voor een stelsel dat weliswaar progressief is, maar niet gebaseerd op werkelijke rendementen. Idealiter worden in zowel box 2 als box 3 de werkelijke inkomsten belast. Ook merkte senator Sent op dat zij vreest dat grote multinationals onevenredig gebruik zullen maken van het verrekenen van het RDA-voordeel via de loonheffing. Sent pleitte ervoor dat de arbeidsparticipatie van vrouwen wordt gestimuleerd door zowel financiële als niet-financiële regelingen.  Verder vroeg de senator naar de mogelijkheden voor fiscale vergroening. Tot slot stelde Sent dat de late indiening van de Novelle Belastingplan 2016 de toets van de Eerste Kamer op uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid niet ten goede komt. Ten aanzien van deze novelle vroeg de senator of een verruiming van het gemeentelijk belastinggebied een grotere inkomensongelijkheid mag betekenen en wat er wordt gedaan aan de verkeerde perceptie dat gemeenten een groot aandeel hebben in belastingopbrengsten.

Brede herziening blijft nodig

Staatssecretaris Wiebes (Financiën) stelde dat een brede belastingherziening noodzakelijk blijft. De ruwe opzet hiervoor was er al lange tijd, maar had onvoldoende politiek draagvlak. De herziening van het belastingstelsel blijft echter een aandachtspunt van het kabinet.

Wiebes merkte op dat er verschillende gedachtes leven over evenwichtige inkomensverhoudingen en betoogde dat de voorgestelde maatregelen niet denivellerend werken. De staatssecretaris betoogde verder dat er veel groepen (waaronder één- en tweeverdieners) zijn die er volgend jaar op achteruit gaan. Ouderen gaan er echter gemiddeld en relatief het meest op vooruit. Zij leven het minst vaak in armoede en hebben een hoge arbeidsproductiviteit. Het gaat bovendien niet om welvaartsverdeling, maar om welvaartsopbouw. Ook werkenden moeten de kans krijgen om welvaart op te bouwen.

Over de één- en tweeverdieners merkte de staatssecretaris op dat de hieraan gewijde motie-Schalk in de Tweede Kamer onvoldoende politiek draagvlak heeft. Het is volgens Wiebes geen doelstelling van het kabinet om de inkomensverschillen tussen deze groepen te vergroten dan wel te verkleinen. Hij zegde wel toe dat hier volgend jaar opnieuw aandacht aan wordt besteed.  

De staatssecretaris betoogde dat vergroening niet (uitsluitend) via de fiscaliteit geregeld moet worden. Dit is niet de meest verstandige route, gezien de in het verleden behaalde resultaten.

Over de uitvoeringstoets merkte de staatssecretaris op dat er goed is gekeken of deze toets waarheidsgetrouw is. Deze toets is beter en sneller dan de bestaande toets. Verder stelde hij dat er wordt gekeken naar de planning van de behandeling van het belastingplan en hoge tijdsdruk die hiermee gemoeid is. Dit proces blijft echter altijd wringen.



Deel dit item: