De Eerste Kamer heeft maandag 19 december 2016 gedebatteerd met minister Ploumen (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking) over de begroting van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking. Op 20 december wordt er over de begroting gestemd.
Zorgen over Nederlandse inzet
Senator Lintmeijer (GroenLinks) gaf in het debat aan dat zijn fractie grote zorgen heeft over de Nederlandse inzet voor ontwikkelingssamenwerking. Volgens Lintmeijer is het vanzelfsprekend dat het rijke deel van de wereld substantieel bijdraagt aan het uitbannen van armoede en een rechtvaardige verdeling van welvaart. Verder merkte hij op dat niet alleen politieke of economische instabiliteit maar ook klimaatverandering kan leiden tot armoede en onrust. Lintmeijer stelde vast dat het Nederlandse budget voor ontwikkelingssamenwerking de laatste jaren steeds sterker daalt. Hij noemde het 'bijna cynisch' dat Nederland de grootste ontvanger is van de eigen ontwikkelingshulp, aangezien Nederland de opvang van eerstejaarsasielzoekers hieruit betaalt. Het budget voor noodhulp daalt, terwijl de exportfinanciering voor het Nederlandse bedrijfsleven stijgt. Lintmeijer bepleitte een verhoging van het budget voor ontwikkelingssamenwerking naar 0,7 procent van het bruto nationaal product.
Senator Stienen (D66) gaf aan dat haar fractie zich zorgen maakt over de druk van de opvang van eerstejaarsasielzoekers op de begroting van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking. Het zou de Nederlandse geloofwaardigheid ten goede komen als er meer wordt geïnvesteerd in opvang in de regio. De senator noemde het een 'bizarre situatie' dat Nederland wel anderen scherp houdt ten aanzien van het efficiënt besteden van ontwikkelingsgeld, maar dat in eigen land niet kan doen over geld dat aan eerstejaarsasielzoekers wordt besteed. De D66-fractie is niet tevreden over het gebrek aan transparantie over asieluitgaven en de druk die deze uitgaven leggen op de begroting van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking.
Niet ideaal
Minister Ploumen betoogde dat er middelen zijn toegevoegd aan het budget voor eerstejaarsasielopvang omdat de kosten hiervoor onverwacht hoog uitvielen. Dat deze middelen uit het budget voor ontwikkelingssamenwerking zijn gehaald is volgens de minister uitzonderlijk, maar een dergelijke 'kasschuif' komt vaker voor. De reden dat de kosten voor opvang in Nederland hoog zijn, heeft te maken met de specifieke omstandigheden in ons land. De opvang van asielzoekers is volgens de minister sober, maar voldoet aan alle OESO-eisen. Aangezien de kosten voor asielopvang in 2016 lager uitvielen, is het budget voor ontwikkelingssamenwerking bovendien weer omhoog gegaan. Zij merkte daarbij op dat het reguliere jaarlijkse budget voor ontwikkelingssamenwerking is verhoogd en dat de middelen voor noodhulp zijn gestegen. Deze manier van begroten is weliswaar niet ideaal, maar in elk geval wel transparant. De minister hoopt dat men in de toekomst doordrongen is van de druk die de opvang van asielzoekers op het budget voor ontwikkelingssamenwerking legt.
Deel dit item: