De Eerste Kamer heeft dinsdag 9 april het initiatiefwetsvoorstel-Van der Staaij verworpen. De fracties van PVV, SP, ChristenUnie, SGP, Partij voor de Dieren en 50PLUS stemden voor het wetsvoorstel, de fracties van VVD, CDA, D66, PvdA, GroenLinks en OSF stemden tegen. De Kamer debatteerde dinsdag 2 april over het wetsvoorstel. Toen tekende zich reeds een meerderheid af die tegen zou stemmen.
Het voorstel betrof een wijziging van de Grondwet waarmee wordt geregeld dat de goedkeuring en wijziging van EU-verdragen moeten plaatsvinden met een tweederde meerderheid van stemmen in beide Kamers der Staten-Generaal. Nu is een gewone meerderheid toereikend.
Dit wetsvoorstel werd oorspronkelijk mede-ingediend door het Tweede Kamerlid Herben (LPF). Sinds 2007 verdedigt het Tweede Kamerlid Van der Staaij (SGP) het alleen. Het wetsvoorstel beoogt via een wijziging van de Grondwet te regelen dat de goedkeuring en wijziging van EU-verdragen moet plaatsvinden met een tweederde meerderheid van stemmen in beide Kamers der Staten-Generaal. Op het vereiste van een tweederde meerderheid wordt een uitzondering gemaakt indien het verdrag uitsluitend voorziet in het overdragen van bevoegdheden van de Europese Unie aan het Koninkrijk en/of aan de andere lidstaten. In een dergelijk geval volstaat een gewone meerderheid.
De (wijzigingen van de) verdragen van Europese Unie worden grondwettelijk nog steeds beschouwd als oprichtingsbepalingen van een gewoon volkenrechtelijk samenwerkingsverband. Met dit voorstel krijgen de Kamers meer zeggenschap bij de goedkeuring en wijziging van EU-verdragen, besluiten tot vereenvoudigde wijziging en verdragen tot toetreding van nieuwe lidstaten. Volgens de initiatiefnemer wordt met een procedure van twee lezingen recht gedaan aan de wijze waarop de EU ingrijpt in nationale wetgeving. Het betrof de behandeling in eerste lezing van het wetsvoorstel.
Deel dit item: