Een in maart gepland bezoek van de Voorzitter van de Zweedse Riksdag, Andreas Norlén, aan de beide Kamers van de Staten-Generaal kon wegens de coronamaatregelen niet doorgaan. Om de goede relaties te onderhouden vond daarom op 1 juli een gesprek plaats via video-verbinding tussen de Voorzitter van de Eerste Kamer, Jan Anthonie Bruijn, met zijn Zweedse ambtsgenoot.
Het gesprek ging algauw over hoe de parlementen in tijden van de coronapandemie hun werkzaamheden hebben verdergezet. Zo hebben de Zweedse fracties op informele wijze afgesproken om tijdelijk hun fysieke aanwezigheid bij de plenaire vergadering proportioneel te minderen van 349 naar 55 leden.
Eerste Kamervoorzitter Bruijn lichtte toe waarom de plenaire vergaderingen tijdelijk zijn verhuisd naar de Ridderzaal en hoe commissie- en fractievergaderingen ook op digitale wijze worden gehouden. Vervolgens kwamen de parlementaire stelsels van beide landen aan bod - Zweden kende tot 1974 ook een bicameraal stelsel - en de soms verschillende parlementaire werkwijzen.
De Voorzitters bespraken verder de stand van zaken van een aantal Europese dossiers, waaronder het Meerjarig Financieel Kader en Herstelplan en handelsverdragen. Tot slot is het belang van parlementaire diplomatie genoemd. Kamervoorzitter Bruijn roemde Norlén omwille van zijn actieve houding hierin en nodigde hem uit enkele best practices te delen.
Het was voor het eerst dat een bilateraal gesprek tussen Kamervoorzitters op deze digitale wijze plaatsvond. Beide Voorzitters spraken uit graag de contacten te willen onderhouden en hopen elkaar op een later moment weer te kunnen ontmoeten.
Deel dit item: