Maandag 16 mei namen drie leden van de Staten-Generaal deel aan de vergadering van de Interparlementaire Commissie (IPC) van de Nederlandse Taalunie in het Vlaams Parlement te Brussel. Het betrof de Tweede Kamerleden Martin Bosma (PVV, delegatieleider) en Hatte van der Woude (VVD), en Eerste Kamerlid Joop Atsma (CDA). De IPC controleert de Nederlandse Taalunie (NTU), een beleidsorganisatie waarin Nederland, Vlaanderen en Suriname samenwerken op het gebied van de Nederlandse taal, het taalonderwijs en de letteren. In de ochtend is gesproken over het visitatierapport van de Taalunie en in de middag stond de rol van de taaltechnologie en de Vlaams-Nederlandse samenwerking in de inclusie van blinden en doven centraal.
Het overleg tussen de Vlaamse en Nederlandse leden werd geopend in aanwezigheid van de Nederlandse minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, de heer Dijkgraaf als lid van het Comité van Ministers van de Taalunie. Hij onderstreepte de goede onderlinge samenwerking ter versterking van de Nederlandse taal. Voorts besprak de IPC haar reactie aan het Comité van Ministers op het Visitatierapport over de Taalunie van de afgelopen vijf jaar. Het rapport evalueert de rol van de Taalunie bij het Nederlandse, Vlaamse en Surinaamse taalbeleid en doet aanbevelingen voor versterking van de Taalunie in de toekomst.
Martin Bosma gaf aan dat het gesprek met de visitatiecommissie onaangenaam is verlopen en de vertrouwelijkheid van het gesprek is geschonden. "In een column heeft de voorzitter van de visitatiecommissie verwezen naar het gesprek en heeft mij daarbij onjuist geciteerd," zei de heer Bosma. Op de brief die hij hierover naar de visitatiecommissie heeft gestuurd is geen inhoudelijke reactie ontvangen. Bosma legt de vraag welke gevolgen deze schending van de beginselopdracht heeft graag neer bij het Comité van Ministers.
Hatte van der Woude ziet maatschappelijke vraagstukken onvoldoende terug in het Visitatierapport. "Het rapport lijkt vooral erg gericht op de organisatie van de Taalunie en generieke vragen zag ik niet terug in het rapport," aldus Van der Woude. Wat haar betreft zou de nadruk meer moeten liggen op de rol van de Taalunie bij het adresseren van die vraagstukken. Het Comité van Ministers zal tijdens de vergadering op 13 juni aanstaande de reactie van de IPC bespreken. De aanwezige delegatieleden constateren ook dat er sprake is van een verengelsing van het hoger en universitair onderwijs in Nederland. In een volgende IPC Taalunie wordt dit onderwerp geagendeerd.
Gedurende de hoorzitting in de middag ging Catia Cucchiarini, senior adviseur taalinfrastructuur Nederlandse Taalunie in op de toegankelijkheid van taal voor iedereen en de noodzaak van standaardisering van braille. Bart Simons, voorzitter Braille Autoriteit voor de Nederlandse Taal, bevestigde die noodzaak. Hij voegde daaraan toe dat braille standaard mee-evalueert met de taal, woorden en tekens die 30 jaar geleden niet bestonden, nu niet weg te denken zijn uit het taalgebruik, zoals het @-teken. Ook hield hij een pleidooi voor uitbreiding van brailletoepassingen, vergelijkbaar met de EU-voorschriften voor geneesmiddelen die allen voorzien zijn van brailleschrift.
Nieuwe technieken zoals 3D printen maken dit mogelijk. Voor verbetering van de inclusie van doven en slechthorenden gaven Frieda Steurs, directeur Instituut voor de Nederlandse Taal en de heer Jorn Rijckaert van SignON een toelichting. SignON is een 3-jarig project voor de ontwikkeling van een applicatie die gebarentaal omzet naar gesproken taal en vice versa. Een dergelijke applicatie is bedoeld als aanvulling op de bestaande tolken en belangrijk is de betrokkenheid van de dovengemeenschap en slechthorenden bij deze applicatie ontwikkeling. Er zijn grote hoeveel data nodig waarbij gesproken taal is omgezet in gebarentaal, zoals bijvoorbeeld bij nieuwsuitzendingen gebeurt.
Een groot verschil tussen België en Nederland in deze is dat de benodigde data in België vrij beschikbaar zijn en in Nederland met een omweg door speciale regeling met Beeld en Geluid gebruikt kunnen worden, maar eigenlijk ook vrij toegankelijk zou moeten zijn.
De Interparlementaire Commissie van de Nederlandse Taalunie is het parlementaire orgaan van de Taalunie. De IPC bestaat uit 11 Nederlandse en 11 Vlaamse volksvertegenwoordigers. Het voorzitterschap rouleert. Op dit moment is een Vlaming voorzitter. De IPC kan het Comité van Ministers aanspreken op het functioneren en op het realiseren van de doelstellingen van de Taalunie. Momenteel is Nederland voorzitter van het Comité van Ministers.
Deel dit item: