Verstrekken abortuspil door huisarts: debat samengevat



De Eerste Kamer debatteerde dinsdag 29 november over het wetsvoorstel van de Tweede Kamer om legale medicamenteuze afbreking van de zwangerschap door de huisarts, door middel van de abortuspil, mogelijk te maken. Het voorstel is een initiatief van de Tweede Kamerleden Ellemeet (GroenLinks), Kuiken (PvdA), Paternotte (D66) en Van Wijngaarden (VVD). Zij verdedigden het wetsvoorstel namens de Tweede Kamer. Minister Kuipers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) nam aan het debat deel als adviseur namens de regering. De Eerste Kamer stemt dinsdag 6 december over het wetsvoorstel.

Met het initiatiefvoorstel wordt het mogelijk de abortuspil op een laagdrempelige wijze via de huisarts te verstrekken. Om dit te regelen wordt de uitzondering op de strafbaarheid van de zwangerschapsafbreking uitgebreid tot afbreking van vroege zwangerschappen via de huisarts. Die uitzondering geldt nu nog alleen voor de abortusartsen en artsen in een ziekenhuis of een abortuskliniek. De initiatiefnemers willen zo de keuzevrijheid vergroten van vrouwen om de zwangerschap af te breken met een medicatie bij een vertrouwde hulpverlener.

Tien van de zestien fracties namen deel aan het debat. De woordvoerders van GroenLinks, PvdA, D66, VVD, SP (mede namens PvdD) en Fractie-Otten spraken onomwonden hun steun uit voor het wetsvoorstel. Voor hen staat het vergroten van de keuzevrijheid van vrouwen voorop. De woordvoerders van CDA, ChristenUnie en SGP hadden nog veel vragen over de balans in de huidige abortuswet tussen het recht van de vrouw om te beslissen over haar eigen lichaam en het ongeboren leven. Meerdere woordvoerders vroegen de minister om in te gaan op zorgen dat met het toestaan van de abortuspil bij de huisarts mogelijk het voortbestaan van de abortusklinieken wordt bedreigd, de mogelijkheden voor abortus op de BES-eilanden, de gevolgen van het wetsvoorstel voor de werkdruk van huisartsen en de inzet van seksuele voorlichting om ongewenste zwangerschappen te voorkomen.


Ingetrokken motie

Senator Van der Voort (D66) diende een motie in die de regering verzocht te onderzoeken op welke wijze de abortus in de gangbare financiering van medische behandelingen, bijvoorbeeld via de Zorgverzekeringswet, kan worden opgenomen - met behoud van belangrijke randvoorwaarden zoals financiële toegankelijkheid en anonimiteit - omdat de subsidieregeling voor de vergoeding van abortus afloopt. Omdat de minister toezegde de financiering te onderzoeken bij de evaluatie van de abortuswet (Wet afbreking zwangerschap) in 2023. Daarop besloot Van der Voort de motie in te trekken.


Impressie van het debat

Drempel voor vrouwen op de BES-eilanden

Senator Krijnen (GroenLinks) hield haar maidenspeech, de eerste keer dat een Kamerlid spreekt tijdens een plenair debat. Volgens Krijnen hoort de Nederlandse abortuszorg bij de beste ter wereld en moeten we dat zo houden. Toch is er nog steeds ruimte voor verbetering. GroenLinks verwelkomt het wetsvoorstel omdat het de keuzevrijheid en het zelfbeschikkingsrecht van vrouwen verbetert. Wel vroeg Krijnen of de minister kon toezeggen dat het aanbod en de spreiding van de klinieken in stand blijft, ook nadat de wet is aangenomen. Ze wees ook op de BES-eilanden waar maar één ziekhuis is dat abortussen mag uitvoeren, op Bonaire. Dat is een hoge drempel voor vrouwen op de andere eilanden. Volgens het wetsvoorstel kunnen huisartsen zelf bepalen of zij de abortuspil willen opnemen in hun aanbod, het is geen verplichting. Krijnen vroeg of de initiatiefnemers hebben nagedacht hoe ze willen bekendmaken welke huisarts wel en welke de abortuspil niet aanbiedt. We moeten waakzaam blijven en de strijd voor vrouwenrechten, meer rechten en voor betere zorg voor iedereen voortzetten, besloot zij.

Wordt vrouw afhankelijk van huisarts?

Volgens senator Prins (CDA) is het goed dat sinds 1984 de mogelijkheid bestaat om op een zorgvuldige manier de zwangerschap af te breken. Voorkomen is natuurlijk altijd beter, voegde Prins toe. Ze vroeg of de initiatiefnemers hebben nagedacht over mogelijkheden daartoe. Het CDA hecht grote waarde aan een zorgvuldige balans tussen de autonomie van de vrouw en het nieuwe leven. Initiatiefnemers willen de keuzevrijheid van de vrouwen verbeteren. Maar verbeteren we met dit wetsvoorstel niet vooral de keuzevrijheid van de huisartsen, vroeg Prins. Is de vrouw niet afhankelijk van de keus van de huisarts? Ze vroeg van de regering de toezegging dat met huisartsen wordt overlegd hoe de huisartsen standaard kenbaar maken dat zij de abortuspil wel of niet verstrekken. Prins wees verder op de financiering van de abortuszorg. Ze vroeg een toezegging dat de financiering adequaat is en praktisch goed uitvoerbaar voor de huisartsen. Daarbij komen volgens Prins de gevolgen van vermoedelijk lagere bezoekcijfers aan klinieken: hoe gaat de regering om met het in stand houden van de klinieken, vroeg zij.

Huisarts is laagdrempelig

Senator Van der Voort (D66) zei dat vrije toegang tot abortusklinieken essentieel is. Hij vindt het zorgelijk dat dat minder wordt door bijvoorbeeld demonstraties tegen abortus voor de deur van klinieken. Hij vroeg hoe de minister de toegang borgt. Bovendien, zo zei hij, is er in Friesland en Drenthe überhaupt geen kliniek. Voor vrouwen in die provincies is dit wetsvoorstel dus een grote verbetering. De gang naar de huisarts is over het algemeen zeer laagdrempelig gezien de plek van de huisarts in onze samenleving. Het wetsvoorstel beperkt het bezoek aan een abortuskliniek niet, volgens Van der Voort. Hij heeft wel zorgen om de werkdruk van de huisartsen en hun medewerkers. Welk beleid staat daarvoor in de steigers, vroeg hij aan de minister. Dat is namelijk belangrijk voor de uitvoering van de wet. Een huisarts kan natuurlijk besluiten om de abortuspil niet aan te bieden, ook om redenen van werkdruk. Hij had nog vragen over de uitvoering: hoe bepaalt de huisarts de termijn? Door middel van een echo? En aan de minister vroeg Van der Voort hoe de financiering is geregeld. Krijgt de huisarts dezelfde vergoeding als de klinieken nu krijgen?

Aandacht voor ongeboren leven mist

Voor senator Verkerk (ChristenUnie) is de kern van het wetsvoorstel de vraag wat er gebeurt met de balans tussen de autonomie van de vrouw en de bescherming van het ongeboren leven. Het is niet de bedoeling van de initiatiefnemers dat meer vrouwen kiezen voor abortus. Toch roept het voorstel vragen op, vanwege de focus van de wet zelf. Het geheel van abortuszorg moet beter aansluiten bij de wensen van de vrouw is de inzet van het wetsvoorstel. Dat begrijpt de ChristenUnie. Maar dit gaat volgens Verkerk niet gepaard met meer aandacht voor de bescherming van het ongeboren leven. Nergens lezen we dit terug, geen extra stappen of maatregelen. Hij heeft de indruk dat dit voorstel de balans verstoort. Zou extra aandacht voor het ongeboren leven niet gewenst zijn, zou het niet beter moeten worden vastgelegd, vroeg Verkerk. Over een ander doel van de wet, verbetering van de kwaliteit van de abortuszorg, vroeg hij of dit niet leidt tot fragmentatie van de abortuszorg.

Onveilige abortussen tegengaan

Senator De Bruijn-Wezeman (VVD) zei dat de omstandigheden van de vrouw bepalen waar zij voor kiest: huisarts of kliniek. Het merendeel van de vrouwen meldt zich eerst bij de huisarts en wordt vervolgens doorverwezen. Dit kan vertraging betekenen, waarmee de negen-weken-grens die geldt voor de abortuspil wordt overschreden. Ook zijn er vrouwen die direct naar de kliniek gaan, en daar blijft de abortuspil beschikbaar. Met dit voorstel kunnen wel onveilige abortussen tegen worden gegaan, bijvoorbeeld doordat vrouwen op internet een abortuspil bestellen en die zonder de nodige begeleiding innemen. Huisartsen die de abortuspil niet kunnen of willen inpassen in hun praktijk, kunnen ervoor kiezen dit niet te doen. Het is volgens De Bruijn wel belangrijk dat vrouwen vooraf weten of ze bij een bepaalde huisarts terecht kunnen. Hoe komen ze daarachter, vroeg De Bruijn aan de minister. Verder wilde zij weten of echoscopie verplicht wordt gesteld om vast te stellen of een vrouw zwanger is. Tot zes weken is er namelijk nog niets te zien. Wordt het dan niet onnodig uitgesteld, vroeg zij. Tot besluit vroeg De Bruijn naar de kosten. Tot nu toe is de pil volledig gratis. Blijft dat zo?

Abortus is uiterste noodgreep

Volgens senator Van Dijk (SGP) heeft de wet een normatieve werking. Hij heeft er moeite mee dat de abortuswetgeving in Nederland uitspreekt dat abortus tot 24 weken 'ok' is. Abortus is een uiterste noodgreep en dat moet ook zichtbaar zijn in de inrichting van de wetgeving. Het moet niet gezien worden als een normale medische ingreep. Helaas gebeurt dat steeds meer, aldus Van Dijk. De wetgeving wordt met dit voorstel weer ruimer getrokken, omdat ook huisartsen er onder komen te vallen. Biedt dit wetsvoorstel nu echt de garantie dat de abortuszorg beter wordt dan die nu is, vroeg hij. Sneeuwt de kwaliteit niet onder ten faveure van de toegankelijkheid en vrije keus? Bovendien vroeg hij aandacht voor de werkdruk van huisartsen. Moeten we het niet eerst hebben over het op orde brengen van de huisartszorg? Moeten we niet eerst zorgen dat de huisarts zelf toegankelijk blijft? Daarbij vroeg Van Dijk aandacht voor de keuzevrijheid van de huisarts: hoe vrij is de huisarts als het algemene beeld is dat de abortuspil beschikbaar is bij huisartsen? Willen we echt de huisarts weer iets op het bordje schuiven, terwijl zij deze zomer demonstreerden vanwege de hoge werkdruk.

Vrouwen krijgen meer opties

Senator Vos (PvdA) wees op de vrouw: het is haar pijn, haar lichaam, haar keus. De huisarts hoeft de zorg niet te verlenen, het is volgens haar een vrije keus. Ze is het eens met eerdere sprekers dat we zuinig moeten zijn op onze huisartsen. Is het niet zozeer deze extra taak waarom zij demonstreren, maar de algehele werkdruk? Wat doet de minister om de werkdruk te verlagen, vroeg Vos. De PvdA vindt dat er een eerlijke verdeling van klinieken over het land moet zijn. Als dit wetsvoorstel wordt aangenomen krijgen vrouwen meer opties, als zij dan tenminste niet langer dan negen weken zwanger zijn. Volgens Vos is het ook belangrijk om ongewenste zwangerschappen te voorkomen. Uit Amerikaans onderzoek blijkt dat veel vrouwen voor abortus kiezen omdat ze het financieel niet kunnen bolwerken, dus we moeten ook zorgen voor bijvoorbeeld een fatsoenlijk inkomen en een dak boven het hoofd. Ook goede seksuele voorlichting is nodig, zo besloot Vos.

Drempel van klinieken is hoog

Senator Gerkens (SP), die mede namens de PvdD sprak, zei dat de keus voor of tegen het recht op abortus vandaag niet voorligt: die keus is er. Wat nodig is en wat overeind blijft, is het gesprek over de abortus. Of de keus weloverwogen is, moet worden getoetst. Dat gebeurt nu bij klinieken. Er is volgens Gerkens geen reden aan te nemen dat de huisarts dat niet kan. In veel gevallen doet hij/zij dit al, om vervolgens door te verwijzen naar een kliniek. Gerkens denkt dat de huisarts het zelfs nog beter kan, omdat hij of zij de persoonlijke omstandigheden van de betreffende vrouw kent. De drempel van klinieken is voor sommige groepen vrouwen hoog, en daardoor zijn zij niet in staat in vrijheid een keus te maken. En dat betekent rechtsongelijkheid, aldus Gerkens. Ze vroeg de minister of hij kon toezeggen dat de aanname van dit wetsvoorstel niet kan leiden tot het sluiten van klinieken.

Zorgen om levensvatbaarheid abortusklinieken

Ook volgens senator Otten (Fractie-Otten) kan de medicamenteuze behandeling via de huisarts drempelverlagend werken. Daarom staat hij in beginsel ook positief tegenover het wetsvoorstel. Hij vroeg of huisartsen in staat zijn om te bepalen hoe ver de zwangerschap is, hebben zij de benodigde apparatuur? De levensvatbaarheid van de bestaande klinieken zou onder druk kunnen komen te staan. Hij vroeg of de initiatiefnemers dit risico ook zien? Hoe denken zij en de minister te voorkomen dat dit wetsvoorstel het onwenselijke effect heeft dat de abortusklinieken ontoegankelijker worden, vroeg Otten. Hij sloot zich aan bij het betoog van senator Vos dat de voorlichting over anticonceptie - ook op scholen - vergroot moet worden en dat hiervoor geld vrijgemaakt moet worden.

Beantwoording door de initiatiefnemers en de minister van VWS

Tweede Kamerlid Ellemeet (GroenLinks) zei dat de reden voor dit voorstel was dat de huidige zorg nog niet passend is voor de wensen van alle vrouwen, en dat de zorg niet voor alle vrouwen toegankelijk is. Huisartsen worden nu geconfronteerd met vrouwen die in nood zijn. De zorg kan dus beter. Dat geldt ook voor vrouwen op de BES-eilanden. Huisartsen zijn in staat de abortuspil voor te schrijven, zo blijkt volgens Ellemeet uit nationaal en internationaal onderzoek. Ze spelen nu al een belangrijke rol. Veel van hen voeren nu al de gesprekken met vrouwen over hun beslissing en om te herkennen of het besluit vrijwillig is of onder druk tot stand is gekomen. Huisartsen kunnen op hun website kenbaar maken dat zij de abortuspil verstrekken, maar ze kunnen het ook actief vermelden bij de intake van nieuwe patiënten.

Volgens Tweede Kamerlid Kuiken (PvdA) is de noodzaak van wel of geen echo niet opgenomen in de abortuswet. Daarom is die vraag bij dit voorstel ook niet aan de orde. De termijnbepaling van de zwangerschap valt volledig onder de professionaliteit van de huisarts. Wat betreft de zorg dat abortusklinieken omvallen, zei Kuiken dat het voorstel zal leiden tot een verschuiving van zorg. Hoe groot en hoe snel is nu nog niet te voorspellen. De inzet van de initiatiefnemers is dat de toegankelijkheid van abortuszorg overal in Nederland goed blijft. Bovendien zijn er moties aangenomen in de Tweede Kamer om te bewerkstelligen dat de klinieken kunnen blijven voortbestaan.

Tweede Kamerlid Paternotte (D66) ging in op de vragen over de bereidheid van huisartsen om de abortuspil te verstrekken. Er is een groep huisartsen die tegenstander is vanwege de extra werkdruk die dit oplevert. Een andere groep artsen is voorstander omdat volgens hen het huidige abortusstelsel belemmeringen opwerpt. Uit onderzoeken blijkt dat een substantieel deel van de artsen bereid is om de abortuspil te verstrekken. Alleen is nog niet duidelijk hoe dat in de praktijk zal zijn. De artsen die dit niet willen, hoeven zich volgens Paternotte niet te verantwoorden. Deze zorg past bij de zorgverlener dicht bij huis, de huisarts, en draagt volgens de initiatiefnemers niet bij aan een grote toename van de werkdruk.

Volgens Tweede Kamerlid Van Wijngaarden (VVD) vinden ook buiten Nederland ontwikkelingen plaats voor de toegankelijkheid en veiligheid van de abortuszorg. De abortuszorg moet volgens de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) geïntegreerd worden in de gezondheidszorg op alle niveaus, dus ook in de eerstelijnszorg. Van Wijngaarden haalde verschillende onderzoeken aan, onder andere een Canadees onderzoek dat aantoont dat vrouwen de voorkeur geven aan abortuszorg door een vertrouwd persoon.

Minister Kuipers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) trad op als adviseur namens van de regering. Hij zei dat de verplaatsing van zorg gepaard gaat met verschuiving van het budget. Hij voegde er direct aan toe dat hij pal staat voor goede abortuszorg. Mocht blijken dat de tarieven niet kostendekkend zijn, dan zal hij overwegen de financiering te verhogen. Hij kan op voorhand niet de garantie geven voor het in stand houden van alle klinieken, maar wel de garantie dat een landelijk dekkend netwerk van klinieken in stand blijft. Hij zegde toe dat gezorgd zal worden voor zo efficiënt mogelijke financiering van de huisarts, met zo min mogelijk administratieve lasten wanneer het wetsvoorstel wordt ingevoerd. Over de BES-eilanden zei hij dat bij hem geen signalen bekend zijn dat vrouwen die op de BES-eilanden wonen geen goede abortuszorg hebben.

Over de werkdruk van huisartsen zei Kuipers dat hij hun hoge werkdruk erkent. Hij heeft daarover al veelvuldig gesproken, ook bij het sluiten van het integrale zorgakkoord. Zo worden bijvoorbeeld de vergoedingen voor avond- en weekenddiensten herijkt zodat de diensten ook beter verdeeld kunnen worden. Het kabinet zet in op een sterkere organisatie van de eerstelijnszorg, in combinatie met nog andere maatregelen. Daarvoor is zeer ruime financiering beschikbaar, besloot Kuipers.



Deel dit item: